Duitse rel over vermeende gebiedsaanspraken Deense Volkspartij

door | 13 maart 2017

Het dagblad Die Welt en verschillende andere Duitse media hebben beweerd dat de vice-voorzitter van de Deense Volkspartij, Sören Espersen, zich uitgesproken zou hebben voor annexatie van alle gebieden tot aan de rivier de Eider door Denemarken.

Het artikel in Die Welt en de berichtgeving in diverse andere media is gebaseerd op een bericht van de in het Deense deel van Sleeswijk voor de Duitse minderheid verschijnende Nordschleswiger, waarin een dergelijke landhonger aan de Deense Volkspartij wordt toegeschreven en er ter verdere dramatisering nog aan toevoegt dat Espersen voorzitter zou zijn van de commissie Buitenlandse Zaken van het Deense parlement.

In werkelijkheid liggen de zaken anders. Espersen heeft in een humoristisch getoonzet vraaggesprek met Siegfried Matlok, oud-hoofdredacteur van de Nordschleswiger en lange tijd vertegenwoordiger van de Duitse minderheid bij de Deense regering, die momenteel een serie interviews over het thema ‘Duitslands stem, Europa’s lot’ modereert voor de Deense zender DK4, eerder overdreven waarderend gesproken over de oude Duitse culturele invloed in Denemarken.

Deze overdadige lof was voor Matlok aanleiding om de duidelijk humoristisch bedoelde vraag op te werpen of de Deense Volkspartij dan geen aanspraak doet op Duitse gebieden. Waarop Espersen evenzeer schertsend antwoordde, dat men als Deen natuurlijk van de Eider-grens droomt en dat hij zelf reële hoop heeft dat die ooit gerealiseerd kan worden. Hiervoor zou het Zuidsleeswijkse Kiezersverband (SSW), dat de Deense (en Friese) minderheid in het Duitse deel van Sleeswijk vertegenwoordigt, zich in moeten zetten, want dat is immers de centrale opgave van dat verband, hij zou althans niet weten waarom het anders bestond. Dit was al overduidelijk ironisch en werd met bijpassende grijns gezegd.

Duitse media, met het toonaangevende dagblad Die Welt voorop, berichtten over schertsende uitspraken van een Deense politicus alsof het serieuze gebiedsaanspraken waren.

Aansluitend verklaarde Espersen dan nog, zichtbaar serieuzer, dat Denemarken in 1945 zijn zuidgrens niet aangepast heeft, toen de mogelijkheid daartoe bestond, en het land zich zodoende neergelegd heeft bij de bestaande oplossing van het grensvraagstuk, die overigens uitstekend functioneert, aldus Espersen. In de Nordschleswiger en in Die Welt werden zijn schertsende uitspraken echter uit dit verband gerukt en doelbewust in een onjuist verband gebracht.

De kennelijke bedoeling van de journalisten is om de Deense Volkspartij in een kwaad daglicht te stellen bij het Duitse publiek en zo eventuele toekomstige samenwerking van die partij met de Alternative für Deutschland op voorhand te bemoeilijken. In werkelijkheid heeft de Deense Volkspartij helemaal geen Duitse gebieden op haar verlanglijstje en Espersen raadde Duitse kiezers zelfs een stem op de AfD aan.

De Sleeswijk-Holsteinse AfD-lijsttrekker Jörg Nobis liet zich evenwel niet van de wijs brengen door de misleidende manier waarop Duitse media de uitspraken van Espersen presenteerden. Hij stelde tegenover Die Welt dat de AfD het zou verwelkomen als in de toekomst de Denen de Duits-Oostenrijkse grens zouden beveiligen: “Want de Denen weten overduidelijk beter dan wij, hoe ze hun land moeten beschermen voor illegale immigratie.”