Het Griekse dilemma

door | 15 mei 2012

De beurzen staan onder druk omdat Griekenland er niet in slaagt een nieuwe regering te vormen. Voorzitter van de Europese Commissie Barroso benadrukt dat de Grieken zich aan de afspraken moeten houden en minister De Jager doet ook een duit in het zakje door hetzelfde te zeggen. Er is lichte paniek in Europa, men is bang voor de kredietbeoordelaars die dreigen Europa af te waarderen en omdat we simpelweg niet weten waar we aan toe zijn en wat de gevolgen kunnen zijn van wat er nog komt.

Het is duidelijk wat er moet gebeuren. Griekenland heeft een gigantische schuld en kan die niet afbetalen. Om hieruit te komen is er logischerwijze één oplossing. Minder uitgeven en de inkomsten vergroten. Het terugbrengen van uitgaven – daar is Griekenland nu mee bezig – is nooit eenvoudig. Bezuinigingen roepen ook in Nederland weerstand op, maar zijn lang niet zo ingrijpend als waar de Grieken mee te maken krijgen. Daarom protesteren de Grieken ook enorm en hebben veel kiezers op extreem-linkse partijen gestemd. Dat na deze verkiezingen de vorming van een regering onmogelijk blijkt, dat er waarschijnlijk nieuwe verkiezingen gehouden moeten worden, en dat een radicaal-socialistische partij volgens de peilingen dan de grootste partij zou worden, maakt wel duidelijk dat aan de uitgavenkant de rek er uit is.

Steeds meer politici en economen in Europa overwegen openlijk de voordelen van een terugkeer van Griekenland naar de drachme.

De andere optie om schuld af te betalen is door inkomsten te genereren. Als Griekenland de euro niet had ingevoerd, zouden ze onder deze omstandigheden de drachme gedevalueerd hebben. Dan zouden Griekse producten voor andere landen goedkoper worden, wat zou leiden tot een toename van de export. Dat zou meer geld in de Griekse economie brengen, dat weer geïnvesteerd kan worden en zo kan leiden tot verdere groei. Dit zou ook een grotere belastingopbrengst voor de Griekse staat betekenen. Zolang Griekenland vast zit aan de euro, kan het dit echter niet doen. Aan het verlaten van de euro kleven echter ook nadelen, die zitten vooral in de omschakeling. Zo zullen er bijvoorbeeld mensen verlies lijden op contracten die nog in euro’s gesteld zijn. Daarnaast wordt gevreesd dat een vertrek van Griekenland uit de eurozone er toe zou kunnen leiden dat men op de beurs gaat speculeren op het naderende vertrek van Spanje, Portugal, Italië enzovoorts. Het verlaten van de euro kan op termijn per saldo gunstig uitpakken voor Griekenland en voor de rest van de EU, mits het handig aangepakt wordt, het vraagt echter wat stuurmanskunst om tussen de Scylla en Charibdis van politieke en financiële chaos door te varen. Hoe dan ook zal dit pas kunnen gebeuren wanneer alle spelers ervan overtuigd zijn dat het de beste optie is. De Europese Commissie wil er voorlopig niet aan, maar gebruikt het wel als drukmiddel. In de Duitse regering spreken Merkels liberale en Beierse coalitiegenoten zich inmiddels hardop uit voor het serieus overwegen van deze optie. Het is dan ook niet ondenkbaar dat intussen achter gesloten deuren onderzocht wordt hoe een vertrek van Griekenland uit de euro zo glad mogelijk kan verlopen.

Na drie mislukte formatierondes lijken nieuwe verkiezingen in Griekenland onafwendbaar. De twee grootste partijen PASOK en Nieuwe Democratie hebben ingestemd met het Europese maatregelenpakket, maar hebben samen geen meerderheid in het parlement. Democratisch Links (een afsplitsing van PASOK) wil alleen regeren met SYRIZA, terwijl die laatste het goed doet in de peilingen en dus baat heeft bij nieuwe verkiezingen. Als het aan Syriza ligt, worden de gemaakte afspraken geschrapt. De komende weken gaan het uitwijzen.