Over Belgrado, Nis en buiten slapen

door | 10 juli 2010

Na de late aankomst ´s nachts slapen we uit tot 9.15. Het ontbijt is heerlijk: brood, ei en spek. Voor € 0,75 brengt de ober een extra bakkie koffie. De ober was trouwens een verhaal apart. Volgens Atilla was hij een typische agent van de geheime dienst.

Het duurt nog wel even voordat we vertrekken. Gerdien kan maar niet besluiten wat ze aandoet. Nadat ze haar hele koffer heeft doorgekeken en advies van Geert en Peter heeft gekregen, is ze eindelijk klaar om te vertrekken. Peter betaalt € 174 voor de overnachting en om 11.20 denken we te kunnen vertrekken richting het centrum. Maar toch niet: er hangen nog kleren op de hotelkamer, zodat we uiteindelijk om 11.30 richting het centrum rijden. De planning is dat we om 14.00 vertrekken naar Sofia (Bulgarije).

In Belgrado is het zoeken naar het historische stadscentrum. Na een vergeefse zoektocht – historisch blijkt relatief – in de hitte, strijken we neer op een terrasje voor een koele dronk. De restauranteigenaar doet er alles aan om het ons naar de zin te maken. Nadat hij ons heeft voorzien, komt hij de kansen voor de wedstrijd Nederland – Spanje bespreken. We horen dat Spanje in de Toto favoriet is.

Inmiddels zijn we gewend aan de Oost-Europese planning, zodat we niet opkijken als we pas 14.30 vertrekken in de richting van Sofia. Op weg naar Sofia wordt het steeds drukker. Nieuwe Nederlanders zijn onderweg naar hun familie in Turkije. We staan staan tussen de Turken in de file voor de tolpoort. We horen dat we waarschijnlijk tot aan Sofia moeten file rijden en dat we uren moeten wachten om de grens over te kunnen. Dus we wijzigen ons plannen en rijden richting Macedonië.

We stoppen in Nis om een kijkje te nemen in het stadscentrum en wat te eten. Het stadscentrum stelt niet heel veel voor. Er is alleen een soort fort, waar we wat gedronken hebben. We besluiten door te rijden naar Leskovac en daar een hotel te zoeken voor de nacht.

Een hotel zoeken blijkt makkelijker gezegd dan gedaan. Ook in Leskovac is er een festival en zijn alle hotels volgeboekt. We horen dat het heel moeilijk wordt, want de hele regio viert dit weekend feest. Er zit niets anders op dan onze reis richting de Macedonische grens voort te zetten.

Onderweg komen we door een klein dorpje. Het is inmiddels 22.00 en we hebben nog niet gegeten, zodat we even stoppen. Eerst lijkt alsof overal de keuken gesloten is, zodat we even iets drinken bij een café. Hier kunnen we tussen de Serviërs de wedstrijd Duitsland-Uruguay volgen.
Gerdien en Annelies vinden gelukkig een tentje waar ze voor ons een pizza willen maken. Het is nog een beetje puzzelen, want we hebben geen Servisch geld en onze euro’s zijn ook bijna op.

We vervolgen onze reis en stoppen bij een motel. Ook hier is alles volgeboekt. Er is nog één kamer vrij, maar die moet schoongemaakt worden. We besluiten hier te blijven, omdat de grens met Macedonië gesloten is. Gerdien en Annelies slapen in de kamer. Zolly en Rudi gaan in de tent slapen en Attila, Geert, Gert-Jan en Peter slapen in Hotel Transit (ons busje).

Om op de parkeerplaats in Hotel Transit te mogen slapen, moeten we € 12 betalen aan het motel. We krijgen geen dekens voor dit geld, zodat we die uit de kamer van Gerdien en Annelies moeten smokkelen.
Atilla en Peter slapen op de banken; Gert-Jan ligt tussen hen op de grond. Geert ligt in de bagageruimte. Atilla besluit een klacht in te dienen bij het management van Hotel Transit: “the guy in the room next to us is so annoying. He is making a lot of noise.”

Hotel Transit is wel speciaal, maar niet heel comfortabel. Van slapen komt niet veel. Om half vier zitten we nog op het terras van het motel om een sigaar te roken en een slaapmutsje te drinken. Daarna gaat ook in Hotel Transit het licht uit en proberen we wat nachtrust te krijgen.