De mentale geografie van ‘Islamitische Staat’

door | 29 augustus 2016

Dat ‘Islamitische Staat’ (IS) zijn veroverde gebied inmiddels langzaam maar zeker verliest aan diverse andere staten of groeperingen, betekent nog niet dat IS daarmee ook verslagen wordt, schrijft de Franse schrijver en filmregisseur Yann Moix in het Franse dagblad Le Monde. IS is volgens Moix namelijk allang bezig een gemoedstoestand te worden.

Hoe meer grondgebied IS verliest, hoe meer zieltjes het wint. Een land dat in werkelijkheid steeds onvoorstelbaarder wordt, wordt in de verbeelding steeds reëler. Elke verloren kavel metamorfoseert tot een intentie. De aanslagen in naam van IS zullen niet ophouden bij IS: het verloren kalifaat zal zich, als het beloofde paradijs, in de hoofden realiseren.

IS wordt zo de staat voor al diegenen die zich in een bepaalde gemoedstoestand bevinden, een mentale staat met andere woorden. Volgens Moix is het te simpel om te stellen dat als IS als staat geen fysiek territorium meer bezet, het dan simpelweg niet meer bestaat. Dat onderschat volgens hem de vermenging die er kan zijn tussen realiteit en virtualiteit:

Kijk maar naar Pokémon Go. De werkelijkheid beperkt zich momenteel niet meer tot wat reëel is; ook het virtuele speelt een rol. De Islamitische Staat van de grond en de Islamitische Staat van het web zijn één pot nat.

In een tijd waarin de computer en het internet zo’n belangrijke plaats innemen, zou het volgens Moix een vergissing zijn te denken dat de territoriale versie van IS van groter belang is dan de draagbare versie.

Moix wijst er vervolgens op dat IS de gewoonte van het opeisen van aanslagen fundamenteel verandert heeft. Waar het vroeger gebruikelijk was om een aanslag achteraf al dan niet op te eisen voor een organisatie, eist IS als het ware bij voorbaat aanslagen op:

[H]et opeisen is niet langer een kwalificatie van een daad uit het verleden, maar van willekeurig welke toekomstige daad. [..] IS tekent de godganse dag blanco cheques: Célines geliefde uitdrukking ‘dood op krediet’ is hier alleszins van toepassing. Elke gepleegde aanslag past op de een of andere manier in de toekomst die IS met zijn ogen dicht voor zich ziet.

Datzelfde verschil van verleden en toekomst ziet Moix bij de reactie op de aanslagen. Na de aanslagen gedenkt men in het Westen de doden, is met andere woorden gericht op het verleden. Ondertussen gedenkt IS niet de terroristen die omgekomen zijn, maar houdt zich bezig met degenen die zich opmaken voor volgende aanslagen. De schrijver typeert de strijd met IS dan ook als een oorlog van verschillende tijdsbelevingen.

Wat Yann Moix schrijft over werkelijkheid, realiteit en virtualiteit, doet sterk denken aan het boek Welkom in de woestijn van de werkelijkheid van de Sloveense filosoof Slavoj Zizek, dat insteekt bij de aanslagen van 11 september 2001 op het World Trade Center en het Pentagon.