Positie van christenen in Turkije en Egypte helemaal niet positief

door | 12 juni 2012

Op 30 juni stonden in het Nederlands Dagblad twee artikelen over de positie van christenen in Egypte en Turkije. Helaas is het beeld dat beide artikelen schetsen, te positief.

Hoewel de moslimwereld in het kader van de Arabische Lente belangrijke veranderingen ondergaat, kan moeilijk gesteld worden dat in de nabije toekomst de positie van christenen zal verbeteren. Het artikel over de positie van christenen in Turkije stelt, bij monde van Rober Koptas (redacteur van de Armeense krant Agos en opvolger van de vermoordde Hrant Dink), dat de islamistische AKP-regering positiever staat tegenover religieuze minderheden dan de nationalistische partijen.

En dat het nationalisme eerder een bron van vervolging is, dan het islamitisch extremisme. Hoewel veel geweld tegen christenen, maar ook tegen andere minderheden als Joden en alevieten, het werk is van nationalisten, moet de snel groeiende rol van de islam in Turkije niet worden onderschat.

Hoofddoekjes
In de eerste plaats wordt het straatbeeld, als afspiegeling van de Turkse samenleving, steeds islamitischer. Hoofddoekjes (ook in de publieke ­sector) en moskeeën worden zichtbaarder. Daarnaast is de politieke islam, ­belichaamd door de AKP, al een decenniumlang de belangrijkste kracht in het politieke landschap. Bovendien moet de aanwezigheid van extremistische organisaties als al-Qaeda en Hezbollah in Turkije niet worden onderschat.

Vertegenwoordigers van de AKP verklaren dat de partij haar islamitische wortels heeft verlaten en dat het een moderne Europese middenpartij is. Maar politieke strategen moeten niet beoordeeld worden op hun woorden, maar op hun daden.

Bescherming
Nu de toetredingsonderhandelingen tot de Europese Unie definitief voorbij lijken te zijn, richt Turkije zich steeds meer op de islamitische wereld, verstevigt het de positie van de nationale instelling die islamitisch onderwijs op scholen bevordert, en islamiseert het overheidsbeleid in rap tempo. Rechtszekerheid voor christenen en hun organisaties is verre van gegarandeerd. Verklaringen over het teruggeven van het historisch eigendom over kerken blijken loze beloftes.

Van het Mor Gabrielklooster wordt nog steeds land afgesnoept en de veelbesproken Malatya-casus is nog steeds niet opgelost. De Vereniging van Protestantse Kerken in Turkije uit nog regelmatig haar ongenoegen over discrimerende maatregelen. De vraag is dus of de situatie van christenen in Turkije nou echt zo veel ­ vooruit is gegaan. Misschien gaf Rober ­Koptas zijn commentaar wel om zichzelf in bescherming te nemen en ligt de werkelijkheid heel anders.

Godsdienstvrijheid
Dan Egypte. Hoeveel waarde moet er worden gehecht aan de mooie woorden van de nieuwe president Mohamed Morsi over godsdienstvrijheid en zijn ‘open gesprekken’ met vertegenwoordigers van Egyptische kerkgemeenschappen? Het is overduidelijk dat in Egypte het geweld tegen christenen sterk is toegenomen na de revolutie van vorig jaar.

Uit eigen mediaonderzoek tel ik ruim 59 gewelddadige incidenten tegen christenen in de afgelopen tien maanden, waaronder bedreigingen, gewapende overvallen, moorden en ook een groot aantal verkrachtingen van met name koptische meisjes. Dramatisch is niet alleen dat het geweld tegen christenen toeneemt, maar ook dat extremistische groepen en bendes volledig rechteloos opereren. Het lijkt niet in het belang van zowel het leger als de Moslimbroederschap ook maar iets te doen om christenen beter te beschermen.

Uitzonderingen
Een goede graadmeter is het grote aantal christenen dat Egypte verlaat. Betrouwbare statistieken zijn er niet, maar er is onmiskenbaar een exodus gaande. Uiteraard zijn er uitzonderingen, meestal van helfdhaftige broeders en zusters, die het als een roeping ervaren om in deze moeilijke tijden in Egypte te blijven, zoals in het voorbeeld dat dr. Jabbour aanhaalt in het ND van 30 juni. Maar de algehele situatie is ­verre van rooskleurig.

Het veelbesproken Turkse model, waarin het leger opereert als waakhond van de democratie en het secularisme, lijkt voor Egypte niet waarschijnlijk. Militairen, met name die in de lagere rangen, zijn sterk islamitisch. Om deze redenen lijkt de boodschap van dr. Jabbour te optimistisch. Wel stelt hij terecht dat in Egypte een moeilijke tijd aangebroken is voor christenen, maar een goede voor het Koninkrijk van God. De kerk groeit onder grote verdrukking. In het islamitische Iran, waar christenen enorm lijden, is juist nu een grote opwekking aan de gang.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen in het Nederlands Dagblad van donderdag 12 juli 2012.