Turkije voor het blok

door | 25 augustus 2015

Deze week kreeg de Turkse president Erdogan van zijn Russische ambtsgenoot Poetin z’n congé via de Turkse ambassadeur in Moskou. Naar verluidt zijn er woorden gevallen als: “Zeg maar tegen je dictator-president dat hij naar de hel kan lopen samen met zijn ISIS-terroristen en zijn Saoedi-bondgenoten.” Poetin vergeleek Erdogan en de Saoedi’s volgens deze bron ook nog met Hitler, wie hij in Syrië hun Stalingrad zou bezorgen. De bron, de prowesterse krant The Moscow Times, is wel enigszins gekleurd. Met name de suggestie dat Rusland al in Syrië aanwezig is, is bedenkelijk. De krant trok het online gepubliceerde artikel later zonder toelichting terug, maar niet voordat diverse sites het bericht al overgenomen hadden. Maar toch, als dit waar is, is het stevige taal die een schijnbaar onoplosbare breuk in het Aziatische blok van Rusland, China en Iran, zichtbaar maakt. Turkije leek in de afgelopen jaren voorzichtig tegen dit blok aan te schuren. Toch is het allesbehalve een definitief afscheid.

De situatie rond Turkije speelt zich af op twee niveaus. Allereerst Turkije als losse grootmacht tussen het Westen en het Oosten in. Deze twee blokken kunnen we indelen in de NAVO en de SSO. De laatste, de Shanghai Samenwerkings-Organisatie is een volwaardige tegenhanger van de NAVO, maar wordt in het Westen buiten de publieke opinie gehouden. Turkije is lid van de NAVO, en is, tot frustratie van het Westen, als enig NAVO-lid een ‘dialoogpartner’ van de SSO. Die status verkreeg het in 2013.

President Erdogan heeft Turkije tevens financieel-economisch verzelfstandigd om zijn land geopolitiek neer te zetten als grootmacht die van twee walletjes kan eten. Dit bracht de nodige risico’s met zich mee, bijvoorbeeld het risico om door beide blokken beschouwd te worden als onbetrouwbare partner. Feit is dat Turkije economisch enorm is gegroeid onder Erdogan en de afhankelijkheid van buitenlandse invloeden zoals van het IMF en de Wereldbank sterk is gereduceerd. Tegelijkertijd heeft hij in de afgelopen jaren een verzoeningsproces met de Koerden opgezet met als doel de interne spanningen in Turkije te verminderen.

Het andere niveau waarin het huidige conflict met Turkije zich afspeelt is de regionale rol met betrekking tot Syrië, Irak, de Koerden en ISIS. Ook in dit conflict mengen zich, om het eufemistisch uit te drukken, andere grootmachten. De twee niveaus hebben alles met elkaar te maken. Toch was het voor Turkije beter geweest om zich op het tweede niveau minder nadrukkelijk te manifesteren zodat ze haar spel op het eerste niveau beter zou kunnen spelen. Of anders gezegd: de Turkse belangen op de twee niveaus zijn niet onder dezelfde noemer te krijgen. Op het eerste niveau draait het immers om de rol van onafhankelijk verbindingsland. De handelspositie tussen Oost en West zou Turkije bijvoorbeeld kunnen uitbuiten. En niet alleen wat betreft de doorvoer van olie (Irak naar de Middellandse Zee) en gas (Rusland naar Europa). De politieke spanningen tussen Europa en Rusland maken dat Turkije prima als neutraal import/exportland voor beide kampen gebruikt zou kunnen worden om de wederzijdse sancties te omzeilen. Dat gebeurde ook al.

Het regionale conflict waar Turkije in betrokken is, begint bij de NAVO-bombardementen op Libië en de Amerikaanse betrokkenheid bij de regimechanges in Tunesië, Libië en Egypte. Daarna was de beurt aan Syrië. Maar Syrië bezit, net als de Krim, een Russische marinebasis. Syrië is niet alleen een bondgenoot van Rusland, maar heeft vanwege de enige Russische marine basis in de Middellandse Zee een enorm strategisch belang voor Rusland. Daarnaast is Syrië, naast Iran, het enige land dat nog niet is gecapituleerd voor Amerikaanse invloed, hetzij in de vorm van een Amerikaans bondgenootschap, hetzij in de vorm van militaire destabilisatie. Stabilisatie in het Midden-Oosten en in de Kaukasus is van wezensbelang voor Rusland. Waar Amerika in de afgelopen decennia steeds heeft aangestuurd op destabilisatie van die regio’s, heeft Rusland het omgekeerde geprobeerd. President Poetin liet de NAVO min of meer verstaan dat ze eerst Moskou moesten veroveren voordat het Westen Syrië openlijk mocht aanvallen zoals het met Khaddafi deed. Dus richtte het Westen zich met name op het versterken van allerlei milities, niet rechtsreeks, maar via andere landen. Saoedi-Arabië en Turkije werden de belangrijkste doorvoerlanden van militanten en materieel vanuit het Westen. Turkije was het Syrische Assad-regime vijandig gezind. ISIS kwam de Turken aan alle kanten goed uit. Tegelijk dwong de agressie van ISIS de Koerden er toe de wapens weer op te pakken. Net als andere minderheden in het Syrisch-Iraaks-Turkse gebied. Toen ISIS uitgroeide tot wat het moest worden – de permanente destabilisatie van de regio – en daarmee een ‘probleem’ werd in de publieke opinie, werd ook besloten om ISIS aan te pakken door concurrerende partijen te versterken. ‘Toevallig’, want Obama had zijn kiezers immers beloofd om geen ‘boots on the ground’-interventies meer te doen. Dus werden er weer scheepsladingen wapens en uitrusting overhandigd aan vage milities als Al Nusra en vele anderen. Er volgden een paar wilde luchtaanvallen op ISIS – en en passant ook op Syrische troepen. Maar nog steeds is ISIS geen greintje verzwakt. Iets gaat daar dus niet volgens het aan ons wijs gemaakte plan.

Wat de Islamitische groeperingen betreft, bleek al dadelijk wat men van tevoren had kunnen weten – en ook wist natuurlijk – dat die wapens binnen de kortste keren bij ISIS zelf terecht kwamen. Er bestaat in het geheel geen keihard front tussen radicale islamisten en gematigde rebellen, of hoe ze ook maar genoemd werden in de Westerse media. De verschillen tussen de verschillende milities zijn slechts gradueel, zijn zeer veranderlijk en ook sterk aan bepaalde politieke belangen gebonden. Er zijn milities die in een paar dagen tijd al hun strijders kwijt waren omdat ISIS of Al Nusra betere voorwaarden of omstandigheden boden. En ze namen voor het gemak ook alle materiaal mee naar de andere club. Eén ding is duidelijk: de vermeende religieuze motieven van zowel de militanten als van de militieleiders zijn hogelijk overgewaardeerd. De enige die niet versterkt werd door het Westen was het Syrische regime, dat – haar beoogde aftreden stond immers aan het begin van de operatie al vast – zoveel mogelijk de zwarte piet van alles kreeg en krijgt toegeschoven in de Westerse pers.

Ook de Koerdische arbeiderspartij PKK werd versterkt. De PKK stond op de Westerse lijsten van terroristische organisaties en bleef daar ook staan terwijl het door het Westen openlijk versterkt werd. Slechts sommige landen hebben haar status veranderd. Talloze Europeanen gingen vrijwillig naar de PKK om tegen ISIS te vechten. Ze kwamen slechts in een obscuur geopolitiek spel terecht waarvan de idealen toch minder verheven waren dan men dacht. En belangrijker: waar Erdogan op gokte kwam niet uit: de PKK en ISIS gingen elkaar niet vernietigen. Beiden groeiden alleen maar. De PKK niet het minst omdat ze veel positieve persaandacht kregen, wat erop duidt dat Westerse (n)go’s mogelijk bij de PKK betrokken zijn. ISIS lijkt in te zien dat een sterke PKK weliswaar een doodsvijand is, maar nog altijd beter dan geen PKK. De PKK vernietigen zou Turkije in de kaart spelen. De PKK wil een territorium, ISIS wil slechts beweegruimte. Dus heeft ISIS baat bij een PKK en Turkije dat elkaar bekampen en heeft ze her en der fronten, waarvan geen enkele echt cruciaal is. Cruciaal is de bewegelijkheid.

“Wat het Westen mag, mag ik ook,” lijkt Erdogan gedacht te hebben: zogenaamd ISIS bombarderen, maar en passant of zelfs hoofdzakelijk je echte doelen bombarderen: in zijn geval de PKK. Dit deed Erdogan in juli jongstleden naar hartenlust. En waarschijnlijk deed hij het ook al langer want het Koerdische verzet in Turkije was alweer opgelaaid. Volgens bronnen in Turkije zelf is de spanning in Turkije hoger dan ooit en is burgeroorlog onafwendbaar omdat cruciale drempels zijn overschreden. Aanslagen op politie- en legerposten vinden dagelijks plaats. Turkije heeft 20 miljoen Koerden binnen de grenzen. Zo’n aantal is niet te controleren of in het gareel te krijgen middels dwang, geweld of vernietiging. Hier past alleen maar de dubbele strategie van diplomatie en verzoening enerzijds en het isoleren en aanpakken van de extremisten anderzijds. Erdogan heeft zijn hand duidelijk overspeeld en hij heeft jaren van degelijke diplomatie en geopolitieke toenadering verspeeld. Dat begon inderdaad met zijn oogluikende steun aan ISIS, mede afgedwongen door de VS en hun beider bondgenoot Saoedi-Arabië. Maar de versterking van de PKK was tegen zijn zin, al had hij er zelf schuld aan omdat de Koerden zich wel moesten verdedigen tegen ‘zijn’ ISIS. Wat misplaatst zou zijn is om Erdogan de schuld te geven van ISIS. Turkije fungeert immers al decennia als belangrijkste NAVO-land. Daar is ook voor hem niet zomaar aan te ontkomen. Erdogan mag niet de schuld krijgen van een geopolitiek die ontworpen is door de VS, Frankrijk en Engeland. Erdogan heeft een bepaalde situatie van zijn voorgangers geërfd die pregnant pro-Westers en seculier was en bepaald niet democratisch, en waaraan hij al veel heeft veranderd. Dit mag gering lijken, maar in Turkije is het dat niet. Het begrip ‘deep state’ is een Turks staatsbegrip dat wijst op de macht achter de macht. Voor wie op de hoogte is van alleen al de machtsstrijd tussen Erdogan en de in Amerika woonachtige Fetullah Gülen, weet dat Turkije als geen ander land schaduwregeringen kent die nergens voor terugdeinzen. Erdogan zelf lijkt dit te beseffen. Hij heeft meermalen ietwat pathetisch verklaard dat hij rondloopt ‘met zijn hoofd onder zijn arm’. D.w.z. hij beschouwt zichzelf als een ten dode opgeschreven. Zeker niet geheel ten onrechte.

De toenadering naar de Koerden door Erdogan was mede ingegeven door de pro-SSO koers van Turkije onder zijn bewind. Rusland wil niets liever dan stabiliteit in de Kaukasus en het aangrenzende Midden-Oosten en kan dat wellicht als eis of wens bij Erdogan hebben neergelegd. Bovendien zijn de Turken zelf ook moe van een uitputtende burgeroorlog tegen de Koerden. Er zijn enorme aantallen burgers, agenten en militairen gesneuveld.

Ook de Saoedi’s mogen niet geheel de schuld krijgen. Ze dragen wel verantwoordelijkheid, maar de vinger die met name de VS in de pap heeft in dat land heeft een situatie geschapen waarin het Saoedische koningshuis weliswaar naar buiten toe een bewind uitoefent, maar in de praktijk niet veel meer doet dan rijk zijn. Met name het leger is in handen van de VS en dat gaat ook op voor veel infrastructuur en industrie. Zelfs de arbeidersklasse komt uit landen als Pakistan i.p.v. uit eigen land. De autonomie van Saoedi Arabië stelt minder voor dan men denkt, alsmede het vermogen van de Saoedi’s om het eigen beleid werkelijk vorm te kunnen geven. Net als in Turkije zal dat heel langzaam kunnen veranderen. Het heeft er alle schijn van dat Saoedi-Arabië’s ‘deep state’ gewoonweg de VS zijn.

Erdogan moet nu beseffen dat hij zijn hand heeft overspeeld wat betreft de PKK en ISIS. Maar ook op het eerste niveau, namelijk de verbeterde Turkse positie met Azië heeft hij op het spel gezet. De stevige woorden van Poetin laten Erdogan merken dat hij een serieus probleem heeft waar hij zonder Rusland, Iran en China niet meer uitkomt. Het zal van de binnenlandse ontwikkelingen in Turkije afhangen of Erdogan Turkije in burgeroorlog en NAVO-manipulaties laat wegzinken zoals nu lijkt te gebeuren. De gedroomde onafhankelijke en sterke tussenpositie van Turkije, tussen NAVO en SSO in, lijkt immers verder weg dan ooit. Turkije wordt meer en meer voor het blok gezet om voor een van beide blokken te kiezen.