Visumvrij reizen voor Moldaviërs schaadt niet alleen de EU

door | 3 juni 2014

Sinds 28 april mogen burgers van de Republiek Moldavië zonder visum door de Schengenzone reizen. Eurocommissaris Cecilia Malmström rechtvaardigde deze versneld genomen beslissing door te wijzen op de “aanhoudende inspanningen” van het Oost-Europese land op zulke belangrijke gebieden als openbare ordehandhaving en veiligheid en ook ten aanzien van de grondrechten. Dit is eerlijk gezegd een slechte grap!

Ten eerste zijn de genoemde inspanningen – in zoverre daar daadwerkelijk sprake van is geweest – verre van succesvol. Ten tweede is niet duidelijk waarom zulke basale verantwoordelijkheden van een staat op buitengewone wijze gehonoreerd zouden moeten worden. Het lijkt er veeleer op dat het hier weer eens gaat om een ondoordachte poging, in het strategische spel tussen Brussel en Moskou om de hegemonie in de ruimte tussen de westgrens van Rusland en de oostgrens van de Europese Unie te scoren. In de kern gaat het er om zo snel mogelijk voldongen feiten te scheppen, op basis waarvan Moldavië, dat als een buffer tussen EU-lidstaat Roemenië en het betwistte Oekraïne in ligt, de EU binnen te loodsen – en wel zonder acht te slaan op allerlei risico’s.

In de afgescheiden Moldavische regio Transnistrië zijn echter Russische troepen gestationeerd die zonder meer in staat zouden zijn op eventuele hulpverzoeken van de rijkelijk voorhanden zijnde tegenstanders van de EU in Moldavië te reageren.

Bovendien staat het 350 bij 150 kilometer grote agrarische landje, dat overigens in november 2013 een associatieverdrag met de EU geparafeerd heeft, economisch aan de rand van de afgrond. De agrarische productie in de vroegere ‘tuin van de Sovjet-Unie’ halveerde na het verkrijgen van de onafhankelijkheid bijna. Hieruit vloeit vervolgens weer een chronisch geldtekort van de Moldavische staat voort, die momenteel reeds financiële steun  van de EU ontvangt ter grootte van een derde van zijn Bruto Binnenlands Product. Maar zelfs de (naar hoofd van de bevolking) grootste aanspraak op fondsen uit het Europees Nabuurschapsbeleid heeft niet kunnen verhelpen dat Moldavië het armste en economisch meest achtergebleven  land van Europa is – met een werkloosheidsgraad van circa 60 procent en een doorsnee inkomen van 200 euro per maand.

Vanwege deze omstandigheden heeft intussen een miljoen van de ooit bijna vier miljoen Moldaviërs het land verlaten. Meer dan de helft van de inwoners vertrok naar EU-lidstaten, in de eerste plaats Italië, gevolgd door Portugal en Spanje. Naar schatting verblijft 95 procent van de Moldavische emigranten illegaal in het buitenland. Door het wegtrekken van mensen uit de werkende generatie, is Moldavië inmiddels verworden tot een ‘land zonder ouders’. Terwijl vaders en moeders in het buitenland de kost proberen te verdienen, blijven kinderen sociaal verweesd achter, een deel van hen woont op straat of in tehuizen.

De Brusselse beslissing over het visumvrij reizen zal het niet alleen de laatste in Moldavië nog aanwezige, enigszins gekwalificeerde arbeidskrachten gemakkelijker maken legaal naar de Europese Unie te vertrekken, wat de demografische en economische neergang van het landje tussen de Proet en de Dnjestr nog verder versterken zal. Maar ook de vrouwen- en orgaanhandelaren uit Moldavië krijgen hierdoor veel gemakkelijker toegang tot West-Europa. Het is in dat licht ronduit cynisch als Malmström stelt dat de opheffing van de visumplicht “de contacten tussen mensen zal vergemakkelijken”.