Oostenrijk: Samenwerken met Assad, Iran en Rusland in strijd tegen IS

door | 9 september 2015

In de strijd tegen ‘Islamitische Staat’ (IS) moet samengewerkt worden met de Syrische regering. Dat zei de Oostenrijkse minister van Buitenlandse Zaken Sebastian Kurz dinsdag in Teheran; gezamenlijk optreden moet volgens de minister prioriteit krijgen. “Dat zal niet lukken zonder machten als Iran en Rusland, en in zoverre is het nodig pragmatisch zij aan zij te gaan staan en ook Assad te betrekken in de strijd tegen de IS-terreur.”

Maandag had de Spaanse minister van Buitenlandse Zaken José Manuel García-Margallo al opgeroepen tot onderhandelingen met Assad, om de oorlog tot een einde te brengen.

Na het uitbreken van de Syrische burgeroorlog leken alle westerse landen het er aanvankelijk over eens dat Assad zou moeten vertrekken. Sinds de militaire successen van IS en de massale vluchtelingstromen die op gang kwamen, is in kringen van sommige westerse regeringen het denken veranderd.

Men mag de misdaden van het Assad-regime weliswaar niet vergeten, aldus de Oostenrijkse minister tijdens zijn bezoek aan Iran, maar in de strijd tegen IS staat Assad aan dezelfde zijde als het westen. Bovendien zegt een dergelijke samenwerking nog niets over de politieke toekomst van Syrië na de strijd met IS.

De Franse president Francois Hollande kondigde maandag luchtaanvallen tegen IS aan, waarbij Frankrijk niet voornemens lijkt hierover vooraf in contact te treden met de Syrische regering. De Britse minister van Defensie Michael Fallon liet weten dat het Verenigd Koninkrijk haar drone-aanvallen voortzet.

Intussen zeggen de Verenigde Staten te vrezen voor Russisch militair ingrijpen in Syrië en lijken dat te willen verhinderen door er bij Bulgarije en Griekenland op aan te dringen hun luchtruim te sluiten voor Russische militaire vluchten. Zodoende moeten Russische humanitaire vluchten nu door het Iraanse luchtruim vliegen, zo meldt persbureau Sputnik. Amos Gilad, adviseur van de Israëlische minister van Defensie Moshe Yaalon zegt tegenover persbureau Reuters dat het nog te vroeg is om het Russische militaire engagement in Syrië in te schatten.