Denemarken krijgt eurosceptische minister van Buitenlandse Zaken

door | 29 november 2016

Premier Lars Løkke Rasmussen (niet te verwarren met Anders Fogh Rasmussen) zag zich genoodzaakt om een nieuw kabinet te vormen. Twee partijen die zijn vorige regering gedoogden krijgen nu een aantal ministersposten. Zo gaat het ministerie van Buitenlandse Zaken naar een euroscepticus.

Rasmussen regeerde tot nu toe met een minderheidsregering met louter ministers van zijn eigen agrarisch-liberale partij Venstre (Links). Die regering werd gedoogd door de nationaal-conservatieve Deense Volkspartij, de Liberal Alliance en de Conservatieve Volkspartij. De Liberal Alliance had echter gedreigd haar steun voor de regering in te trekken als het hoogste tarief van de inkomstenbelasting niet voor het eind van het jaar met vijf procentpunten verlaagd zou worden.

Het lastige voor Rasmussen is dat zijn eigen partij maar 34 van 179 zetels in het parlement heeft en hij om te regeren afhankelijk is van drie andere partijen. Daarbij moet hij een balans bewaren tussen de verschillende partijen. Zo zijn zijn eigen Venstre en de Conservatieve Volkspartij eurofiel en willen ze een aantal van de opt-outs die Denemarken heeft opgeven, maar zijn de Deense Volkspartij en de Liberal Alliance eurosceptisch. Op economisch vlak liggen de verhoudingen weer anders, zo is de Liberal Alliance meer libertarisch georiënteerd, terwijl de Deense Volkspartij vooral de verzorgingsstaat op peil wil houden.

Rasmussen heeft nu opnieuw een compromis gevonden waar alle vier de partijen zich in kunnen vinden. Aan de eis van de Liberal Alliance voor belastingverlaging wordt gedeeltelijk tegemoet gekomen en daarnaast treedt die partij net als de Conservatieve Volkspartij toe tot de regering. De Liberal Alliance krijgt daarbij een aantal belangrijke posten. Zo wordt partijleider Anders Samuelsen minister van Buitenlandse Zaken en krijgt de partij verder onder meer het ministerie van Economische en Binnenlandse Zaken.

Ook Rasmussens nieuwe regering blijft overigens als minderheidskabinet afhankelijk van de steun van de Deense Volkspartij, die met 37 parlementszetels groter is dan alle drie de regeringspartijen.