Geen geld voor vluchtelingenopvang in regio, wel voor deal met Turkije

Rijke westerse landen hebben geen geld over voor de opvang van vluchtelingen in het Midden-Oosten. Het Wereldvoedselprogramma (WFP) van de Verenigde Naties noch VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR beschikken over voldoende middelen om vluchtelingen uit Syrië en Irak in de regio op te blijven vangen. Geen wonder dat menigeen verder trekt naar Europa. Ondertussen worden veel grotere sommen uitgetrokken om Syrië te bombarderen en om de Turken te bewegen hun grenzen te bewaken.

De hulp aan Syrische vluchtelingen in het Midden-Oosten is voor het komende jaar financieel nog niet zeker, zo meldt het WFP. Tot en met mei 2016 komt men nog toezeggingen ter grootte van 390 miljoen dollar te kort, aldus een woordvoerster tegenover persbureau Reuters. Bondskanselier Merkel kondigde aan dat er een donateursconferentie in Londen wordt gehouden. Op zich lovenswaardig, maar waarom zou het Westen deze relatief geringe som niet eenvoudig kunnen betalen?

In plaats daarvan worden er dubieuze deals gesloten met de Turkse president Erdogan, waarbij geld kennelijk ineens geen rol speelt. Zo zei de Duitse minister van Financiën Wolfgang Schäuble dinsdag na overleg met zijn Europese collega’s in Brussel over de voorgenomen miljardensteun aan Turkije, dat iedereen het er over eens was, dat de 2,5 miljard in kwestie het probleem niet kon zijn.

Tegelijk worden ter waarde van honderden miljoenen bommen afgeworpen boven Syrië, waarvan eigenlijk niemand duidelijk is wat er nu precies mee bereikt wordt, behalve wat voor de hand ligt: meer vluchtelingen, meer ellende, een nog grotere catastrofe.

Het WFP heeft tot 8 december jongstleden in totaal 850 miljoen aan giften gekregen, aldus haar woordvoerster. “Dat staat gelijk aan 58% van wat nodig is om de momenteel meer dan vier miljoen vluchtelingen in Syrië zelf en 1,4 miljoen in de buurlanden met noodrantsoenen te helpen.”

In de loop van 2015 zijn de voedselrantsoenen van het WFP noodgedwongen ingekrompen, vooral in Libanon en Jordanië. Dit wordt als een van de redenen gezien voor de opnieuw aanzwellende stroom vluchtelingen naar Europa. In oktober is het maandbedrag voor de verzorging van vluchtelingen in die beide landen weer verhoogd naar 21 dollar, dat is echter nog altijd slechts 80 procent van het normale bedrag. Bovendien kan het WFP slechts een deel van de vluchtelingen helpen. Door de financiële tekorten heeft het WFP begin 2015 de hulp in negen vluchtelingenkampen in Turkije op moeten geven.

Bij het UNHCR, dat de onderkomens voor vluchtelingen in de kampen in de regio verzorgt, bestaat een vergelijkbare financiële situatie. Voor de hulp aan vluchtelingen in Syrië is tot 8 december 2015 slechts 43% van de de benodigde middelen binnen. Voor hulp aan vluchtelingen uit Syrië in de buurlanden heeft de organisatie tot nu toe 58% binnen.