Donald Trump en de afscheidsrede van Dwight D. Eisenhower

door | 25 juli 2016

Is “de Donald” mans genoeg om het militair-industrieel-complex te breken?

Op 17 januari 1961 hield Dwight D. Eisenhower zijn beroemde afscheidsrede met de eerste waarschuwing voor de gevaren van de invloed van het militair-industrieel complex. Hij werd die dag opgevolgd door John F. Kennedy die meteen werd meegesleurd naar de Varkensbaai-invasie drie maanden later. Na dit fiasco keerde Kennedy zich tegen de gevestigde belangen van bankiers, industriëlen en het militaire apparaat. 19 maanden en 5 dagen later was hij dood en werd zijn vicepresident Lyndon B. Johnson de nieuwe president. Geen prutswerk dus zoals onlangs in Turkije.

Donald Trump leeft nog, hoewel er links en rechts wordt gespeculeerd over de toch niet onaanzienlijke kans dat hij wordt vermoord. Zie hier bijvoorbeeld een recente analyse van Servando Gonzales. Hij acht sabotage van Trumps privéjet nog het meest waarschijnlijk en dan krijg je wel de kriebels als je leest dat zijn vliegtuig al eens moest omdraaien wegens motorproblemen. Het gaat hier niet om complottheorieën maar om een diepe politieke analyse tegenover de oppervlakkige analyse, cq. het braaf opvolgen van het officiële verhaal van de mainstream media.

Gonzales zegt in een ander artikel:

Well, thanks mostly to the Internet the American people finally discovered most of what the Bushes and the Clintons have done, and they are very angry. Paradoxically, the only person who may solve this situation in a civilized, peaceful way is their archenemy Donald Trump. Otherwise, if they eventually manage to get rid of Trump, enraged Americans wielding pitchforks will soon be knocking at their doors.

Pitchforks zijn hooivorken trouwens. Grappig dus dat juist alleen Trump nog een zachte landing kan brengen voor de machinaties van de gevestigde orde die decennialang, exact zoals Eisenhower waarschuwde, de democratie onklaar heeft gemaakt voor het eigen gewin. Het meest bijzondere van de voorspellende gaven van Eisenhower is dat hij in een moeite door zag dat niet alleen het militair-industrieel complex een probleem vormde maar ook het huwelijk tussen overheid, industrie en universitair onderzoek. Ook hier vormde de Tweede Wereldoorlog de wittebroodsweken voor wat daarna zou komen. Denk aan het gigantische Manhattanproject. Als we de eigenaar van het meest gelezen wetenschapsblog ter wereld, Anthony Watts, mogen geloven, loopt ook in de natuurwetenschap de boel nu piepend en krakend vast. Zie hier.

Kortom: juist nu we deze duistere periode lijken te gaan afsluiten, is het zaak nog eens te luisteren naar degene die het allemaal voorspelde met zijn overduidelijk tegen dovemansoren uitgesproken waarschuwing. Onderaan treft de lezer een video van de hele toespraak aan. Maar eerst leest u hier het cruciale fragment vertaald naar het Nederlands:

Een vitaal element bij het bewaren van de vrede is ons militaire establishment. Onze wapens moeten machtig zijn, klaar om op elk moment toe te slaan. Geen enkele potentiële agressor mag op het idee komen zijn eigen vernietiging over zich af te roepen.

Onze huidige legerorganisatie is een compleet ander verhaal dan alles wat mijn voorgangers in vredestijd hebben gekend of de dappere strijders van de Tweede Wereldoorlog of Korea.

Tot aan de laatste van onze wereldwijde conflicten, hadden de Verenigde Staten geen wapenindustrie. Amerikaanse producenten van ploegscharen, konden als ze genoeg tijd hadden op verzoek ook zwaarden maken. Tegenwoordig kunnen we voor onze nationale defensie niet langer het risico nemen in noodsituaties te moeten improviseren. We hebben ons gedwongen gezien om een gigantische permanente wapenindustrie op te bouwen. Daar komt nog eens bij dat drie en een half miljoen mannen en vrouwen zich beroepsmatig met het leger bezighouden. We geven jaarlijks meer uit aan defensie en veiligheidsdiensten dan al het netto inkomen van alle bedrijven in de Verenigde Staten.

Deze samenkomst van een immens militair establishment en een grote wapenindustrie is voor ons Amerikanen een nieuwe gewaarwording. De invloed ervan is totaal: economisch, politiek, en zelfs geestelijk, in elke stad, bij elke overheidsdienst van de staten en elke overheidsdienst op federaal niveau. Wij herkennen de absolute noodzaak van deze ontwikkeling. Maar we mogen niet blind zijn voor de ernstige implicaties van deze situatie. De vruchten van onze arbeid, onze natuurlijke hulpbronnen en ons levensonderhoud staan allemaal op het spel; en dat geldt ook voor de hele structuur van onze samenleving.

In alle geledingen van de overheid, moeten we waakzaam zijn dat het militair-industriële complex geen overmatige invloed verwerft, al dan niet opzettelijk. Er is en blijft vanaf nu een concreet gevaar voor een desastreuze groei van misplaatste macht.

Het gewicht van deze combinatie mag nooit onze vrijheden en ons democratische proces verstoren. We kunnen op dit gebied niet goedgelovig zijn. Alleen een alerte en goed geïnformeerde burgerij kan de gigantische industriële en militaire defensiemachinerie goed inkaderen en inpassen binnen onze vreedzame methoden en doelen, zodat veiligheid en vrijheid samen kunnen opbloeien.

Verwant aan, en grotendeels verantwoordelijk voor de drastische verandering van onze industrieel-militaire rol in de wereld, is de technologische revolutie van de afgelopen decennia.

In deze revolutie, is onderzoek centraal komen te staan. Het is echter ook meer geformaliseerd, complex en kostbaar geworden. Een steeds groter deel ervan gebeurt nu in opdracht van, door, of op aanwijzing van de federale overheid.

Vandaag de dag, is de eenzame uitvinder, die zit te knutselen in een schuurtje, overschaduwd door taskforces van wetenschappers in laboratoria en proefakkers. Op dezelfde manier, heeft de vrije universiteit, historisch toch altijd de voorhoede van vrije ideeën en wetenschappelijke ontdekkingen, een gedaantewisseling ondergaan in hoe onderzoek is georganiseerd. Deels vanwege de gigantische kosten, is een order van de overheid min of meer in de plaats gekomen van intellectuele nieuwsgierigheid. Voor elk ouderwets schoolbord zijn er nu honderden supercomputers.

Het vooruitzicht dat onze geleerden in meerderheid in dienst zijn van de overheid, dat ze afhankelijk zijn van projecttoewijzingen en de macht van het geld, is altijd aanwezig en moet zeer ernstig worden opgevat.

En, terwijl wetenschappelijk onderzoek en uitvindersgeest ons respect verdient, moeten we ook alert zijn op het even grote omgekeerde gevaar dat ons regeringsbeleid zelf gegijzeld zou kunnen worden door een wetenschappelijke technocratische elite.

Het is de taak van staatsmanskunst om deze en andere krachten, nieuw en oud, te integreren binnen de principes van ons democratische systeem en daarbij steeds te mikken op de hoogste doelen van onze vrije samenleving.

Fragment uit afscheidsrede Dwight D. Eisenhower
Uitgesproken op 17 januari 1961

Bron: http://www.americanrhetoric.com/speeches/dwightdeisenhowerfarewell.html
Video: https://www.youtube.com/watch?v=CWiIYW_fBfY

(Het vertaalde fragment is van 6 minuut en 28 seconden tot 11 minuut en 5 seconden.)