Een stabiele Duitse regering, moet je dat wel willen?

door | 9 december 2017

Wordt het wat met de nieuwe grote coalitie in Duitsland? Dat weten we nog niet, na het ‘Jamaica’-fiasco is iedereen immers heel voorzichtig geworden. Eerst liepen er nu maar eens interne besprekingen binnen de partijen over de vraag of men aan pre-sonderingen mee zou doen, waarin voorgesondeerd wordt of men tot sonderingen bereid is, zo heet het in de media. Als dat goed gaat, gaan CDU/CSU en SPD dus tot sonderingsgesprekkken over, waarin gesondeerd moet worden of men tot onderhandelingen wil overgaan. Als ook dat lukt, beginnen de onderhandelingen over de vraag of men een coalitie wil vormen. En als die onderhandelingen klaar zijn, is er nog de partijbasis, die tenminste in het geval van de SPD ook nog om goedkeuring gevraagd wil worden.

Als alles goed is, betreedt dan op enig moment de Paashaas het toneel om zijn ei te leggen: het coalitieakkoord. Kan ook zijn dat het lieve dier veel te laat komt, met Pinksteren of zo. Maakt allemaal niet uit: Hoofdzaak is dat er uiteindelijk in Berlijn weer een “stabiele regering” zit, waarop per slot van rekening niet alleen Duitsland, maar heel Europa, wat zeg ik, de hele wereld handenwringend wacht.

Wat Duitsland aangaat, moet men zich toch enigszins verwonderen over het verlangen naar een “stabiele regering”. Wie de feiten in ogenschouw neemt, moet voor een regering met een al te comfortabele parlementaire meerderheid eerder vrezen dan er op hopen. Zo “stabiel” als in de afgelopen vier jaar was de regering van de Bondsrepubliek nog nooit. De coalitiefracties hadden meer dan drie kwart van de zetels in de Bondsdag. En dat tegenover een oppositie die nauwelijks weerwerk leverde. Als de oppositie eens zijn mond open deed, bijvoorbeeld in de asielkwestie, dan was het om steeds precies hetzelfde te eisen als de regering, maar dan nog gekker: Nog opener grenzen, nog minder “veilige landen van herkomst”, nog meer welkomscultuur.

De staatsbeurs puilde uit als nooit tevoren, de economie liep en de werkloosheid zonk, geen sociale onrust of catastrofes schudden het land op, om kort te gaan: De uitgangspositie voor de grote coalitie in 2013 was zo rond en glad als een babybipsje.

Asielchaos

Zo kan het niet langer, moet Merkel gedacht hebben en stichtte de grootste chaos sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog. En dat niet alleen voor het moment, maar – geheel in lijn met de tijdsgeest – “duurzaam”. Want tienduizenden over de door de Duitse regering wagenwijd opengestelde grenzen binnenstromende vluchtelingen en tienduizenden die nog komen in het kader van gezinshereniging zullen de Duitsers nog generaties bezig houden.

Bestaat er soms een samenhang tussen een stabiele regeringsmeerderheid en chaos in het land? De geschiedenis van de Bondsrepubliek zegt ja: Geen kabinet moest het met minder parlementaire steun doen dan het allereerste. Met een meerderheid van één enkele stem beklom Adenauer in 1949 de Bondskanselierszetel. Na vier jaar suisde de uit de verwarde jaren direct na de oorlog gekropen staat door het Wirtschaftswunder naar de wereldtop. De stemming van de burgers van de Bondsrepubliek was vervuld van vreugde over het bereikte en bracht CDU/CSU in de beide volgende verkiezingen in 1953 en 1957 glanzende overwinningen.

Van de komende grote coalitie, als die er komt, hoeven de Duitsers echter geen hoopvolle verwachtingen te hebben. Wat het verwerken van de asielvloed aangaat, heeft ze nu al de zeilen gestreken: De demissionaire minister van Binnenlandse Zaken Thomas de Maizière biedt uitreisplichtige buitenlanders tot 3000 euro aan, als ze naar hun land terugkeren. Let wel: Daarmee worden uitsluitend mensen aangesproken die noch een geldige reden om te vluchten noch om asiel aan te vragen hebben. Als ze die hadden, zouden ze voor geen geld terugkeren. Het gaat dus om mensen die zich volstrekt illegaal in Duitsland bevinden, die nu een premie moeten krijgen om zich in al hun grootmoedigheid aan het geldende recht te houden, omdat de staat niet in staat of bereid blijkt te zijn om zijn eigen wetten te handhaven. Dat is alsof je iemand een beloning in het vooruitzicht stelt voor het correct parkeren, in plaats van hem te beboeten voor het foutparkeren. Afgelopen januari waarschuwde de minister nog indringend: “Het vertrouwen in de democratische rechtsstaat kalft af!” Ja, hoe zou dat nou komen?

PIGS zien uit naar nieuwe Grote Coalitie

Maar we willen het niet te zwart inzien en een voorbeeld nemen aan het vertrouwen waarmee onze Zuid-Europese vrienden en partners uitzien naar een herhaling van de oude regeringscoalitie. “Europa” is per slot van rekening een van de “grote toekomstthema’s” waarmee Merkel & Schulz de aandacht van de asielellende af proberen te leiden. En er is inderdaad actie nodig in Europa. Zoals een rapport van de Europese Centrale Bank onthult, heeft de Euro niet zijn doel bereikt, namelijk de convergentie van de inkomensverhoudingen tussen de armere zuidelijke lidstaten en het rijkere noorden. Volgens het rapport gaat het de Duitsers daadwerkelijk al een stukje minder goed dan voorheen. Maar helaas is het niet genoeg, want de Italianen en Grieken zijn regelrecht gekelderd, de afstand is sinds de crisis zelfs toegenomen, aldus de auteurs van het rapport die dat “frappant” vinden.

Het medicijn heeft met andere woorden niet gewerkt. En wat doen we als een medicijn niet werkt? We nemen nog meer van dat spul, dat spreekt voor zich. Naast het idee van een Minister van Financiën voor de Eurozone, die Duits, Nederlands, Fins enz. belastinggeld naar andere landen moet sluizen, wordt steeds gelobbyd voor een Europees depositogarantiestelsel. Daarmee worden de reserves van solide Duitse enz. spaarbanken aansprakelijk gemaakt voor Italiaanse of Griekse faalbanken. Dat helpt vooral de regeringen daar, die hun bankroete geldhuizen dan niet meer van het eigen belastinggeld hoeven te “redden”, omdat daarvoor dan de Noord-Europese reserves klaar staan. Dat is niet alleen in het geval van het dreigende omvallen van een bank een uiterst elegante oplossing, maar doet ook al eerder de zon weer aangenaam schijnen op het zuiden: Want met de Duitse enz. zekerheid in de rug kunnen de faalbanken zich weer eens goed in de schulden steken. Bovendien kunnen ook de hongerige regering in Rome, Athene en dergelijke opnieuw veel eenvoudiger geld lenen, wanneer de last van mogelijke bankenreddingen van hun schouders genomen wordt. Voorzitter van de Europese Commissie Jean-Claude Juncker bereidt alvast een versoepeling van de schuldenregels voor, zodat dit ook mogelijk wordt.

Een lastige hindernis voor het vrolijk schulden maken op rekening en risico van andere volken heette tot voor kort Jeroen Dijsselbloem. De voormalige voorzitter van de Eurogroep van minister van Financiën had tijdens de Griekse crisis steeds weer aangedrongen op het zich houden aan de regels. Daarom werd hij dan ook hevig gehaat. Maar zoals we eerder deze week leerden, treedt nu de Portugese socialist Mário Centeno aan ter vervanging van Dijsselbloem. Met hem zullen de Grieken ongetwijfeld niet zoveel ergernis beleven als met die knakenpoetser uit Eindhoven, wanneer het gaat om het verdelen van de financiële koek, die vooral door Duitsland, Nederland en Oostenrijk gespekt word.

De ontwikkeling bij de Eurogroep vertoont parallellen met de successie aan het hoofd van de ECB. Daar begon het met de stabiliteitszuchtige Nederlander Wim Duisenberg, die een Europese D-Mark voor ogen stond. Op hem volgde de al duidelijk elastischer Fransman Jean-Claude Trichet en uiteindelijk de Italiaan Mario Draghi, die de zelfbedieningswinkel open gooide.

Op de vraag: “Wanneer is de Europese integratie voltooid?”, dringt zich dan ook steeds sterker het antwoord op: Wanneer we allemaal op het niveau van Sicilië zitten.