Faeröer willen snel handels- en visserijakkoord met Britten

door | 6 april 2017

De Faeröer willen, nadat het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie is vertrokken, zo snel mogelijk een handels- en visserijakkoord sluiten met de Britten.
“Het Verenigd Koninkrijk blijft een van de belangrijkste markten voor Faeröerse zeevruchtenexport. Een nieuw handelsakkoord met het Verenigd Koninkrijk om toekomstige export veilig te stellen is derhalve een prioriteit voor de Faeröerse regering”, aldus de regering van de autonome Deense eilandengroep in een verklaring.

De Faeröer zijn een eilandengroep met een kleine 50.000 inwoners in het noorden van de Atlantische Oceaan, tussen IJsland, Schotland en Noorwegen. Toen Denemarken zich in 1973 aansloot bij de Europese Economische Gemeenschap, een voorloper van de Europese Unie, kozen de Faeröer er voor buiten het blok te blijven. De eilandengroep verwierp ook het Gemeenschappelijk Visserijbeleid van de EUen beslist zodoende over haar eigen quota’s.

Het is niet verwonderlijk dat de Faeröer er op gebrand zijn een nieuw akkoord met de Britten te bereiken na hun vertrek uit de EU, aangezien de eilandengroep zwaar afhankelijk is van visserij en het Verenigd Koninkrijk na Rusland de voornaamste afzetmarkt is. Visserij (vooral haring en makreel maar ook wijting, kabeljauw, schelvis en koolvis), en visteelt (zalm en forel) zijn niet zomaar belangrijke economische sectoren voor de eilandengroep, maar zijn volgens cijfers van de Faeröerse overheid zelfs goed voor maar liefst 98 procent van de export. Naast de handel moet het akkoord volgens de regering ook de toegang van Faeröerse vissers tot Britse wateren en andersom regelen.

Doordat Rusland in reactie op de economische sancties van de Europese Unie contra-sancties instelde tegen de EU en Noorwegen dat aan de EU-sancties meedeed, konden de Faeröer hun export naar Rusland fors opschroeven. Kort daarvoor had het juist een geschil met de EU bijgelegd, de zogenaamde ‘haringoorlog’, die er op neer kwam dat de EU de visquota van de Faeröer excessief vond en de eilandengroep een jaar lang geen vis naar de EU mocht uitvoeren.