5.‘Veel van onze ervaringen waren ronduit shockerend’

door | 28 december 2011

CU-jongere Esther Kruijsbergen en SGP-jongere Gert-Jan van Panhuis reisden met gate48 naar Israël en de Palestijnse Gebieden

Ze hadden niet zozeer het beloofde land, maar een geroofd land bezocht. Dat schreven CU-jongere Esther Kruijsbergen en SGP-jongere Gert-Jan van Panhuis over hun recente reis naar Israël en de Palestijnse Gebieden. Deze reis voor jongeren van politieke partijen werd georganiseerd door de Nederlands-Israëlische organisatie gate48. In een interview noemen ze de reis confronterend en heftig. Maar, zeggen ze ook: iedereen houdt vast aan zijn of haar eigen verhaal.

Rick Meulensteen

Op de vraag of ze alweer gewend zijn aan Nederland, anderhalve maand na hun reis naar Israël en de Palestijnse Gebieden begin januari, glimlacht Esther Kruijsbergen: ‘Het weer is er veel beter dan hier’. Dat de reis haar en Gert-Jan Panhuis nog altijd bezig houdt, is evident. Beiden hebben voor hun eigen politieke jongerenorganisatie, PerspectieF – de jongerenorganisatie van de ChristenUnie -, en de SGP-jongeren – de jongerenorganisatie van de Staatkundig Gereformeerde Partij -, impressiestukken geschreven over hun reis. Esther vertelt dat ze recent nog een presentatie heeft gegeven in haar kerk, hoewel het ‘door de complexiteit’ van de regio en het conflict soms moeilijk is een duidelijke, volledige visie neer te leggen.

Wat is eigenlijk de visie op Israël, de Palestijnen en het conflict binnen jullie partijen?
Gert-Jan: ‘Bovenal voelt de SGP een verbondenheid met Israël en het Joodse volk. Het zijn onze broeders. Al sinds het jaar 70 worden de Joden vervolgd en onderdrukt. Dat neemt niet weg dat er binnen onze visie ook ruimte is voor de Palestijnen. Er is ook oog voor de Palestijnse zaak. Wij zijn voor een twee-statenoplossing. De SGP-jongeren zijn daar wat explicieter in dan de SGP zelf.’
Esther: ‘Binnen de ChristenUnie en PerspectieF wordt overwegend gelijk gedacht over het conflict. Ook wij voelen een verbondenheid met Israël en het Joodse volk vanuit onze christelijke achtergrond. Het bestaansrecht van de staat Israël staat niet ter discussie, en het bestaansrecht van Israël moet ook erkend worden door de Palestijnen. De Joden hadden en hebben recht op een eigen staat. Dat neemt echter ook voor ons niet weg dat de Palestijnen ook recht hebben op een eigen staat.’
Gert-Jan: ‘De visie op het conflict binnen de SGP is de afgelopen jaren wel veranderd. Vroeger vond men de Palestijnse zaak en de gehele Arabische wereld één pot nat, maar nu wordt daar wel wat genuanceerder over gedacht.’

En jullie persoonlijke visie? Is hier verandering in gekomen door de gate48-reis?
Esther: ‘Voordat ik met de reis meeging wist ik eigenlijk maar weinig van het conflict, en ik heb me daarom goed ingelezen. Vroeger was het voor mij vooral een ver-van-mijn-bed-show. Daar is nu in ieder geval verandering in gekomen. Veel ervaringen tijdens de reis waren voor mij ronduit shockerend. Je krijgt pas echt een goede impressie van het conflict als je er daadwerkelijk zelf bent.’
Gert-Jan: ‘Wel was er binnen de reis vooral oog voor de Palestijnse zijde van het verhaal, en minder voor de Israëlische kant. Natuurlijk is het belangrijk om het Palestijnse verhaal te horen, maar sommige aspecten van het conflict, zoals de Muur, misten een Israëlisch perspectief.’
Esther: ‘Aan de andere kant is het wel zo, zoals ook een van de reisbegeleiders zei, dat elke visie op het conflict gekleurd is. Desondanks had de Israëlische kant van het verhaal meer belicht mogen worden.’

Tijdens jullie reis zijn jullie onder meer in de Palestijnse stad Hebron en in de Israëlische nederzetting Efrat geweest. Hoe hebben jullie dat ervaren?
Esther: ‘Het bezoek aan Hebron maakte op mij veel indruk. We werden begeleid door Israëlische politieagenten en Israëlische soldaten om ons te beschermen tegen mogelijk geweld door de Joodse kolonisten daar. Toen we weer Hebron uitreden werd het me duidelijk: het is hier echt menens. In eerste instantie denk je dat het allemaal zal meevallen, maar toen ik eenmaal daar, in Hebron, was dacht ik: wat doen mensen elkaar toch aan?’
Gert-Jan: ‘In Hebron zie je de scheiding tussen de Israëli’s en de Palestijnen. We reden ook over wegen op de Westelijke Jordaanoever die verboden waren voor Palestijnen en alleen open waren voor Israëli’s. De scheiding die zo wordt gecreëerd, ook door de Afscheidingsmuur, is een slechte ontwikkeling.’
Esther: ‘In de Joodse nederzetting Efrat spraken we met de burgemeester die tegen ons zei: dit land behoort ons toe, omdat het toebehoorde aan onze voorouders. Hij zei ook dat hij in vrede met zijn Palestijnse buren wil leven. Ik geloof dat hij daar oprecht in was.’
Gert-Jan: ‘Het is wel moeilijk hoe je tegen zijn landclaim aan moet kijken. In Bijbelse tijden behoorde het land waar de nederzetting op gebouwd is inderdaad toe aan Israël, maar het is lastig deze claim door de tijd heen te trekken. Er is een historisch gat.’

Hoe kijken jullie nu aan tegen de Palestijnse visie op het conflict?
Gert-Jan: ‘Het was confronterend om de situatie te zien waarin de Palestijnen verkeren. Via de reis heb ik daar meer inzicht in gekregen. Vanuit Nederland is het moeilijk daar goed zicht op te hebben.’
Esther: ‘Bij de ChristenUnie krijg je vooral de Israëlische kant op het conflict te horen. Het doet je iets als mens als je ook de Palestijnse verhalen hoort. De Palestijnen zitten gevangen in een kooi, ze kunnen geen kant op.’

Zien jullie kansen voor vrede?
Esther: ‘De Bijbel en mijn Bijbelse achtergrond leert mij dat er geen vrede zal komen in Israël tot het moment dat God vindt dat het goed is. Ook al komt er vrede met de Palestijnen, dan nog zal Israël geplaagd blijven door conflict. Dit neemt echter niet weg dat je aan vrede moet blijven werken.’
Gert-Jan: ‘Sommigen beredeneren dat het doordat de Bijbel dit zegt geen zin heeft je met het conflict te bemoeien, en dat het conflict alleen van hogerhand kan worden opgelost. Maar ik bekijk het liever wat rationeler.’
Esther: ‘Het conflict is wel erg complex. De oplossing ervan ligt in eerste instantie bij de Israëli’s en de Palestijnen zelf. Een derde partij kan zich er wel mee bemoeien maar het is aan de strijdende partijen zelf om tot een oplossing te komen. Je moet de Israëli’s en de Palestijnen ook zelf de kans geven om het conflict op te lossen.’
Gert-Jan: ‘Meer dan Esther zie ik wel een rol voor een derde partij, zoals de Europese Unie of Nederland. Desondanks is terughoudendheid op zijn plaats. Het conflict is inderdaad te complex om als Europese Unie of Nederland een te grote rol te willen spelen.’
Esther: ‘Wel denk ik dat de Israëli’s en de Palestijnen beiden aan vrede willen werken, hoe moeilijk dat ook gaat worden.’

Is er nog iets wat extra indruk heeft gemaakt tijdens de reis?
Gert-Jan: ‘We zijn onder meer met een tour van B’Tselem mee geweest en dat heeft wel indruk gemaakt. Het bestaan van dit soort Israëlische mensenrechtenorganisaties bezie ik in ieder geval positief. Wel moet men ervoor waken niet tegen de wet in te gaan.’
Esther: ‘Wat indruk op me heeft gemaakt is het bestaan van de vier Hand-in-Hand scholen in Israel. Op deze scholen zitten zowel Joden als Palestijnen, die in zowel het Hebreeuws als in het Arabisch les krijgen. Er wordt de leerlingen liefde en respect voor elkaar bijgebracht. Daat gaf mij een erg positief gevoel. ‘

Uit het verslag dat Esther Kruijsbergen en Gert-Jan van Panhuis tijdens de reis schreven:

‘In deze reis hebben we vooral gezien hoe Israël een geroofd land is. We hebben ons vaak afgevraagd: waar blijft het verhaal van het beloofde land. We hebben vooral gezien hoe de Palestijnen onderdrukt worden door Israël. Hoe het is om in bezet gebied te moeten leven, waarbij de mensenrechten van de Palestijnen met voeten getreden worden. Hoe radicale Joodse settlers (de kolonisten) de Palestijnen weg terroriseren. De Israëlische overheid de illegale bouw van setlements (Joodse nederzettingen) stimuleert, dat ten koste gaat van de Palestijnen en Palestijnse bezittingen. Hoe in de Westbank apartheid prevaleert boven menselijke gelijkwaardigheid. Zoals wegen waar alleen Joden nog maar gebruik van mogen maken en de muur die sommige Palestijnse dorpen volledig afsluiten van de buitenwereld. We kunnen hier niet omheen. We hebben met eigen ogen gezien welk onrecht Palestijnen wordt aangedaan. Het zal duidelijk zijn dat we ons moeten verzetten tegen deze misbruiken.’

Interview door Rick Meulensteen met CU-jongere Esther Kruijsbergen en SGP-jongere Gert-Jan van Panhuis is verschenen in het maartnummer van De Brug, tijdschrift van het Steuncomité Israëlische Vredes- en MensenrechtenOrganisaties (http://www.sivmo.nl/).
Zie ook http://www.eenanderjoodsgeluid.nl/index.asp?navitemid=73&type=3&item=2819