Zijn rechtse mensen niet goed bij hun hoofd?

door | 28 maart 2019

Hoe bont kun je het maken? De Duitse kinderarts Herbert Renz-Polster verklaart in een interview met Der Spiegel het succes van rechts-populisten uit hersenbeschadigingen die stemmers op deze partijen in hun kinderjaren hebben opgedaan.

“Emotionele nood in de eerste levensjaren verklaart het populistische geloof in autoriteit,” aldus de kinderarts. In een interview met Deutschlandfunk zei Renz-Polster dat vervreemding en angst voor globalisering de ruk naar rechts zeker kan verklaren, maar “dit alles werkt alleen op basis van bestaande kwetsbaarheden. Zelfs als ik onzeker ben in mijn sociale positie, hebben de persoonlijke overtuigingen een diepere reden, en die liggen in de kinderjaren.” Nu heeft schrijver dezes wel enig recht van spreken als het gaat om geestelijke verwarring, maar mijn kindertijd was warm en geborgen en de politieke voorkeur lag in mijn jeugd juist bij extreem-links.

Progressief of conservatief brein

Maar waar Renz-Polster de opvoeding de schuld geeft, gaan wetenschappelijke onderzoeken in de Verenigde Staten een stap verder. Een aantal jaren terug deed een Amerikaans onderzoek nogal wat stof opwaaien. Volgens wetenschappers zou het brein van progressieven en conservatieven van elkaar verschillen. Via MRI-scans moesten reacties in de hersenen op foto’s van bijvoorbeeld dierenmishandeling of vieze toiletten aantonen dat de proefpersoon conservatief of progressief was.

Voorspellen

Het zal geen verbazing wekken dat het conservatieve volksdeel er volgens de schedellichters slechter van afkomt. Psychiater Gail Saltz legde in het linkse webzine Salon uit dat progressieven een grotere gyrus cinguli anterior bezitten. Dat onderdeel van de hersenen is verantwoordelijk voor het opnemen van nieuwe informatie en het gebruiken ervan voor het nemen van besluiten en keuzes. Conservatieven daarentegen hebben een grotere amygdala, een diep in de hersenen liggende kern die emotionele impulsen reguleert; “specifiek angst-gebaseerde informatie”, aldus Saltz.

De door de New York Times getypeerde ‘pop-psycholoog’ gaat nog een stapje verder door te stellen dat op basis van deze verschillen in de hersenen men in staat zal zijn te voorspellen wie conservatief en wie progressief wordt. Hoewel Saltz toegeeft dat het verschil tussen links en rechts in hersenstructuur niet zwart-wit is, maakt ze wel duidelijk dat conservatieven meer angstige mensen (slecht) zijn en progressieven open staan voor nieuwe informatie (goed). De Vlaamse schrijver Yves Petry maakt zich terecht boos over dat links het alleenrecht op empathie claimt.

Biologische factoren

Onwillekeurig moet de lezer hierbij denken aan de rel die in 1989 ontstond toen neurobioloog Dick Swaab zei dat de hersenen van hetero’s en homo’s van elkaar verschillen. Links Nederland was te klein. Demonstraties, dreigbrieven, bommeldingen en zelfs Kamervragen waren het gevolg. Of de affaire Buikhuisen, 10 jaar voor de rel rond Swaab. Criminoloog Buikhuisen schreef dat criminaliteit mogelijk mede uit biologische factoren verklaard kan worden. Links Nederland begon een heksenjacht en Buikhuisen moest het veld ruimen. In de 21ste eeuw vindt links het blijkbaar heel normaal om politieke verschillen uit biologische factoren te verklaren. The-times-they-are-a-changin’.

F-schaal

Het is de Frankfurter Schule all over again. Grondlegger Theodor Adorno betoogde in een omstreden ‘studie’, ‘The Authoritarian Personality’, dat hang naar autoriteit leidt tot fascisme. In dit lijvige boek – bijna 1000 pagina’s – introduceert Adorno de ‘F-schaal’, een test om te onderzoeken hoe vatbaar iemand is voor fascistische ideeën. Maar liefst negen persoonlijkheidskenmerken leiden naar fascisme. Kenmerken die in de kinderjaren worden aangeleerd en versterkt. Onderdanigheid, agressie, anti-intellectualisme, bijgeloof en een overspannen bezorgdheid over seks, zijn hier voorbeelden van. Renz-Polster is gewoon een goede leerling van Adorno. Niet vreemd dat het boek van Adorno dit najaar bij de linkse uitgever Verso in herdruk verschijnt. De tijd lijkt er weer rijp voor.

Eugenetica

Het is de ultieme progressieve droom. Eind 19de eeuw en in de eerste decennia van de vorige eeuw hield links vurige pleidooien voor eugenetica en het van staatswege ingrijpen in gezinnen. De nationaal-socialisten in Duitsland maakten dankbaar gebruik van dit gedachtengoed. Tot ver in de 20ste eeuw werd in Zweden zo’n bevolkingspolitiek, waar sterilisatie van zogeheten ‘onbekwamen’ en abortus onderdeel van waren, toegepast. Het lijkt erop dat het ongelukkige huwelijk tussen wetenschap en psychologie, dat in de vorige eeuw tot zulke vreselijke resultaten leidde, in deze eeuw door links weer wordt gepropageerd. Het is natuurlijk het ultieme wapen. Verzet je je tegen genoemde psychologische verklaringen, dan is er juist iets met je aan de hand. Hoe groter je verzet, hoe krachtiger de therapie. En als je echt niet wilt luisteren, is er altijd een operatie mogelijk.

Ingrepen

Progressieven die stiekem dromen van het uitschakelen van hun conservatieve tegenstanders via therapie, ingrijpen in de opvoeding of zelfs neuro-chirurgische ingrepen? Het lijkt een droom – of liever een nachtmerrie – maar gezien het podium dat kinderarts Herbert Renz-Polster krijgt, worden de linkse geesten rijp gemaakt.