De ondermijning van het INF-verdrag en de nucleaire pariteit

door | 2 november 2018

Met de recente aankondiging dat de Verenigde Staten uit het INF-verdrag willen stappen, lijkt een einde te komen aan de beperking op het ontwikkelen en inzetten van middellangeafstandsraketten. Het besluit van Trump om uit het verdrag te stappen volgt op een vermeende overtreding van het verdrag door Rusland. De opzegging van het INF-verdrag slaat weer één van de pijlers weg onder de non-proliferatie in een steeds instabieler wordende wereld. Een overzicht van een aantal gebeurtenissen die hebben geleid tot het begin en het nakende einde van het INF-verdrag.

Brussel, 2 oktober, de Amerikaanse ambassadrice voor de NAVO Kay Bailey Hutchison doet een uitspraak waarvan u waarschijnlijk niets weet, maar die kort daarna tot scherpe reacties uit Moskou leidt. Tegenover de pers verklaart Hutchison dat als Rusland besluit een gloednieuwe raket in gebruik neemt, de VS zal “gaan zoeken naar mogelijkheden om raketten uit te schakelen die andere landen kunnen raken.” Hutchison zei verder: “De tegenmaatregelen (van de VS) zouden zijn om de raketten uit te schakelen die ontwikkeld worden door Rusland.”

De uitspraken van Hutchison werden kort daarna al flink op de hak genomen door de woordvoerster van het Russische ministerie van Buitenlandse Zaken Maria Zacharova: “Mensen die zulke uitspraken doen zijn niet bekend met de mate van hun verantwoordelijkheden en het gevaar van agressieve retoriek.”

Hutchison lichtte haar uitspraak later nader toe: “Ik sprak niet over een preventieve aanval op Rusland. Mijn punt is: Rusland moet zich weer houden aan het INF-verdrag. Anders moeten wij hun capaciteiten evenaren om de belangen van de VS en de NAVO te beschermen.” De situatie is een schoolvoorbeeld van hoe een verkeerd gekozen uitspraak wereldwijd de spanningen op scherp kan zetten.

Nieuwe Russische raket

De reden van de spanningen bij de VS is de Russische 9M729-raket. Volgens zowel de Amerikaanse minister van Defensie, James Mattis, als secretaris-generaal van de NAVO Jens Stoltenberg, zou de 9M729-raket het INF-verdrag overtreden omdat deze een groter bereik zou hebben dan 500 km. “Volgens de VS is Rusland begonnen met het inzetten van die raket. Ze hebben die informatie met ons gedeeld”, aldus Stoltenberg. De Amerikaanse minister van Defensie Mattis was rond die tijd in Europa om te praten over de vraag wat er met het INF-verdrag moest gebeuren als Rusland zich niet aan het verdrag zou houden. “Ik kan niet voorspellen waar het naartoe zal gaan”, vertelde Mattis de pers, “dat is een beslissing voor de president.”

De reactie kwam amper een maand later, toen president Trump verklaarde het verdrag te willen opzeggen omdat Rusland zich niet aan het verdrag zou houden. Trump verklaarde: “Wij zijn degenen die zich aan het akkoord hebben gehouden. Maar Rusland heeft, helaas, het verdrag niet geëerbiedigd. Dus we gaan het verdrag beëindigen en we trekken ons terug.”

Totstandkoming INF-verdrag

Het Intermediate Nuclear Forces Treaty, oftewel INF-verdrag kwam tot stand aan het einde van de Koude Oorlog en werd opgesteld door de regeringen van Reagan en Gorbatsjov. Het verdrag legt een verbod op het ontwikkelen en gebruiken van middellangeafstandsraketten met een bereik van 500 tot 5500 kilometer die vanaf het land worden afgevuurd op. Het verdrag is ondertekend door de VS en de USSR, andere landen hebben het verdrag dus niet ondertekend en zijn in principe vrij om dergelijke wapens te ontwikkelen en gebruiken.

Gorbatsjov en Reagan ondertekenen het INF-verdrag in 1987.

Een van de belangrijkste redenen voor het verdrag was dat het niet duidelijk was of een dergelijke raket een conventioneel wapen bij zich droeg of een nucleaire. Als een dergelijk wapen werd gebruikt was het voor de andere partij met andere woorden niet duidelijk met wat voor soort wapen ze werden aangevallen. In de gespannen sfeer van de Koude Oorlog waren politici bekend met het feit dat een klein misverstand kon leiden tot een eventuele fatale beslissing en daarmee een nucleaire oorlog. Het gebruik van een middellangeafstandsraket met een conventionele kop zou dus kunnen leiden tot een vergeldingsaanval met een nucleair wapen, met een eventuele nucleaire oorlog tot gevolg.

Het is ook belangrijk te benadrukken dat het INF-verdrag alleen geldt voor raketten die vanaf land worden afgevuurd. De reeds ontwikkelde Amerikaanse Tomahawk-raketten die vanaf zee worden afgevuurd vielen dus buiten het verdrag. Ook heeft de USSR besloten om haar Oka-raketten uit dienst te doen. Ondanks dat deze raketten een bereik hadden van 450 kilometer, en daarmee dus buiten het verdrag vallen, werden ze toch buiten dienst gesteld.

ABM-verdrag

Het proces dat zou leiden tot het opzeggen van het INF-verdrag werd in gang gezet met het opzeggen van een ander verdrag. In december 2001 zegde toenmalig president Bush het Anti-Balistic Missile (ABM) -verdrag op. De reden die hiervoor gegeven werd, was dat er in die tijd in de VS angst bestond voor een nucleaire aanval van een ‘schurkenstaat’ en/of terroristische groeperingen. Specifiek werd er gesproken over Noord-Korea en Iran. Hoewel Iran in die tijd Iran niet beschikte over een ballistische raket met voldoende bereik, noch was aangetoond dat Iran een nucleair programma had voor niet-vreedzame doeleinden, werd gesteld dat de dreiging bestond dat Iran mogelijk Europa of zelfs de VS zou aanvallen.

De VS verklaarde bijgevolg dat het Antiballistische raketten wou stationeren in Europa zodat zij in staat zou zijn ballistische raketten uit Iran te kunnen onderscheppen en vernietigen. Deze ABM-installaties zouden moeten worden geplaatst in Polen en Tsjechië. Dit was echter tegen het zere been van Rusland. Het zou immers veel logischer zijn geweest om deze ABM-installaties verder naar het zuiden te plaatsen en niet tussen Rusland en Europa. In Rusland werd het ABM-systeem – ook wel raketschild genoemd – waargenomen als tegen Russische ballistische raketten gericht. Ruslands tegenvoorstel voor de VS was om een Russisch radarstation te gebruiken in het veel dichter bij Iran gelegen Azerbeidzjan.  De VS wees het Russische voorstel echter van de hand en het ABM-systeem werd uiteindelijk gebouwd in Polen en Roemenië. Hier werd een AEGIS-systeem gebouwd dat doorgaans alleen geïnstalleerd wordt op schepen.

De weerzin van Rusland over het opzeggen van het ABM-verdrag door de VS werd niet begrepen in Europa en andere delen van de wereld. Het ging hier om een antiballistisch raketsysteem, met andere woorden een systeem dat moest beschermen tegen een nucleaire aanval. En wie is nou tegen een bescherming tegen nucleaire wapens?

Mutually Assured Destruction (MAD)

De reden voor de Russische weerwil is dat een raketschild het MAD-principe ondermijnt. Dat principe houdt In dat kernmachten op voorhand weten dat als ze een kernoorlog beginnen ze zelf ook volledig verwoest zullen worden. Hoe luguber dit ook mag klinken, dit principe lag aan de grondslag van de relatief vreedzame periode waarin wij de afgelopen decennia hebben geleefd. Het idee dat beide nucleaire machten elkaar volledig zouden vernietigen, het zogenaamde Mutually Assured Destruction (MAD, wederzijds gegarandeerde vernietiging), maakt een potentiële oorlog voor beide partijen onaantrekkelijk. Een nucleair conflict zou immers enkel verliezers kennen. Het idee is dus dat zolang er een zeker evenwicht bestaat tussen beide partijen met kernwapens, beide partijen niet geneigd zijn elkaar aan te vallen. Dit evenwicht wordt nucleaire pariteit genoemd.

Door de ban op ABM-systemen op te heffen, is het niet meer zeker dat beide partijen de ander kunnen vernietigen. Met andere woorden, één partij heeft in principe de mogelijkheid om een oorlog te beginnen zonder daarbij zelf te worden vernietigd. Een van de partijen heeft in zo’n situatie een groot strategisch voordeel ten opzichte van de andere partij. De nucleaire pariteit wordt zo verbroken.

De partij zonder een raketschild zal bij een dreiging, wetende dat zij zich in het nadeel bevindt, voorzorgsmaatregelen moeten nemen. Haar strategische wapens zijn immers minder effectief. Bij een vermeende dreiging zal zij dus eerder geneigd zijn om het initiatief te nemen door bijvoorbeeld preventief aan te vallen. Het gebrek in nucleaire pariteit leidt dus tot situaties waarin de partij die zich in het nadeel bevindt eerder geneigd is om haar nucleaire wapens in te zetten.

Dit was voor Rusland overigens begin jaren 2000 meer het geval dan nu. Dit komt omdat haar conventionele strijdkrachten zich toen in een zeer slechte toestand bevonden en de Russische Federatie voornamelijk afhankelijk was van haar nucleaire wapens ter verdediging. Met een beter georganiseerd leger, is Rusland nu ook minder afhankelijk van zijn nucleaire wapens voor zijn verdediging.

Naast dat het wegvallen van nucleaire pariteit leidt tot een situatie waarin landen eerder geneigd zijn hun nucleaire wapens in te zetten, leidt het ook tot een nieuwe wapenwedloop. Het land dat zich in het nadeel bevindt moet haar militaire potentieel verbeteren om de pariteit te herstellen. Deze verbeteringen in wapensystemen van land A leiden weer tot verbeteringen in wapensystemen in land B. Het gevolg is een peperdure wapenwedloop. Het zijn precies de enorme kosten van een dergelijke wapenwedloop die de Sovjet-Unie en de VS destijds deden besluiten om dergelijke ABM-systemen in de ban te doen.

De 9M729 Een overtreding van het INF-verdrag?

Het Amerikaanse antiraketschild heeft in Rusland precies tot de reactie geleid die door Poetin was voorspeld. Misschien wel het meest herkenbare element hiervan kwam in maart dit jaar toen Poetin een zestal gloednieuwe wapens presenteerde die allen het Amerikaanse ABM-systeem op hun eigen wijze wisten te omzeilen. Een wapen dat niet in de presentatie van Poetin zat is de 9M729.

Zoals hierboven al genoemd zijn de VS en ook NAVO Secretaris-Generaal Stoltenberg ervan overtuigd dat de 9M729-raket een bereik heeft dat voorbijgaat aan de 500 kilometergrens opgelegd door het INF-verdrag. Rusland spreekt dit tegen. De informatie van zowel de VS als van de Russische Federatie is, vanwege haar militaire aard, moeilijk te controleren.

Dat Rusland de knowhow in huis heeft om dergelijke raketten te produceren is bekend sinds 2015. De wereld werd wakker geschud toen vier relatief kleine Russische schepen vanuit de Kaspische Zee ISIS-doelwitten bombardeerden in Syrië. Westerse bronnen vermoeden dat de 9M729-raket een gemodificeerde versie van de Ch-101 of van de 3M-54 Kalibr-raket is aangepast voor lanceerinstallaties op land. Indien dat laatste waar is, is de Amerikaanse claim dat de raket verder kan vliegen dan 500 kilometer zeer waarschijnlijk waar.

De 9M729-raket zou afgevuurd worden vanaf een aangepaste versie van de mobiele Russische raketinstallatie Iskandr-M. Omdat het platform dat de 9M729-raket afvuurt veel zou lijken op dat van de Iskandr-M is het moeilijk vast te stellen wat voor soort wapen ergens is gestationeerd. De raketten zouden tijdens hun vlucht in staat zijn te manoeuveren. Hierdoor wordt het erg moeilijk om dergelijke raketten neer te schieten omdat op voorhand niet duidelijk is wat hun doel is en dus ook niet wat hun baan is. Het neutraliseren van potentiële inkomende raketten wordt verder bemoeilijkt doordat een typische brigade van de Iskandr-M lanceerinstallaties bestaat uit 12 van dergelijke voertuigen, elk met twee raketten. Het gelijktijdig afvuren van zoveel raketten verzadigd een anti-raketsysteem waardoor het nog moeilijker is te beschermen voor een dergelijke raketaanval.

Overtredingen INF door VS?

Rusland wijst van zijn kant al enige tijd op een overtreding van het INF-verdrag door de VS, namelijk op de ABM-installaties die zijn geïnstalleerd in Roemenië en Polen. Het systeem wat hiervoor is gebruikt is het AEGIS-systeem, een anti-luchtdoelraketsysteem dat veelal wordt gebruikt op Amerikaanse marineschepen. De lanceerinstallaties die voor het ABM-systeem worden gebruikt zouden volgens de VS een zuiver kinetische werking hebben, d.w.z. ze halen raketten neer door er tegenaan te botsen. Volgens Rusland zijn deze ABM-systemen echter makkelijk om te bouwen, zodat de lanceerinstallatie ook kruisraketten kunnen lanceren. Onlangs verklaarde Poetin hierover nog:

“En de VS hebben (het INF-verdrag) al overtreden door ABM-raketsystemen te plaatsen in Roemenië en daarvoor AEGIS-systemen te gebruiken en die op land neer te zetten. Wat hebben ze gedaan? Deze AEGIS-systemen kunnen worden gebruikt om aanvalsraketten te lanceren, niet alleen voor ABM-raketten. Daarvoor hoeven ze alleen een computerprogramma aan te passen. Dat is alles. Het is een werk van enkele uren. We zullen zelfs niet weten wat er gebeurd. (…) En aanvalsdrones zijn ook overtredingen (van het INF-verdrag – SB). Ze verschillen niet van raketten van korte en middellange afstand. (Beiden verboden door het INF – SB)”

Net als de claims die de VS over de Russische raketten maakt, zijn ook deze beweringen moeilijk te controleren.

Europa en het INF-verdrag

Hoewel de VS vrij makkelijk afstand lijken te hebben genomen van het INF-verdrag lijkt het opzeggen van het verdrag bij Europa op meer weerstand te botsen. De reacties zijn veelal afkeurend. Immers, anders dan voor de VS, zijn het de raketten van middellange afstand die juist een bedreiging vormen voor de Europese staten. De grote angst is dat de 9M729 raketten worden gestationeerd in het Russische Kaliningrad waarvandaan de raketten, indien ze daadwerkelijk het voorspelde bereik hebben, veel Europese landen kunnen bereiken.

De VS worden door het opzeggen van het INF-verdrag veel minder benadeeld dan Europese landen. Afgezien van het dunbevolkte Alaska, grenzen de VS vooral aan vriendelijke staten, waardoor het zeer onwaarschijnlijk is dat Russische middellangeafstandsraketten in de nabijheid van de VS worden gestationeerd. Hoogstens een (onwaarschijnlijke) stationering van dergelijke raketten op Cuba zou eventueel een mogelijkheid zijn. Waardoor overigens een herhaling van de Cubacrisis op zou kunnen treden, toen het stationeren van Amerikaanse raketten in Turkije ertoe leidde dat de USSR soort gelijke raketten op Cuba plaatste.

Het risico ligt dus voornamelijk bij Europa. Dit werd Europese landen ook duidelijk gemaakt door Poetin. Op een recente persconferentie verklaarde de Russische president het volgende:

“Wat Europa betreft, als de VS zich uit het INF-verdrag terugtrekken, dan is de belangrijkste vraag wat ze zullen gaan doen met deze opnieuw verschenen raketten. Als ze worden geleverd aan Europa dan, natuurlijk, zullen we op een overeenkomstige manier reageren. En de Europese landen die daarmee akkoord gaan, als het zover komt, moeten begrijpen dat ze hun territorium onder het risico plaatsen van een mogelijke vergeldingsaanval (op een aanval met Amerikaanse raketten).”

Met het nakende einde van het INF-verdrag wordt weer een stap gezet naar de verdere afbraak van nucleaire non-proliferatie, nadat eerder al het ABM-verdrag was gesneuveld. Als volgende lijkt het New START-verdrag aan de beurt te zijn, aangezien zowel Trump als zijn Nationale Veiligheidsadviseur, John Bolton, zich al kritisch over dat verdrag hebben uitgelaten. In ieder geval benadrukt het opzeggen van het INF-verdrag de slechte (diplomatieke) relatie tussen Rusland en de VS. Het wegvallen van het INF-verdrag betekent eveneens dat de optie weer open is dat het afvuren van een conventionele raket kan worden geïnterpreteerd als een nucleaire aanval. In de schaarse momenten die dan overblijven voor het beslissingsproces voor het bepalen van een tegenreactie kan dit zomaar leiden tot de fout die de mensheid heel duur kan komen te staan.