Mentale dekolonisatie: beweringen zonder bewijzen

door | 21 november 2020

Het TV-interview met Westerling, in de periode van Huetings onthullingen (eind jaren ’60), heb ik, veel later, in herhaling gezien: Mogelijk het meest partijdige TV-interview ooit, compleet met beschuldigende voice-overs waarop commentaar niet mogelijk was. Een blamage voor het vak. De twee artikelen over de Indonesische dekolonisatie, van Matthijssen en Van der Heijden (De Groene, 10.1.2019), komen in kwaliteit en intentie in de buurt van dat interview: Een reeks eenzijdige beschuldigingen gebaseerd op hoor zonder wederhoor; een geschiedschrijving vanuit een 100% partijdige motivatie.

De Indonesische troebelen van 1945-1949, hun “onafhankelijkheidsoorlog” (dat was het niet – die onafhankelijkheid was toegezegd en hoefde niet bevochten te worden) dan wel onze “politionele acties” (twee korte periodes van samen nog geen 5 weken offensieve oorlogsvoering), bestonden voornamelijk uit honger, gebrek, terroristische aanslagen en represailles over en weer de door de TNI niet nagekomen bestandslijnen: een kweekbodem voor oorlogsmisdaden.

De feitelijke dekolonisatiehistorie begon niet in 1945 maar in 1942, met de Japanse bezetting die als oorlogsdoel had een nietsontziende economische uitbuiting waardoor hongersnoden en geronselde grootschalige dwangarbeid konden leiden tot de honderdduizenden dan wel miljoenen doden die geen Nederlands historicus ooit heeft willen tellen: Het demografische gat, 4 miljoen doden volgens J.W. Dower (1986). De uitvoering van dit extreme uitpersingsregime werd waar mogelijk uitbesteed aan inheemse hulptroepen, Soekarno’s volgelingen, veelal grotestadsjongeren. Het was die groep die na de Japanse capitulatie moest vrezen voor represailles en slechts één optie had: een machtsovername met Japanse gedoogsteun en de overgenomen Japanse legeruitrusting. Die groep is er in geslaagd de overhand te houden en als winnaars van het conflict de geschiedenis ervan te schrijven. Dat is als te doen gebruikelijk. Maar van hedendaagse Nederlandse historici verwacht je een kritische herwaardering in plaats van klakkeloze bijval.