Immigratiekritiek van links

door | 16 december 2014

Dresden/Bochum – Grootschalige demonstraties tegen islamisering in diverse Duitse steden – Hooligans gegen Salafisten (HoGeSa), PEGIDA – trekken veel media-aandacht en leidden al tot de gebruikelijke pogingen deze als extreem-rechts weg te zetten. Wie echter denkt dat er in Duitsland alleen immigratiekritiek van rechts is, vergist zich.

Gevestigde linkse partijen als de Groenen en de Linkspartei zijn grote voorstanders van massa-immigratie. Er zijn op links echter ook andere geluiden en dan gaat het niet slechts om praktische kritiek, zoals die ook wel bij Nederlandse sociaaldemocraten te horen is wanneer dat opportuun is, maar om principiële kritiek.

Graffiti op een muur van het kantoor van de Duitse immigratiedienst in Berlijn.

Graffiti op een muur van het kantoor van de Duitse immigratiedienst in Berlijn.

Een artikel in het socialistische blad ‘Die Rote Fahne’ maakt duidelijk hoezeer een groot deel van de linkervleugel zich verwijderd heeft van wat ooit als politiek in de traditie van Marx, Lenin en Mao gold. Onder de titel ‘No Border, No Nation – De nieuwe marketing van het imperialisme’ presenteert de publicist Stephan Steins een opmerkelijke analyse van het huidige immigratie- en asielbeleid.

Zo vestigt de hoofdredacteur van het weekblad er de aandacht op hoe professioneel in de media de massa-immigratie toegejuicht wordt: “Vagebonden uit Afrika bivakkeren in Berlijn voor de Brandenburger Tor, [..] Mensen, die geen woord Duits spreken, zitten voor professioneel gemaakte spandoeken in de Duitse taal. Wie heeft deze mensen naar de Duitse hoofdstad gebracht? Wie organiseert ze, formuleert hun eisen, rust ze uit met duur promotiemateriaal en zet ze mediaal in scene?” Stein draait er niet om heen: “De volken van Europa moeten emotioneel geconditioneerd worden voor hun eigen etnocide.” De auteur wijst er op dat achter het propageren van massa-immigratie keiharde economische belangen schuilgaan. “Massa-immigratie en buitenlandse overheersing van de Europese republieken en cultuurruimte dienen het imperialisme op meerdere vlakken. Op de korte termijn is er het arbeidspotentieel uit lage-lonen-landen. Op de middellange termijn wordt de culturele, sociale en in het kielzog daarvan politieke desintegratie van de historische verworvenheid van de burgerlijke democratische republiek geforceerd.”

Afgezien van bepaalde accenten of woordkeuzen, zullen veel rechtse critici van het huidige immigratiebeleid in Duitsland maar ook elders in West-Europa de beschreven gevolgen in de zin van een maatschappelijke desintegratie herkennen. Opmerkelijk is ook de beschrijving van het verloop van de stigmatisering van hen die kritiek hierop uiten. “Hen die het zelfbestemmingsrecht van de volken verdedigen, wordt door de imperiale hegemonie weldra racisme aangewreven.”

Het is geen toeval dat dergelijke geluiden bij de Groenen noch bij de Linkspartei te horen zijn, ideologisch bevinden die partijen zich beide in het vaarwater van de ‘kritische theorie’ van de Frankfurter Schule. Ze gaan voor cultuurrevolutie in plaats van marxistische klassenstrijd. Groeperingen buiten die partijen zien zich daarentegen als voortzetter van de traditie van linkse grootheden als Karl Marx en Vladimir Lenin – onbeschroomd beroept men zich ook op Jozef Stalin en Mao Tse-toeng, die niet krampachtig met het woord natie omsprongen. Bij Mao, die voor veel West-Duitse communistische groeperingen een belangrijk oriëntatiepunt was, heette het bijvoorbeeld uitdrukkelijk: “De nationale strijd is uiteindelijk een klassenstrijd.”