DE HAAGSE RECHTER, EEN ‘HOME REFEREE’?

door | 20 maart 2021

Door Klaas Maas.

De gedachte dat er een noodsituatie bestaat omdat het RIVM dat vindt, is ongerijmd. En onze rechters gedragen zich soms of de wereld ophoudt bij Lobith en Vaals, of Hazeldonk. De huidige coronaconditie houdt niet op bij de landsgrenzen. Nu meent bijvoorbeeld België te beschikken over een zeker zo goed gekwalificeerd medisch zorgstelsel als wij (opleidingsniveau, apparatuur, infrastructuur et cetera; een schoonzoon deed daar de medische opleiding – uitgeloot in Nederland – en kreeg na zijn afstuderen te horen dat het laten passeren van de hem aangeboden specialisatieplaats in Leuven voor zo’n opleidingsplaats in Leiden, ‘not done’ was en geen keus voor kwaliteit). En België heeft maar een halve avondklok (vanaf 24.00 uur) en open hotels, open winkels en open scholen. De coronaconditie laat kennelijk een scala van maatregelen toe en waar zo’n keuzeruimte wordt erkend kan van een dwingende noodzaak voor één zo’n maatregel geen sprake zijn: In Nederland doen we het zo, maar in andere landen doen ze het vaak zus.

Dat zo zijnde; het beroep op de wettelijke bevoegdheid om in noodsituaties noodmaatregelen instantaan en dwingend op te leggen, is hier dus niet aan de orde. Die bevoegdheid had onder de gegeven omstandigheden niet gehanteerd mogen worden. Met het fiatteren van deze bestuurlijke corruptie (want dat is het geworden: een vergissing kwalificeert daarvoor niet maar het volharden in misbruik van recht kwalificeert daarvoor wel) heeft het Haags gerechtshof zich gedragen als een ‘home referee’. Het is een slechte zaak als niet langer blind vertrouwd kan worden op de onpartijdigheid van de rechter.