De moord op Derk Wiersum en de opmars van mantra’s in de politiek

door | 26 september 2019

Wanneer dingen hun betekenis verliezen, wordt het steeds moeilijker de gepaste emoties op te roepen, zelfs als het een gruwelijke moord betreft. En wanneer de boodschappers van dat onheil, zoals van een moord, te maken hebben met een publiek dat hen steeds minder vertrouwt, moeten deze lieden hun toevlucht zoeken tot andere middelen dan de feitelijkheid. Dan moeten de emoties worden opgeroepen met magische formules. En wanneer de magie ontbreekt, bijvoorbeeld door gebrek aan charisma, dan vervallen deze formules tot mantra’s: het herhalen van nietszeggende woorden, keer op keer, jaar na jaar, net zo lang tot het publiek in deze eeuwigdurende bezweringen wordt opgenomen. Dan is een moord opeens een ‘aanval op onze rechtstaat’.

Grootse termen

Het zal menigeen opgevallen zijn dat het politieke taalveld in de afgelopen week werd overspoeld met grootse termen. Prinsjesdag was opeens een ‘feest der democratie’ – zoals verkiezingen de laatste jaren ook steevast worden genoemd. Normale aanduidingen schieten blijkbaar tekort. Evenals het denkvermogen van onze zogenaamde elite. ‘Misdaden tegen de menselijkheid’, ‘vertrouwen’, ‘zelfontplooiing’, ‘gelijkheid’ – we worden in de media overspoeld met dergelijke mantra’s. Wie anders denkt, ‘staat aan de verkeerde kant van de geschiedenis’. Of ‘gaat niet met de tijd mee’. Of is zelfs ‘niet van deze tijd’.

‘Aanval op de rechtstaat’

En zo was de moord op de advocaat Derk Wiersum niet meer een moord, maar allereerst ‘een aanval op de rechtstaat’. Dieptepunt was de journalist van Radio 1 die tijdens een interview inbracht dat ook aanvallen en bedreigingen op en van journalisten een dergelijke aanval op onze rechtsstaat zijn – iets wat overigens ook minister Grapperhaus beweerde.

Boven de burgers

Dit is het resultaat van een oprukkende denkwijze, namelijk dat niet zozeer de burgers de representanten zijn van zoiets als een ‘rechtstaat’, maar ambtelijke en semi-ambtelijke personen. Waar een advocaat, maar ook een journalist, en zelfs een politieagent, oorspronkelijk niets anders waren dan de verbijzondering van eigenschappen die toebehoorden aan elke burger, lijken ze nu opgenomen te zijn in een lichaam dat boven de burgers staat.

Onzin

Terugkomend op de aanslag in Amsterdam: als de dader van de aanslag een advocaat had vermoord vanwege het luttele feit dat deze een advocaat zou zijn geweest, was er weliswaar ook geen aanval op de rechtsstaat geweest, maar van een vijandige houding ten opzichte van de rechtstaat. Maar dat was niet het geval. De moord had namelijk een concrete aanleiding: de uitschakeling van een persoonlijke dreiging (die van de opdrachtgever) doordat deze advocaat zich in de ogen van de criminelen opstelde als handlanger van een verader. Criminaliteit is geen ideologie die de rechtstaat minacht of zelfs verwerpt, maar is misdadig in moreel opzicht. Van criminelen verlangen dat ze de rechtstaat respecteren is hetzelfde als menen dat er misdaad bestaat die recht doet aan diezelfde ‘rechtstaat’. Iedereen weet dat dit onzin is.

Niet uit te leggen

Niemand kan uitleggen waarom de moord op een ‘gewone’ burger geen aanval op de rechtstaat zou zijn, maar die op een advocaat (of journalist) wel. En men kan dat zeker niet uitleggen als niet duidelijk is wat met ‘rechtstaat’ wordt bedoeld. Bedoelt men met ‘rechtstaat’ een ‘staat van recht’ als ‘toestand van rechtvaardigheid, of bedoelt men een ‘systeem van rechtshandhaving’? De eerste betekenis wordt nooit toegepast of zelfs bedoeld. Afgaande op die betekenis zou namelijk elke wetsovertreding, hoe klein ook, een schending van de ‘toestand van recht’ zijn. Sterker nog: de eerste betekenis maakt voor de moderne wetsdenkers te weinig, of zelfs geen, onderscheid tussen recht en moraal. De term ‘moraal’ verwijst juist naar iets waar men van af wil, namelijk naar regels en wetten die voorafgaan aan elk menselijk inzicht. En dat wil men niet. Recht is namelijk gereduceerd tot iets wat is afgesproken en vastgelegd in wetten en waar – om de een of andere reden – iedereen zich aan dient te houden.

Systeem losgemaakt van de gewone burger

De tweede betekenis, die van het systeem van rechtshandhaving, elimineert wel de moraal uit het recht. Niet de vraag naar goed en kwaad, maar de louter instrumentele vraag naar de toepassing van het systeem staat hier centraal. Hier gaat het niet om al te menselijke categorieën als wraak of vergelding.  En ook  niet om iets ‘hogers’ dan de moraal – dit soort zaken spelen hoogstens in tweede instantie een rol of in het geheel niet. Hier gaat het om het systeem, en wel het systeem losgemaakt van de gewone burger. Immers, bij een moord, een geweldsdaad of bedreiging richting een burger wordt er nooit gesproken van een aanval op de rechtstaat. Waarom niet? Wel, de burger mag niet wijs worden gemaakt dat hij of zij de werkelijke drager en hoeder van wat voor rechtstaat dan ook is. Want zou de magie dan niet meteen verdampen? Want burgers willen geen holle termen, maar concrete woorden en daden.

sjamaan

Sjamanen vast in het zadel

De burger mag niet in de gaten krijgen dat niet hij of zij van belang is, maar slechts het systeem dat is opgetuigd. Om de eigen gang te gaan en zich niets aan te hoeven trekken van de burgers, heeft de politieke elite een taal ontwikkeld waarmee de burgers wordt bedot. Vol met termen die nergens anders naar verwijzen dan naar zichzelf. Er wordt als het ware een cirkel getrokken, de mandala, om daarna de mantra’s in gezangen te herhalen, keer op keer. En de betovering werkt. De sjamanen, i.c. de politici en journalisten, zitten vast in het zadel. Hun zangen worden door media en opiniemakers, op scholen en in theaters, als de hoogste wijsheid gerecitieerd.

Dwepen en bagatelliseren

Maar was er voor het kroongetuige-systeem dan geen rechtstaat? Natuurlijk wel. Net zoals moord te allen tijde een schending van het recht is geweest, net als elke andere misdaad. Maar het dwepen met termen – mantra’s – als rechtsstaat doet afbreuk aan misdaden tegen wie dan ook. Òf men moet bij elke misdaad, hoe klein dan ook, spreken van een aanval op de rechtsstaat (wat ondoenlijk is en uiteindelijk nietszeggend), òf men stopt met dit soort termen als er een advocaat wordt vermoord. Niet om deze moord te bagatelliseren, maar juist om het bagatelliseren ervan te voorkomen. Want dat is het: bagatelliseren. Men laat de concrete moord op een mens ondersneeuwen door tranen over een systeemkwestie. En dat laatste is letterlijk onmenselijk.

(titelafbeelding: sjamaan, foto: Blizzard17x cc by-sa 4.0)