Aandacht voor Pakistaanse christenen

door | 27 augustus 2011

Nieuwe wetten over godslastering bemoeilijken de positie van Pakistaanse christenen. De positie van de Bijbel is ter discussie gesteld. De situatie van Asia Bibi en haar medechristenen in Pakistan is penibel.

Recent pleitten moslimradicalen in Pakistan voor een verbod op het kopen en verkopen van de Bijbel. Zij doen dit met een beroep op twee artikelen uit het Pakistaanse wetboek van strafrecht. Sinds 1986 bepalen deze artikelen dat wanneer iemand de koran beledigt, hij veroordeeld moet worden tot levenslang. Op het beledigen van de profeet Mohammed staat de doodstraf. Christenen in Pakistan hebben het meest te vrezen van deze blasfemiewetten.

Een van de slachtoffers van de blasfemiewetgeving is Asia Bibi, een Pakistaanse christin. Als sinds 2009 zit ze in de gevangenis omdat ze de islam beledigd zou hebben. Haar wacht de doodstraf. Een menigte van 200 woedende dorpsgenoten belaagde Bibi vanwege een banale ruzie over water, wat uitmondde in een beschuldiging van blasfemie. Ze is niet de eerste christen die vanwege vermeende godslastering wordt aangeklaagd. Haar man zegt dat ze in de gevangenis veiliger is dan hij en zijn twee dochters:  “Wij zijn vrij maar leven onder voortdurende doodsbedreigingen”. Haar arrestatie was dus in zekere zin haar redding.

Islamitische staat
Is de Pakistaanse overheid nog wel een beschermer van minderheden in eigen land? Onlangs gloorde er een sprankje hoop. In maart van dit jaar diende Pakistan, als vertegenwoordiger van de Organisatie van de Islamitische Conferentie (OIC), een nieuwe resolutie in bij de Verenigde Naties. Hierin werd niet langer gesproken over de belediging van godsdiensten maar over de vrijheid om te geloven en de vrijheid van meningsuiting. De resolutie gaat in tegen ‘intolerantie, negatieve stereotypering en stigmatisering, discriminatie, het aanzetten tot geweld en geweld tegen personen gebaseerd op iemands religie of geloof’. Een eerdere resolutie van de OIC was juist bedoeld om godslastering tegen te gaan. Die lijkt aan de kant geschoven te zijn. Toch is dit nog geen teken dat het in Pakistan beter gaat.

De positie van de overheid in Pakistan raakt steeds verder verzwakt door een interne machtsstrijd tussen het leger en de regering. Door de politieke en sociale onrust die dat met zich meebrengt, krijgt de oproep om terug te keren naar de ‘zuivere islam’ veel gehoor. Veel moslims geloven dat de totstandkoming van een islamitische staat vrede en stabiliteit zal brengen. De christelijke minderheden in Pakistan staan dit ideaal in de weg.

Jama’at-i-Islami
Wie zijn deze groeperingen die het leven van christenen in Pakistan zuur maken? Een daarvan is de grootste partij van moslimradicalen, Jama’at-i-Islami, al sinds 1941 actief. Toen generaal Musharraf in 1999 na zijn staatsgreep hervormingen wilde doorvoeren, zette deze groepering zich tegen hem af. De groepering predikte een radicale variant van de islam en verkondigde dat de toekomst van Pakistan ligt in de islamitische revolutie. Leden van Jama’at-i-Islami verklaarden dat ze gereed staan hun leven op te offeren voor de zaak van Allah en de profeet. De oprichter van de partij, Sayyid Abul A’ala Mawdudi, schreef ooit dat de islam een ‘totale manier van leven is’ en dat controle van de staat nodig is om dit ideaal te realiseren. Mawdudi verbond het voortbestaan van Pakistan aan religieuze eenheid en zuiverheid. Deze islamitische staat zou niet door geweld gerealiseerd moeten worden, maar door een ‘culturele revolutie’, waarin de hele samenleving uiteindelijk zou islamiseren. Deze verandering in het hart en verstand van mensen zou uiteindelijk moeten leiden tot een politieke omwenteling.

Dit ideaal lijkt steeds meer realiteit te worden nu onder de Pakistaanse bevolking het moslimfundamentalisme steeds populairder is. Het voorstel om de Bijbel te verbieden is weer een stap dichterbij het ideaal van Mawdudi. In het Pakistan van nu is sprake van een verdergaande islamisering, beter gezegd ‘talibanisering’ van de maatschappij. Illustrerend hiervoor is de moord op de christelijke minister Shahbaz Bhatti in maart 2011. Hij was een christen (en de enige Pakistaanse christelijke minister) die zijn leven met de dood moest bekopen vanwege zijn verzet tegen de blasfemiewetten en zijn steun voor Asia Bibi.

Aandacht
Politieke aandacht is nodig voor de penibele situatie van christenen in Pakistan. De Pakistaanse regering moet er op gewezen worden dat zij de resolutie allereerst in eigen land dient na te leven. Het is noodzakelijk dat Nederland, onder meer via de Europese Unie en de Verenigde Naties, druk blijft uitoefenen op Pakistan om de grondrechten van de (christelijke) minderheden te respecteren en hen te beschermen tegen geweld en discriminatie. Zodat christenen veilig kunnen leven naast hun moslimburen en volledige toegang krijgen tot basisvoorzieningen.

Hopelijk zullen Asia Bibi en haar dochters en vele andere christenen in de nabije toekomst de mogelijkheid krijgen om te leren lezen en schrijven. Dan kunnen ze zelf de woorden uit de Bijbel lezen, die hen nu hoop geven om staande te blijven in het geweld. Naast politieke steun hebben Asia Bibi en alle andere christenen in Pakistan de hulp en het gebed van christenen wereldwijd hard nodig.