Niet leven met terreur, maar terugschieten

door | 1 augustus 2016

“We moeten leren leven met terreur”, sprak minister-president Valls van Frankrijk na de aanslag in Nice. In Duitsland klinken inmiddels vergelijkbare geluiden vanuit de politiek. Zelfs in Nederland spraken meerdere deskundigen in het Parool van 27 juli jongstleden die woorden uit: “Accepteer de kans dat je iets kan overkomen”. Het is niets minder dan pure lafheid. Waarom zouden we ons als makke lammetjes naar de slachtbank laten leiden? Dat is helemaal niet nodig.

Waar we behoefte aan hebben is een effectieve mogelijkheid om onszelf te verdedigen. Momenteel worden de politieagenten zwaarder bewapend, militairen ingezet en wordt de beveiliging uitgebreid. Maar is dat de oplossing? Je kunt niet op iedere straathoek een politieagent neerzetten, zeker niet nu de terroristen zich ook richten op plaatsen buiten de symbolische locaties en grote steden. Dorpjes in Frankrijk en Duitsland worden geraakt, binnen de steden zijn er al aanslagen gepleegd in supermarkten en cafés. Dat is dus geen werkbare optie, moeten we dan maar leren leven met terreur?

Nee. Er is een voor de hand liggende oplossing: burgers bewapenen met vuurwapens. Terroristen worden nu doorgaans al uitgeschakeld door getrainde, met vuurwapens bewapende, mannen en vrouwen. Waarom zou je die hoeveelheid niet vergroten door burgers de mogelijkheid te geven een vuurwapen aan te schaffen? Op dit moment weet een terrorist één ding zeker: hij kan een kwartier, vaak nog veel langer, ongestoord zijn gang gaan voordat hij zich zorgen hoeft te maken over de politie. Burgers zijn loslopend wild; volledig weerloos en kunnen enkel bukken, kruipen en wegrennen, als ze dat geluk al hebben. Zouden terroristen ook zo zelfverzekerd een concertzaal binnenstappen als zij weten dat er direct terug kan worden geschoten?

De terroristen komen zelf allang aan vuurwapens. Zij hebben geen enkel probleem de wapenwet te overtreden, daar zijn het immers terroristen voor. Gewone burgers worden intussen in het nauw gedreven.

Veel Europese landen hebben in de laatste decennia hun wapenwetten strenger gemaakt: het Verenigd Koninkrijk in 1997, België in 2006, Duitsland in 2009. Het Nederlandse strikte wapenbeleid is veel ouder en stamt al uit de vroege twintigste eeuw, toen Piter Jelles Troelstra een revolutiepoging deed in Nederland. Dat was voor de Nederlandse politiek destijds reden om de toegang tot vuurwapens te beperken. De socialistische coupplegers luisterden daarnaar, de islamisten van nu helaas niet. Zij hebben niet eens altijd vuurwapens nodig, ook alledaagse voorwerpen als dönermessen en vrachtwagens blijken effectief als je een massaslachting wilt aanrichten.

Er zijn dan ook landen die er anders tegenaan kijken, Tsjechië bijvoorbeeld. Tegen de rest van Europa in, liberaliseerde het land de wapenwet in 1995. Sindsdien kan iedere Tsjech een wapenvergunning aanvragen ter zelfverdediging, onder de voorwaarden dat hij een medische (en psychologische) check ondergaat, een Verklaring Omtrent Gedrag kan tonen en toetsen over het veilig omgaan met een vuurwapen haalt. Sinds 1995 is het aantal moorden in Tsjechië meer dan gehalveerd en is het land volgens de Global Peace Index het zesde veiligste land ter wereld, vijftien plaatsen boven Nederland, maar ook hoger dan Duitsland (16e), België (18e) en het Verenigd Koninkrijk (47e).

Ongeveer twee maanden geleden is Vrij Wapenbezit Nederland opgericht met als doel de Tsjechische wapenwet hier in Nederland over te nemen. De laatste jaren is het aantal voorstanders van liberalere wapenwetten sterk toegenomen. De politiek lijkt daar echter blind voor te zijn. Zolang dat zo blijft, zijn zij medeverantwoordelijk voor de onveiligheid.

Jasper de Groot is oprichter van Vrij Wapenbezit Nederland