Saoedi-Arabië zit krap bij kas maar koopt fors wapens in

door | 13 februari 2016

Saoedi-Arabië behoort tot de grootste importeurs van wapentuig wereldwijd. De defensie-uitgaven van het land staan in geen verhouding tot wat nodig is voor de landsverdediging.

Rond de feestdagen sloten de Verenigde Staten en Saoedi-Arabië nog een groot wapencontract af. Daarbij ging het hoofdzakelijk om verschillende soorten bommen en lasergestuurde systemen die in de oorlog in Jemen ingezet kunnen worden. De omvang van de deal die president Obama en de Saoedische koning Salman in de marge van de G20-top in Turkije overeenkwamen bedraagt 1,3 miljard dollar.

Voor de Saoedi’s is dat een niet ongebruikelijke orde van grootte. Een blik op de defensie-uitgaven van het wahabitische koninkrijk roept echter de nodige vragen op. Saoedi-Arabië heeft 230.000 man onder de wapenen. Dat is vergelijkbaar met de troepensterkte waarover Frankrijk beschikt. De Saoedi’s gaven daarvoor echter in 2014, volgens statistiekdatabank Statista, 80 miljard dollar uit. Frankrijk kan echter met hetzelfde aantal manschappen en veel duurdere wapensystemen met de helft daarvan toe, namelijk 40 miljard dollar. Brazilië, om eens een andere opkomende regionale grootmacht met Saoedi-Arabië te vergelijken, geeft voor een krijgsmacht van 260.000 man slechts 25 miljard uit. En Indonesië besteedt voor 250.000 man niet meer dan 2,4 miljard dollar. Hierbij valt nog op te merken dat Saoedi-Arabië 30 miljoen inwoners heeft en Indonesië maar liefst 350 miljoen.

Als iets uit dit vergelijkingsmateriaal duidelijk wordt, dan is het wel dat de hoge defensie-uitgaven van Saoedi-Arabië niet met louter landsverdediging te maken hebben. De defensie-uitgaven van het wahabitische koninkrijk op het Arabisch schiereiland liggen duidelijk boven het strikt noodzakelijke.

Ook de oorlog die momenteel door Saoedi-Arabië in buurland Jemen gevoerd wordt, kan de structurele discrepantie niet verklaren tussen een krijgsmacht die qua aantal manschappen internationaal tot de middenmoot behoort en defensie-uitgaven die de op vier na hoogste ter wereld zijn.

En wie denkt dat Saoedi-Arabië, nu het er financieel slechter voor staat dan voorheen en met een lage olieprijs, momenteel wel wat rustiger aan zal doen, die vergist zich. Een onderzoek van het Amerikaanse Congres wijst uit dat de Amerikaanse wapenindustrie momenteel aan Saoedische opdrachten werkt met een gezamenlijke waarde van 96,27 miljard dollar, oftewel zo’n 20 procent meer dan de jaarlijkse begroting van de Saoedische krijgsmacht. Volgens het rapport bestaan er momenteel 30 wapenleveringscontracten tussen Amerikaanse wapenbedrijven en de Saoedische strijdkrachten. Het grootste aandeel daarin heeft vliegtuigbouwer Boeing met een opdracht voor F15-gevechtsvliegtuigen, groot 29,4 miljard. Voor bij elkaar 25,6 miljard zijn helikopters van de types ‘Apache’ en ‘Blackhawk’ ingekocht bij McDonnel Douglas en Sikorsky. Voor een Patriot-systeem en talrijke moderne kruisraketten geven de Saoedi’s 15,1 miljard uit. Tanks en handvuurwapens plegen de Saoedi’s liever in Duitsland te kopen. Daarmee behoren de Saoedi’s tot de grootste importeurs van wapentuig ter wereld. De Golfstaten, die doorgaans met Saoedi-Arabië optrekken, geven bij elkaar nog eens 40 miljard per jaar uit aan wapentuig.

Riaad stelt dat het genoodzaakt is dermate grote defensie-uitgaven te doen vanwege de bedreiging die Iran zou vormen. In de afgelopen 15 jaar lagen de defensie-uitgaven van Iran echter steevast onder de 20 miljard per jaar. Er kan kortom geen sprake van zijn dat het alleen maar om een machtsbalans rond de Perzische Golf zou gaan. Dit roept de vraag op waar Saoedi-Arabië dan toch al dat wapentuig voor nodig heeft. Een verhelderende tegenvraag kan zijn, hoe toch al die islamistische groeperingen als het Al Nusra-front en ‘Islamitische Staat’ aan wapens komen. Het heeft er alle schijn van dat de beide vragen elkaar beantwoorden.

De Iraakse legerleiding heeft herhaaldelijk de beschuldiging geuit dat met name Saoedi-Arabië IS doorlopend met wapenleveranties ondersteunt. Al in 2012, kort na de verovering van Mosul door IS beklaagde de Syrisch-Katholieke patriarch Ignatius Joseph III Younan: “Het is een schande! Waar halen deze terroristen hun wapens vandaan? Van de fundamentalistische staten aan de Golf, met stilzwijgende goedkeuring van westerse landen omdat die hun olie nodig hebben.” Een veelgehoorde vuistregel in de regio is dan ook, dat wat de Turken IS niet leveren van de Golf-Arabieren komt.

[contextly_sidebar id=”bP95WzRaScfr4KBm3alrTauGvrTYOvWf”]De oorlog die een coalitie van Arabische staten onder leiding van de Saoedi’s momenteel in Jemen voert, laat echter zien dat er weliswaar veel geld nodig is voor oorlogsvoering maar dat geld geen garantie voor succes is. In januari hebben het leger en volksmilities van Jemen 200 huursoldaten van Blackwater gedood waaronder hun Amerikaanse commandant, kolonel Nicolas Petras. Dat gebeurde in een aanval waarbij ook meerdere Apache- en Typhon-helikopters van Amerikaanse makelij en verscheidene tankauto’s vernietigd werden. Bij raketaanvallen van het Jemenitische leger op een commandocentrum van de Saoedi’s werden meer dan 120 huursoldaten van uiteenlopende nationaliteiten gedood. Daaronder bevonden zich 46 Saoedi-Arabische soldaten, 11 officieren uit de Verenigde Arabische Emiraten, 9 Saoedische officieren en 11 buitenlandse Blackwater-officieren. Enkele dagen daarvoor vernietigde een Jemenitische raket het hoofdkwartier van de Saoedische coalitie nabij Bab el Mandeb en doodde daarbij 150 coalitiesoldaten, waaronder 23 Saoedi’s en 9 officieren en soldaten uit de Emiraten.