Sociaaldemocratische desoriëntatie: Waarom het niks wordt met de SPD

door | 28 juni 2017

Aanvallen op bondskanselier Merkel en op de AfD kunnen de verwarring van de Duitse sociaaldemocraten niet verhullen. Die heeft een diepere grond.

Uitgerekend Gerhard Schröder was opgetrommeld om de partijleden op het verkiezingscongres van de SPD in Dortmund afgelopen weekend moed in te spreken. Deze keuze laat de omvang van de onzekerheid van de sociaaldemocraten goed zien. Schröder gold de afgelopen twaalf jaar bijna als rode lap voor zijn partij. Zijn ‘Agenda 2010’-hervormingen van arbeidsmarkt en uitkeringsstelsel hing als een schaduw over de sociaaldemocraten, die politici van de partij zo veel mogelijk probeerden te vermijden.

Zo zette Martin Schulz nadat hij als kandidaat bondskanselier was geselecteerd in eerste instantie stevig in op het linkse thema ‘sociale gerechtigheid’, men verlangde naar een rood-rood-groene coalitie. Maar toen liepen de percentages in de peilingen weer terug en raakte een linkse coalitie onder leiding van de SPD buiten bereik.

Met Schröder moest nu kennelijk weer een signaal uitgezonden worden naar kiezers uit het burgerlijke midden om daar weer stemmen te winnen. Luide uitvallen tegen de zittende bondskanselier, waarvan Schulz eerder nog meesmuilde dat ze ook maar sociaaldemocratisch beleid uitvoert, moeten deze slingerkoers van de SPD-campagne verhullen – allemaal weinig overtuigend.

Het gebrek aan oriëntatie van de sociaaldemocraten heeft een diepere grond, die echter niet openlijk benoemd wordt, door politici noch grote media. Het open grenzen-beleid stort met name laag gekwalificeerden in een steeds hardere verdringingsstrijd op de arbeidsmarkt, omdat het aanbod van arbeidskrachten juist in het onderste segment door de massamigratie ver boven de vraag uit aangeblazen wordt. Dat drukt onvermijdelijk de lonen en arbeidsvoorwaarden. Daarbij doen de nieuwe inwoners een beroep op de verzorgingsstaat in een mate die een groot risico voor de toekomst daarvan inhoudt. Een miljoen immigranten kosten de verzorgingsstaat 30 miljard euro, op basis van een ruw maar voorzichtig ingeschat rekensommetje.

Hoe lang gaat die vlag nog op? En wie zal er het hardste getroffen worden, wanneer de sociale systemen bezwijken onder hun last? Dat zullen opnieuw de onderste lagen van de bevolking zijn, daarna de middenklasse, die steeds grotere lasten te dragen krijgt.

Een verzorgingsstaat met open grenzen is net zoiets als stoken met de ramen open, zo stelde de onlangs overleden historicus Rolf Peter Sieferle eens. Op enig moment overstijgen de astronomische kosten ieder budget en dan wordt het ineens koud.

Zowel de SPD, de Groenen als Die Linke zijn blind voor dit eenvoudige inzicht om maar vast te kunnen houden aan een multiculti- en Weltbeglückungsdroom. Ze demoniseren zelfs iedereen die het waagt dergelijke eenvoudige waarheden uit te spreken.

Zo mag het niet verwonderen dat de SPD niet meer weet welke kant ze met zichzelf uit moet. Of dat Die Linke niets anders te binnen komt dan de belastingen en afdrachten nog maar eens te verhogen, waarmee uiteindelijk de modale inkomens nog maar eens getroffen worden. En zo probeert links dan het vertrouwen van nieuwe kiezers te winnen, maar zelfs veel van hun klassieke arbeidersachterban kan op zijn vingers natellen dat ze onder een regering Schulz geen haar beter of misschien zelfs nog slechter af zijn dan onder Merkel.