Gekochte journalisten zijn luis in de pels kwijt

door | 16 januari 2017

Oud-journalist en publicist Udo Ulfkotte is vrijdag op 56-jarige leeftijd overleden. De mainstream media die hij zo fundamenteel bekritiseerde omschrijven hem uiteraard als “omstreden publicist”. Ze zijn er dan ook niet rouwig om dat deze luis in de pels er niet meer is. Maar zoals de mainstream media Ulfkotte en zijn lezers wegzetten als complotdenkers, zo nemen zijn lezers de mainstream media niet meer serieus. De tendens dat steeds meer mensen de mainstream media kritisch bejegenen is allerminst ten einde.

Ulfkotte was een veelschrijver, hij schudde het ene boek na het andere uit zijn mouw, over de meest uiteenlopende onderwerpen, en wist overal een bestseller van te maken. Maar het belangrijkste thema uit zijn carrière was wel de journalistiek zelf, en het boek Gekochte journalisten de kroon op zijn werk.

Ulfkotte, geboren in 1960, was immers zelf een volbloedjournalist. Hij zat bovenop het nieuws en was overal ter plaatse, vooral in Afrika en het Midden-Oosten voor grote media, jarenlang voor de Frankfurter Allgemeine Zeitung en later voor Gruner+Jahr.

Een academisch werk is Gekochte journalisten bepaald niet, zo vraagt Ulfkotte zich op de eerste pagina van het boek af wat de vandaag de dag leidende journalisten eigenlijk snuiven. Het zit hem duidelijk hoog en die woede komt er op de eerste pagina’s duidelijk uit. In de loop van het boek neemt de kwaliteit echter toe naarmate de schrijver ter zake komt. Daarbij zijn de toestanden die Ulfkotte beschrijft natuurlijk ook hemeltergend.

Hij bericht uit de eerste hand en verpakt zijn zeer diepgravende mediakritiek in de vorm van een zelfbeschuldiging: Hij benadrukt in het boek herhaaldelijk dat (en in hoeverre) hij jarenlang deel was van een media-systeem dat niet zuiver te werk ging en dat hij zich, zelfs als in sommige gevallen zijn leven op het spel stond, achteraf daarvoor schaamt. Gekochte journalisten is dan ook geenszins een generaliserende uithaal naar de mainstream media, maar een nauwkeurig onderzochte opsomming van zonden uit de veder van een insider.

Onder de vijf hoofdstukken is het eerste (Zogenaamde persvrijheid: ervaringen bij uitgeverijen) het langste. Ulfkotte verslaat hier vooral vanuit zijn tijd bij de FAZ, waar hij zeventien jaar als redacteur op de Buitenlandredactie werkzaam was. Hij schildert in welke mate correspondenten met politieke lobbyorganisaties verbonden zijn, hoe Amerikaanse subsidiegelden klaar staan om het publiek in andere landen in pro-Amerikaanse zin te beïnvloeden, hoe met medewerkers omgegaan kan worden die weigeren met de geheime dienst samen te werken en hoe er een luchtje zit aan het systeem achter de toekenning van journalistieke prijzen. Het gaat hier geenszins om complotdenkersproza: Ulfkotte hoeft geen obscure websites aan te halen, hij noemt man en paard.

In het tweede hoofdstuk, dat wel wat langer had mogen zijn, gaat hij aan de hand van voorbeelden uit de verslaggeving over Thilo Sarrazin en de openstelling van de Europese arbeidsmarkt voor Roemenen en Bulgaren (waar Duitse media jubelend over berichtten) de mechanismen van de gelijkgeschakelde media na. Voor het derde hoofdstuk (alfajournalisten op één lijn met de elite) heeft Ulfkotte op een rijtje gezet welke toonaangevende redacteuren met welke invloedrijke organisatie (Atlantik-Brücke, Atlantische Initiative enz.) verbonden waren of zijn. Ook als niet alles wat hier opgesomd wordt echt als een schandaal voorkomt (dat de FAZ nieuwe boeken van FAZ-redacteuren vermeldt bijvoorbeeld), blijven na schifting genoeg ten hemel schreiende misstanden over.

Gekochte journalisten is zonder twijfel het belangrijkste boek uit Ulfkottes nalatenschap. Ulfkotte is er niet meer, maar we kunnen nog altijd zijn raad opvolgen: Organen van desinformatie opzeggen, staatsomroep uitzetten, de verantwoordelijke uitgevers en redacteuren schriftelijk laten weten waarom men afhaakt.