Verwondende taal en langzaam gif

door | 22 juni 2017

In het nieuwste nummer van Filosofie Magazine mag de Amerikaanse filosofe Judith Butler haar zegje doen over taal. En dan specifiek over hoe taal pijn kan doen. “Taal kan mensen net zo verwonden als een kogel,” zegt Butler.

Aan haar eigen taalgebruik zal het niet liggen. Haar boeken zijn zo onleesbaar, dat de meeste mensen er niet eens aanstoot aan kunnen nemen. Hoe kan iets onleesbaars je verwonden? Aan de andere kant getuigt haar postmodernistisch jargon van zo’n minachting van het publiek, dat het gewoon pijn doet. Het is een totalitair taalgebruik, dat lezers kleineert en vernietigt. Zo wordt het begrip ‘Marokkaanse straatterreur’ – in het geweld tegen homo’s – door Butler scherp afgekeurd, want de media spelen zo de ene minderheid tegen de andere uit. Ergo: de gutmenschen moeten beide minderheidsgroepen in bescherming nemen tegen de grote boze – lees rechtse – wereld.

Butler staat in de traditie van de net zo onleesbare Franse filosofen uit de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw. Lacan, Althusser, Foucault. Zij betoverden het vooral jonge lezerspubliek en vergiftigden hun geest met onnavolgbare opinies. Die jaren waren ook de tijd waarin progressief Europa – en iets later de Verenigde Staten – bakken vol met bagger uitstortten over iedere vermeende tegenstander of andersdenkende. Auteur W.F. Hermans, die zijn meesterlijke pen ook in gif kon dopen, en wetenschapper W. Buikhuizen konden hierover meespreken. Dodelijk waren de geschreven aanvallen op mensen die er een andere visie op nahielden. In die tijd moest taal verwonden.

Butler spreekt zich ook uit over het conflict tussen Israël en de Palestijnen. Vanzelfsprekend moet de joodse staat het daarin zwaar ontgelden. Over de giftige taal die de Palestijnse media en Autoriteit dag in dag uit richting Jeruzalem slingeren, horen we de filosofe niet. Want het maakt natuurlijk nogal uit wie het woord voert en schrijft. Zijn dat rechtse opinies, dan volgt snel een felle (giftige) reactie en is er sprake van ‘haatzaaien’. Dat doet au. Is dat de linkse intelligentsia, dan moeten wij aannemen dat er een uiterst genuanceerde mening wordt uitgesproken, die zo onnavolgbaar is dat het pijn doet aan ogen en oren.

Wat is erger? Gedwongen naar de meningen van Judith Butler luisteren, onder het motto ‘geestelijke marteling’? Of het dagelijkse infuus gevuld met postmodern gebrabbel dat de geesten van mensen langzaam vergiftigt?