Ad Astra, Ad Nihilum

door | 6 januari 2020

Met prachtige beelden maakt de science fiction film Ad Astra (2019) veel indruk. Het is de moeite waard dit op een fors beeldscherm of in de bioscoop te zien, liefst in het donker en met goede geluidsvoorzieningen. Ad Astra, “naar de sterren”, vertelt het verhaal van een koelbloedige astronaut, zoon van een nog beroemdere astronaut, die — we plaatsen dit in de toekomst — bijna alle planeten van ons zonnestelsel heeft verkend. De maan is inmiddels gecommercialiseerd en het strijdtoneel van elkaar met wapens bestrijdende facties.

Het zijn vaak jongens en mannen die van binnen nog zo’n jongen zijn, die zich aangesproken voelen tot de ruimtevaart en sci-fi. Als kind kocht ik LEGO met de thema’s ruimtevaart en middeleeuwen. Bij scouting, als welp, hadden we een ruimtevaart themakamp en moest je als astronaut verkleed komen. Mooie herinneringen! Ook in de gaming scene zie je veel videospellen waarin je verre planeten kunt koloniseren of snelle ruimteschepen moet besturen. Ad Astra is dan ook vooral gericht op mannen. De zoon komt in conflict met zijn vader, die hij amper gekend heeft. Hij gaat op avontuur, op missie, op weg naar onbekende gebieden, en trotseert zonder veel emotie de gevaren op zijn pad.

Deze film bevat een wending in dit thema. In Angela Watercutter’s review in Wired staat te lezen:

Pitt, for his part, has said the movie is meant to challenge problematic notions of masculinity, and the film itself points to the trauma that those ideas inflict on men and the people they come in contact with.

Haar recensie draagt als titel “The Bleak Hopefulness of Ad Astra“. Dat is geen vrolijke titel. Angela schrijft:

That doesn’t mean patriotic, heroic astronaut films are a thing of the past, but in a time wrought with anxiety, perhaps the 2001s ring truer than the Space Cowboys does.

Kortom, Ad Astra toont niet de vaderlandslievende, heldhaftige astronaut, maar brengt juist kritiek op dat stereotype en brengt ook angst en onzekerheid in beeld. In de kern van de film wordt ons concept van mannelijkheid in twijfel getrokken. Eigenlijk was het aan het begin van de film al duidelijk. De hoofdpersoon heeft nauwelijks emoties en compartimentaliseert zijn gedachten en gevoelens. Hij lijkt wat autistisch. Het is niet zozeer dat hij zijn emoties controleert; hij lijkt ze niet eens te hebben.

Dit is nieuw en recent: dat ook het mannelijke publiek, via een uitgesproken mannelijk genre zoals sci-fi, cultureel gecastreerd wordt. De inversie, de omkering van waarden binnen onze samenleving, leek zijn toppunt al bereikt te hebben. Maar nee, daar zit geen rem op. Natuurlijk moeten de laatste bastions nog bestormd worden, zelfs als deze bastions voornamelijk in de fantasie bestaan. Of misschien wel juist die, want in de fantasie, in de verbeelding, juist daar ontstaat de ambitie en de creativiteit.

Kort samengevat: de vader, die weinig tot geen contact had met zijn vrouw en zoon vanwege zijn werk in de ruimte, was een van de beste astronauten en verkenners. Hij gelooft in God en in buitenaards leven. Hij is van het slag dat vindt dat muiterij neergeslagen moet worden en dat de kapitein als laatste het schip verlaat. Echter, als de zoon hem uiteindelijk bereikt bij Neptunus, dan blijkt het beeld van zijn vader in scherven uiteen te vallen. De vader geeft niet om zijn vrouw en zoon; hij verlaat uiteindelijk toch zijn schip, om daarna zelfmoord te plegen; hij heeft nooit buitenaards leven ontdekt, en alles wat hij ver van huis vond was kille, levenloze schoonheid; de conclusie luidt dat de vader in feite gestoord en gevaarlijk was. De zoon leert ervan dat je niet gelukkig wordt van het verkennen van nieuwe werelden, en maar het beste naar huis kunt terugkeren, om het geluk daar, in menselijke relaties, te vinden, verbonden met de emoties.

De boodschap is overduidelijk: onze klassieke mannelijkheid, die nog uit de tijd van het Christendom of zelfs ook nog die van de Verlichting en de Romantiek, is slecht. Eigenlijk moet de man een soort vrouw worden, emotioneel en huiselijk. Het lijden van de hoofdpersoon ontstaat omdat hij het pad volgt van de vader die hij amper kende: “The son suffers the sins of the father.”

Als lokmiddel wordt de sci-fi fantasiewereld gebruikt; prachtige beelden gecombineerd met licht depressieve muziek en een bij tijden naargeestige sfeer. De mannelijke fantasie wordt op die manier gedeconstrueerd en vergiftigd. Ook worden hierbij tunnelbeelden gebruikt, mogelijk om e.e.a. dieper tot in het onbewuste te laten inwerken. Dit is een vorm van herprogrammeren, van social engineering.

Waar klassieke systemen en organisaties, zoals Scouting, het spel van het verkennen gebruiken om juist de talenten, interesses, sociale vaardigheden en uiteindelijk dus ook de gevoelens en emoties te ontwikkelen; precies daarop voert Ad Astra de aanval uit. Alles wat je zo vinden kunt, is de boodschap achter de film, is een valse vorm van mannelijkheid, emotionele doodsheid, en levenloze werelden.

Deze conclusie kwam bijna direct na het zien van de film bij me aan; ik moest even goed contempleren om te onderzoeken waar mijn onduidelijke woede vandaan kwam die bij me opwelde. Waren mijn interpretaties vergelijkbaar met die van anderen? Na wat zoekwerk vond ik enkele reviews die op ongeveer dezelfde conclusies uitkwamen.

… its emotional blankness is designed to reflect its thematic interest in stoicism, abandonment, and alienation. Ad Astra is clearly using space travel and astronaut emotional compartmentalization as a metaphor for the challenges men face in letting go of bottled-up baggage and embracing vulnerability. […] It’s too bad the emotionality of his visuals never translate into a fully emotionally satisfying film. — Caroline Siede in The Verge

Caroline heeft m.i. gelijk. De film biedt geen werkelijke emotionele voldoening. De emoties die de zoon uiteindelijk vindt zijn oppervlakkig, niet uitgewerkt, en ontdaan van zingeving, diepte, of een hoger doel.

Behalve de twee vrouwelijke reviewers is er ook een mannelijke recensent die zich niet onkritisch uitlaat:

He came out here certain that he could prove alien life existed, just as he is certain of God, but his mission was a failure if only in his own mind. One planetary survey after the other showed empty surfaces devoid of life or the humanity he left behind. It also left a hole in his belief in God. — David Crow in Den of Geek

Welke invloed ligt ten grondslag aan deze film? Is het enkel atheïsme en nihilisme? Een vorm van feminisme die zowel het mannelijke als het vrouwelijke wil vernietigen en streeft naar genderneutraliteit? Een Luceriaanse inversie? De inversie zegt dat het gaan naar de sterren, (Ad Astra), naar de hemel dus waar God woont, eigenlijk neerkomt op het bezoeken van een koud kerkhof; dat is de duistere boodschap achter deze film.

Voor wie in een verlichte vooruitgang geloofd via het pad van verstand, wilskracht en moed; of voor wie hecht aan God; of voor wie als Nietzsche zoekt naar nieuwe heldhaftige waarden; voor al deze mensen is deze film niet anders te interpreteren dan een inverse-aanval op onze hoogste culturele waarden. Dat dit via een voor het grote publiek gemaakte en dure film gebeurt geeft aan in welk stadium dit cultureel conflict zich bevindt. We zijn hard op weg naar de ultieme zelfhaat, voortkomend uit nihilisme, verlies van verbondenheid met hemel en aarde, uiteindelijk verlies van onszelf: Ad Nihilum. Dat ware een betere naam geweest voor deze vervloekte film.

De lezer wordt desondanks aanbevolen de film te zien, zoals gezegd bij voorkeur op een groot beeldscherm in een donkere kamer. U kunt genieten van de beelden; uw geest is alert en gewapend tegen de malafide invloed; en u moet tenslotte ook kennis nemen van de middelen die tegen uw tradities en tegen het leven zelf worden ingezet. De spoilers hier gegeven waren noodzakelijk voor uw bescherming. Gelukkig is er nog voldoende ongezegd gebleven om van de film te kunnen genieten.

Zoals in de verhalen uit het noorden de krijgers van Odin, de dodenkrijgers of Einherjar, elke dag vochten en bier dronken, als voorbereiding op de grote ondergang, de godenschemering of Ragnarok, zo ook kunnen we lachen om de doorzichtige pogingen van de listige demonen die ons verzwakken willen. Of deze demonen nu culturele winden zijn, of egregores, of nihilistische personen: het doet er niet toe. Wat het Schone, het Ware, en het Goede niet dient, doet er nooit echt toe. We kunnen er slechts om lachen.

En precies daarom wens ik u veel kijkplezier.