Jan B. Hommel: Vraag het Marion (2)

door | 29 juni 2021

“Er is niets in de geschiedenis zo fragiel gebleken als de waarheid.”
Jan B. Hommel.

“Truth is stranger dan fiction, but it is because fiction is obliged to stick to possibilities; truth isn’t.”
Mark Twain

 

Ik eindigde mijn vorige blog “Vraag het Marion – 1” met het artikel van Alina Chan (1). Dit artikel werd op 2 mei 2020 gepubliceerd als pre-print, hoewel ik het zelf pas later onder ogen kreeg, simpelweg omdat ik de mogelijkheid dat het SARS-CoV-2 virus aan het Wuhan Institute of Virology (WIV) ontsnapt zou kunnen zijn voor erg onwaarschijnlijk hield. Hoe naïef kan een mens zijn.

Hier pik ik de draad weer op.

Mistig Wuhan

Nadat Alina Chan zich in de eigenschappen van het SARS-CoV-2-virus had verdiept, was het eerste aspect dat Chan opviel de opmerkelijke genetische stabiliteit van het virus in de eerste fase van de pandemie. Als een virus overspringt naar een nieuwe gastheer ondergaat het relatief snel een aantal veranderingen in de genetische code – het RNA- om zich zo snel aan te passen aan de nieuwe gastheer. Chan analyseerde de veranderingen in het virale RNA van het SARS-virus kort nadat het virus oversprong van de civetkat naar de mens. In deze analyse waren de snelle veranderingen in het RNA duidelijk terug te vinden. Deze ontwikkeling ontbrak bij het SARS-CoV-2-virus kort na de uitbraak. De (ontbrekende) genetische evolutie in het RNA van het SARS-CoV-2-virus in de eerste maanden na de uitbraak kwam niet overeen met de genetische evolutie van het SARS-virus in de eerste maanden na de uitbraak in 2002. De veranderingen in de genetische code van het SARS-CoV-2 virus kwamen wel overeen met de de latere fase van de genetische evolutie van het SARS virus. De voorzichtige conclusie van Alina Chan was dan ook dat het SARS-CoV-2-virus ten tijde van de uitbraak in Wuhan al opvallend goed aangepast was aan zijn nieuwe gastheer, de mens (1).

Een mogelijke verklaring die Alina Chan zelf in het door haar gepubliceerde artikel geeft voor het ontbreken van de genetische evolutie van het SARS-CoV-2-virus in de beginfase, zou kunnen zijn dat een ‘superspreader’ bij het begin van de pandemie veel mensen tegelijkertijd zou hebben besmet. In dat geval zou men echter ook andere mensen of een tussengastheer met minder goed geadapteerde varianten van het virus moeten kunnen identificeren, zoals dat ook bij SARS het geval was. Bij de laatste werden varianten van het SARS-virus met een genetische opmaak gevonden die minder goed aan de nieuwe gastheer waren aangepast, zowel bij de mens als ook bij de civetkat. Bij het SARS-CoV-2 virus is die tussengastheer tot op de dag van vandaag niet gevonden.

Over de pangolin, de hofnar en de Koningin

De adepten van de zoönose theorie zijn van mening dat die tussengastheer er mòet zijn, maar dat het tijd kost om die te vinden. Dat zou dan een pangolin moeten zijn, een schubachtig diertje dat mieren eet, en veel voorkomt in China. Dit diertje krijgt nu de schuld van de pandemie van COVID-19, terwijl het arme beestje zich van geen kwaad bewust was. Het is dan ook op de vlucht geslagen en is nog steeds voortvluchtig. Kwade tongen beweren dat hij en zijn familie stiekem meegevlogen zijn met de retourvlucht van Hare Koninklijke Hoogheid Marion Koopmans, bij de terugkeer van haar uitstapje naar Wuhan. De wetenschappelijke hypothese is dat hij in de rugzak van Marion gekropen moet zijn, en dat kon ook goed, omdat die nog grotendeels leeg was. Op de markt in Wuhan waren er namelijk geen snuisterijen meer te koop. Er was zelfs helemaal niets meer te koop, zelfs geen frikadel. Diezelfde kwade tongen beweren ook dat het pangolientje zich samen met zijn familie nu ophoudt in de grotten van Remouchamps. Helaas is het tot op heden het Belgische leger en de Belgische politie niet gelukt om het diertje te vinden. Een Belgische criminoloog heeft, na het grondig bestuderen van de onverkwikkelijke situatie, gezegd dat het beestje zich hoogstwaarschijnlijk ophoudt in dat deel van de grotten dat nog niet doorzocht werd. Dat zal overigens nog wel even tijd in beslag nemen, omdat men eerst nog agenten en soldaten moet zoeken die niet bang zijn voor vleermuizen. Die angst hebben ze omdat een schild ze niet beschermt, en de vleermuizen met knuppels maar moeilijk te raken zijn.

Koningin Marion Koopmans van het Virologisch Koninkrijk Erasmus heeft uit arren moede via WhatsApp haar hofnar Maarten Keulemans gevraagd mee te helpen zoeken, maar arme Maarten kon het diertje niet vinden in de kantine van het bierteam van de journalistieke 5e klasse zaterdagamateurs, en ook niet op de wetenschapsredactie van de Geïllustreerde Toiletrol waar hij werkzaam is. Welwillend als Maarten is, wilde hij ook wel naar de grotten van Remouchamps gaan om mee te helpen zoeken, want Maarten is niet bang in het donker. Hij leeft zijn leven lang al met een diepe duisternis in zijn hoofd.

Maar het was wel erg ver fietsen op zijn bierfietsje vanaf de wetenschapsredactie van De Geïllustreerde Toiletrol in Amsterdam, waar Maarten elke dag een nieuwe Lofzang schrijft over Koningin Marion. Voordat hij bij de grotten aangekomen zou zijn, zou het arme beestje waarschijnlijk al lang achter slot en grendel zitten, diep in de krochten van het paleis van Koningin Marion Koopmans, waar een Chinese Au-pair het zou verzorgen, en een Chinese BOA het zou bewaken.

Nog steeds mist in Wuhan.

Verder vergeleek Alina Chan de eerste genetische samples van het SARS-CoV-2 virus welke bij mensen werden aangetroffen met de op de markt in Wuhan genomen samples. Deze bleken exact gelijk te zijn, een sterke aanwijzing dat het SARS-CoV-2-virus dat op de markt van Wuhan werd aangetroffen van humane afkomst was, en niet van de op de markt verhandelde dieren. Hoewel haar argumenten goed onderbouwd waren, was Alina Chan in haar artikel bijzonder voorzichtig in haar conclusies en noemde slechts dat, ongeacht de waarschijnlijkheid, de mogelijkheid dat een niet-genetisch gemanipuleerd virus dat bestudeerd werd in het WIV ontsnapt zou kunnen zijn uit het laboratorium.

Op 2 mei 2020 publiceerde Alina Chan het artikel op een pre-print server, een server waarop artikelen worden geplaatst in afwachting van peer-review. Overigens, deze peer-review die nu vaak als heilige graal wordt gezien als bewijs voor de kwaliteit en betrouwbaarheid van een artikel, laat in haar effectiviteit sterk te wensen over (2), en het is zelfs de vraag of deze niet beter kan worden afgeschaft. Richard Smith, tot 2004 editor bij de British Medical Journal, schreef al dat het bewijs voor het nut van peer-review bijzonder schaars is, maar daarenboven dat er een aanzienlijke hoeveelheid bewijs is voor de stellingen dat de procedure traag is, te duur, nauwelijks in staat om fouten in artikelen op te sporen, voor een groot deel een loterij is, gevoelig voor bias en misbruik, geen garantie tegen wetenschapsfraude geeft, en contraproductief voor vernieuwing, omdat onderzoek dat niet overeenkomt met de heersende wetenschappelijke doctrine vrijwel nooit geaccepteerd en gepubliceerd wordt.

Voor wie nog twijfelt aan het nut van peer-review wil ik wijzen op twee grote schandalen uit de recente geschiedenis: dat van de hoogleraar interne geneeskunde Don Poldermans uit het Erasmus Medisch Centrum, die als auteur meewerkte aan meer dan 600 artikelen, maar zijn database voor een groot deel vulde met fictieve gegevens (3). Daarnaast waren vele gegevens onvolledig en werden er vele onzorgvuldigheden geconstateerd in door hem aangeleverde data. Ondanks dat werden de artikelen van hem na peer-review zonder enige verdenking op fraude gepubliceerd. Ook de hoogleraar Sociale Psychologie Diederik Stapel kon jarenlang zijn gang gaan met voor het overgrote deel uit zijn wetenschappelijke dikke duim gezogen ‘wetenschappelijk’ onderzoek, soms met de meest vreemdsoortige bevindingen, resulterend in vele publicaties waarmee hij nationaal en internationaal groot aanzien verwierf(4). Ook nu was het niet de peer-review die dit aan het licht bracht, het waren nota bene zijn eigen studenten die sterke twijfels hadden aan de onderzoeksresultaten van Stapel.

Na de publicatie van Alina Chan op de pre-print server op 2 mei 2020, werd deze 16 mei 2020 opgepikt door de Britse tabloid The Daily Mail. Een dag later publiceerde Newsweek een artikel met de titel: ‘Scientists Shouldn’t Rule Out Lab as Source of Coronavirus, New Study Says.’

Dat was het moment dat, zoals Alina Chan het zelf formuleerde, ‘shit exploded everywhere’ (5).

Al sinds het begin van de Corona-pandemie in januari 2020 waren er verschillende experts die gealarmeerd werden door het bericht dat er een uitbraak was van een nieuw coronavirus in Wuhan. Hoewel er geen bewijs was voor een eventuele ontsnapping uit het WIV, leek dit scenario toch het meest waarschijnlijk, aangezien de populatie van vleermuizen waarbij dergelijke coronavirussen van nature voorkomen, meer dan 1600 kilometer van Wuhan verwijderd is.

Door de gevestigde wetenschappelijke gemeenschap werd de mogelijkheid van ontsnapping uit het WIV echter al snel verworpen, niet in de laatste plaats doordat enkele toonaangevende wetenschappers uit het vakgebied nadrukkelijk voor het voetlicht brachten dat zij deze mogelijkheid als uiterst onwaarschijnlijk bestempelden, overigens zonder hiervoor enig bewijs aan te leveren. Peter Daszak, zoöloog en directeur van Eco-Alliance, een non-profit organisatie, noemde het idee ‘onzinnig’ (5). Daszak had jarenlang samengewerkt met Shi Zhengli, de viroloog die het WIV leidt, bijgenaamd the batwomen, en is co-auteur van bijna een dozijn artikelen waar ook Shi Zhengli als auteur aan meewerkte. Verder was het Eco-Alliance dat onderzoek in het WIV financierde en geld van het National Institute of Health (NIH), met als directeur Anthony Fauci, naar het WIV doorsluisde. Deze financiering werd door president Trump in april 2020 stopgezet, nadat hierover vragen uit de rechts-conservatieve werden gesteld tijdens een persconferentie (6). Anthony Fauci zou later in een hearing voor de Senaat bevestigen dat deze order tot het stopzetten van de financiering van Eco-Alliance direct afkomstig was van het Witte Huis

In juli 2020 werd deze beslissing door de NIH pro-forma teruggedraaid, mits Peter Daszak aan een zevental voorwaarden zou voldoen. Deze voorwaarden waren onder andere dat hij informatie zou verschaffen over ‘patiënt 0’, een onderzoeker van het WIV die spoorloos verdwenen zou zijn. Verder zou hij ook informatie moeten geven over de de afname van telefoonverkeer en wegblokkades rondom Wuhan in oktober 2019, zoals deze door de Amerikaanse veiligheidsdiensten was geconstateerd (6). Dit zijn over het algemeen geen vragen die aan een directeur van een non-profit organisatie als EcoAlliance worden gesteld, vragen waarvan het overigens maar zeer de vraag is of Peter Daszak deze zou kunnen (of willen) beantwoorden. In essentie kwam het er op neer dat zijn onderzoek stilgelegd was en dat dit vooralsnog zo zou blijven.

Na het verschijnen van de publicatie van Alina Chan werd ze hard aangevallen door meerdere wetenschappers. Onder hen ook Daszak, die het onderzoek van Chan op Twitter betitelde als ‘floppy science’. Het was volgens hem ‘een slechte fylogenetische studie met teveel gevolgtrekkingen op basis van te weinig data, gedragen op een golf van samenzweringstheorieën om hiermee het onderzoek een meer impact te geven’.(5) Zijn kritiek op Twitter ging gepaard met veel uitroeptekens, en hij deed onder andere de uitspraak dat een experiment dat door Chan werd geciteerd onmogelijk uitgevoerd zou kunnen worden, en ook dat Chan haar eigen data niet begreep. Een supporter van Daszak plaatste na deze aanval op Chan een GIFje waarin een microfoon uit een hand valt, als teken dat hiermee de discussie in het voordeel van Daszak was beslecht.

Het is de strategie van het alfa-mannetje op de top van de wetenschapsberg die de hiërarchie bewaakt en de lager geplaatste rebelse leden in de wetenschappelijke apenkolonie hardhandig tot de orde roept. De wereld van de wetenschap heeft vele kenmerken van een apenkolonie, omdat slechts enkele instituten en individuen bepalen wiens artikelen gepubliceerd worden, wie bepaalde posities krijgt en hoe de beschikbare onderzoeksgelden verdeeld worden.

Als postdoc staat Alina Chan veel lager in de hiërarchie dan Peter Daszak, ondanks het feit dat ze werkzaam is aan het Massachusetts Institute of Technology (MIT), een van de meest prestigieuze technische universiteiten ter wereld. Niet voor niets zei ze ten overstaan van de journalist van Boston Magazine die haar interviewde, half ernstig, half als grap dat het artikel wel eens career suicide zou kunnen zijn.

Wellicht had Peter Daszak gedacht dat hij vanuit zijn onaantastbare positie Alina Chan definitief het zwijgen had opgelegd. Dit was niet het geval. Alina Chan deed datgene wat maar weinig jonge wetenschappers aandurven: ze diende Daszak van repliek. Ze antwoordde hem met de enigszins cynische opmerking op Twitter; ‘sorry to disrupt mike drop’ , en gaf Daszak de link naar een artikel in Nature, een tijdschrift in de top vijf van wetenschappelijke tijdschriften met de hoogste impact. In dit artikel werd het experiment beschreven en uitgevoerd waarvan Daszak beweerde dat het niet uitgevoerd kòn worden.

Daar bleef het niet bij. Vriendelijk maar beslist ontkrachte Chan elk argument waarmee Daszak haar aangevallen had, en liet op elk punt zien waar Daszak de fout inging met zijn argumentatie. Uiteindelijk bleef er van Daszak’s argumenten weinig anders over dan de stelling dat ze het woord isolaat verkeerd gebruikt zou hebben. Daarop verwees Chan hem vriendelijk naar de GenBank, de genetische database van de National Institute of Health (NIH) waaruit deze term afkomstig was. Ze bood hem aan het woord isolaat te veranderen in elk woord dat hij wenste, maar na deze laatste correctie van Chan deed Peter Daszak er verder het zwijgen toe. Zijn argumenten waren zonder uitzondering allemaal ontkracht, al sputterde hij nog wel verongelijkt dat Chan haar resultaten ‘over-interpreteerde’.

Een andere wetenschapper met harde kritiek Chan was de evolutiebioloog Jonathan Eisen – hoogleraar aan de UC Davis – die, eveneens op zijn Twitter-account, over het artikel van Chan liet weten dat hij de ‘analyse in deze studie in de verste verte niet overtuigend vond’. Het voornaamste verwijt dat hij Chan maakte was dat ze de veranderingen in de genetische code van het SARS-CoV-2-virus na de uitbraak alleen met die van het SARS-virus had vergeleken. Volgens Eisen was deze ene vergelijking te weinig bewijs om te concluderen dat het SARS-CoV-2-virus kort na de uitbraak al opvallend goed aan zijn nieuwe gastheer was aangepast. Hij wilde meer bewijs zien voor de hypothese van Chan dat het SARS-CoV-2 virus bij de uitbraak al optimaal aangepast was aan zijn nieuwe gastheer, de mens.

Die mogelijkheid deed zich sneller voor dan Eisen had kunnen vermoeden. Slechts enkele dagen later bleek dat in Denemarken het SARS-CoV-2-virus van mensen naar nertsen was overgesprongen. De analyses van het SARS-CoV-2-virus kort nadat het naar nertsen was overgesprongen, lieten precies datgene zien wat Chan al had voorspeld: het virus muteerde in de eerste weken na het overspringen razendsnel, om zich optimaal aan te passen aan de nieuwe gastheer, in dit geval de nerts. Jonathan Eisen erkende uiteindelijk dat er veel ‘interessante analyses’ waren in de studie van Chan, en bood zich aan om samen aan een volgende versie van het artikel te werken.

Rookgordijn

Daar bleef het niet bij: Alina Chan analyseerde meerdere studies, allen afkomstig uit China, die onafhankelijk van elkaar coronavirussen vonden bij pangolins, die sterk waren aan het SARS-CoV-2-virus. Door deze verschillende publicaties werd de indruk gewekt dat er een groot reservoir van dergelijke nauw aan het SARS-CoV-2-virus verwante virussen aanwezig is in deze populatie. Hiermee zou de hypothese dat het virus afkomstig zou zijn van de markt in Wuhan aan kracht winnen, en zou het aannemelijk zijn dat een zoönose – het overspringen van het virus van dier naar mens – de juiste verklaring was voor de uitbraak.

Het eerst gegeven dat Chan opviel was dat bij al deze studies steeds een klein aantal wetenschappers betrokken waren. Dit wekte de interesse van Chan. Vervolgens analyseerde ze de sequenties – de volgorde van de bouwsteentjes in het RNA – van deze in verschillende studies gerappporteerde genetische profielen. Ze kwam tot de ontdekking dat de sequenties van een specifiek deel van het virus – het receptor binding domain (RBD) van het spike-eiwit – exact gelijk waren. Dit, terwijl als het om verschillende aan SARS-CoV-2 verwante virussen zou gaan, er kleine verschillen in de sequenties van het RBD gevonden zouden moeten worden (22).

Door deze analyse van Chan werd met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid ontkracht dat sterk aan het SARS-CoV-2-virus verwante coronavirussen overvloedig aanwezig zijn in de populatie pangolins. Het bleek dat de auteurs simpelweg dezelfde genetische database voor de verschillende artikelen gebruikt had, gebaseerd op de analyse van slechts één nauw aan het SARS-CoV-2 virus gerelateerd coronavirus, een virus dat werd aangetroffen bij slechts enkele pangolins. Deze pangolins waren in Zuid-China in beslag genomen door een anti-smokkel eenheid, en men kon dan ook niet weten waar en wanneer deze dieren besmet waren geraakt met het gevonden virus (21).

Een ander opvallend gegeven was het feit dat in meerdere van als pre-print gepubliceerde studies niet gespecificeerd werd waar, wanneer en bij welke dieren de gebruikte samples waren afgenomen. Ook ontbraken bij de verschillende studies de noodzakelijke data die andere wetenschappers onafhankelijk van elkaar in staat zouden stellen de in de verschillende studies gepubliceerde genetische profielen te controleren. Het was alsof de verschillende Chinese wetenschappers een bijzonder lekkere taart hadden gebakken, maar vergeten waren de ingrediënten en het recept te beschrijven waarmee de taart was bereid.

Verder vond Chan meerdere onzorgvuldigheden in de gepubliceerde studies. Zo werden in één studie samples hernoemd, samples toegewezen aan de verkeerde genetische profielen of er werd een genetisch profiel opgesteld dat niet herleidbaar was tot één van de samples die afgenomen waren. In één artikel maakten de auteurs het zelfs zo bont dat ze stelden dat het virus zoals ze dat in hun artikel beschreven hadden, wel eens hetzelfde virus zou kunnen zijn dat in een ander studie was gevonden. Het kòn niet anders zijn dan hetzelfde virus, omdat men in beide studies dezelfde genetische database gebruikte, opgebouwd uit de gensequentie van hetzelfde virus, afkomstig van het kleine aantal in beslag genomen dieren. Dit is vermoedelijk wederom gedaan om de suggestie te wekken dat het virus alom aanwezig was in de populatie pangolins.

Een andere opvallend gegeven is dat een genetische database van alle coronavirussen die bij pangolins werden aangetroffen, en die in september 2019 werd ge-upload naar de server van de genetische database van het National Center for Biotechnology Information (NCBI), in januari 2020 nogmaals ge-upload werd. Het is niet duidelijk of deze twee databases identiek zijn.

Maar tot op de dag van vandaag zijn de diverse vragen die Chan stelde naar aanleiding van haar analyse niet beantwoord.

In juni 2020 werden de analyses van Chan nog eens bekrachtigd: in een studie van honderden op op markt van Wuhan verhandelde dieren werd bij geen enkel dier het SARS-CoV-2 virus aangetroffen. Alleen samples genomen op de markt zelf waren positief. Ook het hoofd van de Chinese CDC erkende dat de markt in Wuhan naar alle waarschijnlijkheid niet de plek was waar het SARS-CoV-2-virus van de daar verhandelde dieren op de mens was overgesprongen.

De pangolin-theorie, als ware het een Chinese vuurpijl op het hoogste punt, knalde boven de markt van Wuhan uit elkaar: het virus was met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid niet overgedragen van de pangolin op de mens.

DRASTIC Research.

Alina Chan kwam nu pas goed op stoom. Ze ging verder door het eerdere werk van het WIV en Peter Daszak kritisch onder de loep te nemen. Op 3 februari 2020 werd het artikel in Nature gepubliceerd dat als eerste het SARS-CoV-2 virus beschreef, met als laatste auteur Shi Zhengli en als voorlaatste auteur Peter Daszak. In deze studie werd het genoom van het SARS-CoV-2 virus vergeleken met het SARS-virus. De genetische overeenkomst tussen deze twee virussen was overall slechts 79,6%, het bewijs dat zij slechts in de verte familie van elkaar zijn (7).

Daarnaast werd in hetzelfde artikel het genoom van het SARS-CoV-2-virus vergeleken met een ander, tot dan toe onbekend beta-coronavirus met de naam RaTG13. De overall genetische overeenkomst van het SARS-CoV-2-virus met dit RaTG13-virus was 96,2%. Dit betekende dat het RaTG13-virus veel nauwer verwant is met het SARS-CoV-2-virus dan het SARS-virus. In het artikel van Zhengli en Daszak werd slechts zijdelings benoemd dat dit virus afkomstig was uit de provincie Yunnang in het zuiden van China.

In het artikel wordt ook beschreven dat het SARS-CoV-2-virus gekweekt kon worden op Vero E6 cellen, iets om te onthouden omdat het aannemelijk maakt dat ook het RaTG13 virus gekweekt zou kunnen worden, dit gezien de grote gelijkenis met het SARS-CoV-2-virus. Verder vermeldt het artikel niet waar het RaTG13 virus precies aangetroffen was en wanneer het virus gesequenced was (sequencen is het bepalen van de nucleotiden volgorde, ofwel de volgorde van bouwsteentjes van het RNA). Deze studie waarin het SARS-CoV-2 virus voor het eerst werd beschreven werd gepubliceerd op 3 februari 2020. Echter, pas in mei 2020 werd, zonder hier enige ruchtbaarheid aan te geven, het volledige genoom van het RaTG13-virus door het WIV ge-upload naar de genetische database van de NCBI. Verder was er over dit RaTG13-virus nooit eerder een publicatie verschenen, en in het artikel van Zheng en Daszak van 3 februari 2020, waarin voor het eerst het SARS-CoV-2-virus werd beschreven, werd evenmin een referentie gegeven waarin beschreven werd waar en wanneer het RaTG13 virus was aangetroffen.

De raderen van de tijd draaien terug naar 2016. In dat jaar verscheen er een studie over het vòòrkomen van coronavirussen bij verschillende vleermuissoorten in een verlaten mijnschacht in Moijang, eveneens in de provincie Yunnang en wederom met Zhengli als laatste auteur. Naast meerdere alfa-coronavirussen trof men ook twee tot dan toe onbekende beta-coronavirussen aan bij vleermuizen. (8). Beta coronavirussen behoren tot een kleine groep virussen – een subgenus – die sterk op elkaar lijken, en waartoe ook SARS en het SARS-CoV-2 virus behoren. MERS behoort tot een andere subgenus uit de grotere familie – het genus – van coronavirussen.

Een van deze twee virussen werd CoV/4991 genoemd, en de genetische sequentie van een klein stukje van het RNA van dit nog niet eerder aangetroffen virus, het zogenaamde RdRp-gen, kwam voor slechts voor 78% overeen met het SARS-virus. Het RdRp-gen van coronavirussen is een klein stukje RNA dat sterk geconserveerd is, wat zoveel wil zeggen dat de volgorde van de nucleotiden (bouwsteentjes) van het RNA van een dergelijk gen nauwelijks verandert terwijl andere delen van het genoom van het virus sneller muteren. Op deze manier kan de mate van verwantschap tussen twee virussen vastgesteld worden.

 

De tijd brengt ons terug naar 2020: op zoek naar de oorsprong van het SARS-Cov-2-virus werd wereldwijd de vraag steeds prangender waar haar nauwst verwante familielid, het RaTG13-virus, haar oorsprong had. Shi Zhengli gaf geen bevredigende antwoorden, en kwam met verschillende en deels tegenstrijdige verklaringen. Dat wekte de interesse van meerdere onderzoeksteams, waaronder de anonieme onderzoeksgroep DRASTIC (9). Dit is een bonte verzameling van mensen, met de meest uiteenlopende achtergronden en vormen van expertise, die spontaan ontstond rondom een anonieme Indiase man die zichzelf op Twitter ‘the Seeker’ noemt, en als specialiteit heeft om in alle hoeken, kieren en gaten verborgen informatie op het World Wide Web te achterhalen. Een ander anoniem lid, Billy Bostickson, wiens twitter-icoontje een mishandelde aap uit een laboratorium voorstelt, nam de coördinatie van het onderzoek op zich.

De aandacht van the Seeker werd voor het eerst getrokken door een blog geschreven door Yuri Deiging, een zakenman die zich in de blog openlijk afvroeg of het SARS-CoV-2 virus wellicht in het laboratorium zou kunnen zijn ontstaan, bijvoorbeeld door het genetisch manipuleren van het RTaG13-virus (10). The Seeker plaatste de blog op Reddit, hetgeen hem prompt een permanente ban opleverde. De irritatie hierover maakte hem alleen nog maar nieuwsgieriger. Hij voegde zich bij een groep mensen rondom Yuri Deiging op Twitter, mensen die bereid waren om deze hypothese te bespreken en kennis uit te wisselen, waaronder zakenmensen, ingenieurs en ook een microbioloog. Het was de start van de DRASTIC-onderzoeksgroep.

Deze groep mensen raakte er steeds meer van overtuigd dat het RaTG13-virus de sleutel vormde tot het oplossen van het raadsel hoe en waar het SARS-CoV-2 virus was ontstaan. Een half dozijn van de mensen rondom the Seeker begonnen alle eerder verschenen artikelen van het WIV minutieus door te nemen en het internet uit te kammen. In een lange en indrukwekkende Twitterkabel rapporteerden ze hun bevindingen (11).

Ze stuitten op een artikel dat beschreef dat niet alleen het RaTG13 virus nauw verwant was aan het SARS-CoV-2 virus, maar op basis van beperkte genetische data – het al genoemde RdRp-gen – ook het al eerder genoemde CoV/4991-virus (12). Op het moment dat de auteurs hun artikel aanboden voor publicatie, was het volledige genoom van het RaTG13 virus nog niet beschikbaar in de database van het NCBI. Dit zou een goede verklaring kunnen zijn voor het gegeven dat men in dit artikel niet de relatie legde tussen het CoV/4991-virus en het RaTG13-virus. Voor de DRASTIC onderzoekers lag het vervolgens voor de hand om het RaTG13-virus te vergelijken met het CoV/4991-virus. En zoals men al enigszins had verwacht: de vergelijking van het RdRp-gen van deze twee virussen leverde een 100% match op. Voor DRASTIC was de conclusie duidelijk: het CoV/4991-virus en het RaTG13 virus is één en hetzelfde virus. Zelfs de maand waarin de samples waren werden genomen waren gelijk, juli 2012 (13).

Maar dat was nog alles. Het was Shi Zhengli zelf die als laatste auteur vermeld staat bij de studie die het CoV/4991 in 2016 beschreef (14), maar de naamsverandering van CoV/4991 naar RaTG13 niet vermeldde in de publicatie van februari 2020 over het nieuwe SARS-CoV-2 virus. Ook de studie uit 2016 waarin het CoV/4991-virus werd beschreven, werd niet geciteerd in dit laatste artikel.

Eenmaal geconfronteerd met deze bevindingen, erkende Zhengli dat het RaTG13 en het CoV/4991 èèn en hetzelfde virus was, en gaf als reden dat het laboratorium voor het gemak het CoV/4991 hernoemd had naar RaTG13, waardoor het beter aansloot bij de gangbare nomenclatuur. Ook Peter Daszak werd om een verklaring gevraagd: hij gaf als reden dat het CoV/4991-virus, alias het RaTG13-virus, te weinig overeenkomsten had met SARS, en het virus werd ingeschat als weliswaar interessant, maar weinig gevaarlijk. Daarom zou het virus in de vriezer zijn beland en min of meer vergeten.

Deze verklaring van Daszek werd al snel afgeschoten door een ander lid van DRASTIC, Francisco de Asis de Ribera, als wetenschapper gespecialiseerd in data-analyses van grote hoeveelheden data. Zij liet zien dat de – per abuis – door het WIV geuploade metadata bewees dat het RaTG13/CoV4991-virus al in 2017/2018 gesequenced was, iets waar ook Alina Chan al op gewezen had. Het volledige genoom werd echter pas in de loop van 2020, na de uitbraak van het SARS-CoV-2 virus, geupload naar de database van het NBCI. Het RaTG13 virus was dus allerminst vergeten, zoals Daszak beweerde.

En dat niet alleen: in augustus 2020 verscheen een artikel met Daszak en Zhengli als senior authors, waarbij 630 genetische sequenties van het RdRp-gen van de verschillende coronavirussen werden beschreven. (15) Bij het minutieus uitpluizen van de Supplementary Data van dit artikel bleken er nog acht gensequenties gevonden te zijn die sterk op de gensequentie van het RaTG13-virus leken, maar niet werden genoemd in het artikel zelf. In een addendum bij het artikel uit februari 2020 (7) bevestigde Zhengli deze bevindingen. (23) De vraag is echter of dit addendum er ooit gekomen zou zijn zonder het speurwerk van DRASTIC.

De Mijnschachten van Mojiang

Aangezien de verklaringen van zowel Zheng als ook Daszak onbevredigend waren gingen de onderzoekers van DRASTIC op zoek naar een betere verklaring voor het gegeven dat zowel Zhengli als ook Daszak hadden verzwegen dat het CoV/4991 precies hetzelfde virus was als het RaTG13 virus. De zoektocht naar het juiste antwoord leidde naar een verlaten kopermijn in Mojiang, Zuid-China (19).

In 2012 kregen 6 mannen een ernstige longontsteking nadat zij in die oude kopermijn aan het werk werden gezet met de opdracht om een dikke laag guano (uitwerpselen van vleermuizen) op te ruimen. Drie van hen overleden. De onderzoekers van DRASTIC vroegen zich af of deze mannen wellicht geïnfecteerd waren geraakt met een voorloper van het SARS-CoV-2 virus, bijvoorbeeld het RaTG13 virus.

In een portret van Zhengli in de Scientific American erkent ze dat ze in inderdaad onderzoek heeft gedaan in de verlaten kopermijn van Mojiang nadat de zes mannen ziek waren geworden, maar dat de oorzaak voor de pneumonie en het overlijden van drie mannen een schimmelinfectie was en niet door een infectie met een coronavirus (16). Dat was een verklaring die de onderzoekers van DRASTIC niet goed konden plaatsen. Zij vermoedden dat een SARS-achtig virus de arbeiders had gedood en dat de WIV dit om één of andere reden verborgen wilde houden. Opnieuw gingen zij op zoek naar een alternatieve verklaring voor wat er in de oude kopermijn van Mojiang en daarna gebeurd kon zijn.

Dat er alsnog een exacte en gedetailleerde weergave ter beschikking kwam van wat er in de verlaten kopermijn van Mojiang en in de periode daarna was voorgevallen, was opnieuw te danken aan the Seeker. Het was hèt moment dat hij de andere leden van DRASTIC kon laten zien over welke enorme capaciteiten hij beschikte voor wat betreft het uit de donkere krochten van het World Wide Web opdiepen van informatie die voor vrijwel ieder ander verborgen bleef.

Kort daarvoor had hij al een grote Chinese database met academische tijdschriften en proefschriften ontdekt met de naam CNKI. Hij doorzocht deze database met behulp van Google Translate, met als zoekterm Mojiang, gecombineerd met elke mogelijke term die hij kon bedenken en die hem op een spoor konden zetten van wat er precies in de kopermijn van Mojiang was gebeurd. Elke zoektocht leverde duizenden hits op, met een half dozijn verwijzingen naar andere databases, eveneens bestaande uit wetenschappelijke artikelen, proefschriften, afstudeerscripties en ook nieuwsartikelen. Nacht na nacht haalde hij nauwkeurig de stofkam door de resultaten, maar hij vond niets dat eventueel van belang kon zijn.

Juist op het punt dat hij zijn zoektocht wilde staken, vond hij waar hij naar zocht: het was een absolute voltreffer. De vondst was een afstudeerscriptie van een student genaamd Li Xu, studerend aan de Kunming Medische Universiteit en had als titel: ”De Analyse van Zes Patiënten met een Ernstige Longontsteking Veroorzaakt door Onbekende Virussen”. Deze afstudeerscriptie beschrijft nauwkeurig de loop van de gebeurtenissen rondom de zes ’mijnwerkers’ in de verlaten kopermijn van Mojiang. The Seeker plaatste een link naar de scriptie op Twitter zonder er enige ruchtbaarheid aan te geven. Kort daarna sloot China de toegang tot de CNKI database af. De vondst leidde niet tot grote media-aandacht, iets wat the Seeker wel had verwacht. Wel leidde het plaatsen van deze link tot een forse uitbreiding van het team van DRASTIC, en de groep werd door Billy Bostickson verdeeld in themagroepen om zich efficiënter te kunnen richten op de verschillende aspecten van het mysterie.

Uit deze afstudeerscriptie van Li Xu bleek dat de eerste vier arbeiders met hun werkzaamheden, die twee weken zouden duren, aanvingen op 2 april 2012. Op 16 april 2012 zouden ze hun werkzaamheden beëindigen. Een reden voor de werkzaamheden werd niet vermeld. Tussen 10 en 16 april 2012 ontwikkelden deze mannen, in de leeftijd van 42, 45, 46 en 63 jaar, symptomen passend bij een ernstige longontsteking. De tweede groep, bestaande uit twee mannen van 30 en 32 jaar oud, begonnen hun werkzaamheden op 22 april 2012, op het moment waarop de eerste groep al ziekteverschijnselen had. Op 26 april 2012 werden hun werkzaamheden abrupt voortijdig beëindigt omdat één van hen eveneens ziek was geworden.

Van vijf van de zes arbeiders werd in de scriptie benoemd dat zij eerst lokaal medische hulp kregen, maar uiteindelijk werden alle zes arbeiders overgeplaatst naar de Kun Ming Medische Universiteit, een kleine 350 kilometer verderop. Waarom dit gebeurde is de vraag omdat er twee ziekenhuizen (veel) dichterbij Mojiang liggen. In het Universitaire Ziekenhuis werd al snel alarm geslagen. De afstudeerscriptie vermeldt dat na vijf van de zes opnames de dienstdoende dokter de ziektegevallen meldde bij het Landelijke Departement voor Medische Zaken in China, met als reden om een uitbraak van een ernstige infectieziekte te voorkomen

Vervolgens werd dr. Xie Can Man – Hoofd van de Longafdeling van het Instituut voor Respiratoire Ziekten van het 1e Geaffilieerde Ziekenhuis van de Yat-Sen Universiteit in Guangzhou, provincie Guangdong – geconsulteerd, een maand nadat patiënt #1 was overleden en één week nadat patiënten #5 en #6, de mannen uit de tweede ploeg, uit het ziekenhuis waren ontslagen. De patiënten #2, #3 en #4 lagen nog in het ziekenhuis, met patiënt #2 in kritische toestand. Xie Can Man zag de patiënten niet zelf, maar gaf adviezen via consulten op afstand.

Vanzelfsprekend werd er uitgebreid aanvullend onderzoek gedaan naar de etiologie (oorzaak) van de ziekte, waaronder keelkweken, bloedkweken en diverse swabs, waarbij ook op SARS werd getest. Alle testresultaten waren negatief. Vervolgens was de conclusie van deze dr. Xie Can Man na meerdere consultaties op afstand, dat er waarschijnlijk sprake was van een schimmelinfectie, mogelijk Histoplasmose. Dit is een schimmel die inderdaad een ernstige longontsteking kan veroorzaken, hoewel over het algemeen alleen bij mensen met een gecompromitteerd immuunsysteem.

Patiënt #2 overleed op 12 juni 2012. Een week erna, op 19 juni 2012, werd Dr. Zhong Nan Shan, van hetzelfde instituut als dr. Xie Can Man en China’s topspecialist in SARS, betrokken bij het beleid en de behandeling van patiënten #3 en #4. Hij kwam al snel tot de conclusie dat het om een SARS-like ziektebeeld kon gaan. Hij liet zowel patiënten #3 en #4 als ook patiënten #5 en #6 testen op antistoffen tegen SARS. De serologische testen werden uitgevoerd door het WIV en waren alle vier positief. Uiteindelijk overleden drie van de zes ’mijnwerkers’. Obductie werd niet toegestaan door de families, mogelijk uit religieuze overwegingen.

In de afstudeerscriptie met als supervisor de SARS-expert Zhong Nan Shan staat bij de conclusies dat ’op basis van de bovenstaand beschreven casussen en het daarop volgende onderzoek, het onbekende virus dat tot de ernstig longontsteking leidde een SARS-like CoV virus zou kunnen zijn, afkomstig van vleermuizen’. Vervolgens vermeldt de scriptie expliciet dat ’een artikel gepubliceerd in Science Magazine in 2005 door de wetenschappers Shi Zhengli and Zhang Shu Yi van het Wuhan Institute of Virology als conclusie had dat SARS-like Coronovirussen met vleermuizen als gastheer, niet op mensen overdraagbaar zijn. Deze contradictie wijst op het belang van deze zes casussen. Verder geeft de scriptie als specifieke aanbeveling dat ’gegeven het feit dat alle zes patiënten blootgesteld werden aan vele vleermuizen en grote hoeveelheden uitwerpselen, en ook de geur van de uitwerpselen inademden, het belangrijk is samples te nemen van de levende vleermuizen en hun fecaliën.

In een proefschrift van een promovendus onder begeleiding van het hoofd van de Chinese CDC, Gao Fu, wordt echter een andere conclusie getrokken: ”Daarom is de oorzaak van de uitbraak in de verlaten kopermijn van Mojiang niet duidelijk. Ondanks de inspanningen van vele partijen, is het tot nu toe een niet-opgelost vraagstuk”.

Deze conclusie is verbazingwekkend, allereerst omdat het de mening van China’s top-expert in SARS – Zhong Nan San – volledig negeert, evenals de door hem verrichte diagnostiek. Deze conclusie negeert ook de uitslagen van de in het WIV verrichte serologische testen, die bij de vier nog levende arbeiders antilichamen tegen SARS-virus aantoonden, nadat deze in eerste instantie negatief waren. Ook negeert deze conclusie dat de onderzoekers van het WIV inderdaad de suggestie volgden van deze Zhong Nan San, om samples te nemen van de vleermuizen in de verlaten kopermijn van Mojiang. Wellicht nog het belangrijkste argument is dat een onderzoeksgroep uit het WIV, waaronder wederom Shi Zhengli, in een publicatie uit 2013 in Nature twee nog niet eerder aangetroffen SARS-like virussen bij vleermuizen beschreven, die de ACE-2 receptor gebruiken om zich toegang tot menselijke cellen te verschaffen, zoals ook SARS dat doet (17). De studie beschrijft dat het gelukt was één van deze twee virussen te kweken op Vero E6 cellen. De conclusie van dit artikel was dat dit virus wellicht zonder tussengastheer rechtstreeks op mensen zou kunnen overspringen. Deze publicatie uit 2013 werd gevolgd door een publicatie uit 2015, nu in Nature Medicine (18), waarvan de conclusie luidde ’dat er een potentieel risico bestaat op een hernieuwde uitbraak van SARS, afkomstig van in vleermuizen-kolonies circulerende coronavirussen’. Belangrijk is om te vermelden dat in deze studie volledig synthetisch een infectieus recombinant virus werd gemaakt. Het is heel goed mogelijk dat daar de Doos van Pandora al op een kier werd gezet.

Het was deze verlaten kopermijn in Mojiang waar de samples werden verzameld waaruit het CoV/4991-virus, also known as het RaTG13-virus, werd geïsoleerd, de meest nauwe verwant van het SARS-CoV-2 virus. Een belangrijk detail is dat van het RaTG13 alleen het genetisch profiel werd ge-upload naar de database van het NCBI, en de ruwe data en de analyses zelf niet werden gepubliceerd. Hierdoor kan niet uitgesloten worden dat de Chinese wetenschappers het genetisch profiel van het CoV/4991-virus zo hebben gemanipuleerd, dat de indruk gewekt zou worden dat de verschillen tussen het RaTG13-virus en het SARS-CoV2-virus op natuurlijke wijze zouden zijn ontstaan. Dit door at random nucleotiden (de bouwsteentjes van het RNA) te wijzigen zonder de functie van het virus aan te tasten. Dit zou goed kunnen verklaren waarom er tussen het SARS-CoV-2-virus en het RaTG13-virus ongeveer 1000 nucleotiden verschil zit in het RNA, waarbij de verschillen at random over het RNA verdeeld zijn. Dit werd door diverse westerse wetenschappers, waaronder ook Marion Koopmans, als argument aangevoerd dat het SARS-CoV-2 op natuurlijke wijze zou zijn ontstaan en niet gemanipuleerd zou zijn. Ook een wetenschapper met de naam Kristian G. Anderson voerde dit als argument aan, terwijl hij beter had kunnen en beter had moeten weten (24, 25), aangezien het de onderzoekers van het WIV al in 2015 gelukt was om volledig synthetisch een recombinant infectieus virus te produceren. Op deze Kristian Andersen en zijn relatie met Peter Daszek kom ik deel drie van deze serie nog uitgebreid terug.

In tegendeel, het moet voor de onderzoekers van het WIV niet moeilijk geweest zijn om deze op het oog willekeurige mutaties in het SARS-CoV-2-virus of het RaTG13-virus te introduceren. De methode die hiervoor gebruikt wordt is algemeen bekend en wordt site directed mutagenesis genoemd, en wordt zelfs als commercieel pakket aangeboden door verschillende fabrikanten. Bij deze methode valt achteraf niet meer te achterhalen dat het gaat om genetische manipulatie, en elke willekeurige nucleotide in het RNA van een virus kan op deze manier veranderd worden. Omdat voor het RaTG13-virus alleen het volledige genoom bekend is, maar de brondata en de analyses niet beschikbaar zijn, valt niet te achterhalen hoe het genetisch profiel tot stand is gekomen. Daarom wordt in een pre-print commentaar gepleit om alle wetenschappelijke artikelen met als onderwerp het RaTG13-virus terug te trekken omdat ze onbetrouwbaar zijn en potentieel ondeugdelijk. (20)

En daarmee kom ik terug op een eerdere stelling: als het lukte om het SARS-CoV-2- virus te kweken op Vero E6 cellen, als nauwe verwant van het RaTG13 virus, en het lukte ook al in 2013 met een coronavirus dat de ACE-2 receptor gebruikte als toegangspoort, is het weinig aannemelijk dat dit niet ruim voor 2020 gelukt zou zijn met het RaTG13/CoV/4991-virus, eveneens in tegenspraak met uitspraken van Marion Koopmans dat het de onderzoekers van het WIV slechts in drie gevallen gelukt zou zijn om een virus te kweken.

Hoewel in de jaren na 2013 een virale infectie als oorzaak voor de dood van drie van de zes arbeiders in de verlaten kopermijn van Mujiang als veel waarschijnlijker werd beschouwd dan een schimmelinfectie – schimmels waarvoor Zhengli overigens nooit enige belangstelling heeft getoond – is het opvallend dat het WIV zo terughoudend is om dit als mogelijke oorzaak zelfs maar te overwegen. In tegenstelling, in de context van COVID-19, is het standpunt van het WIV overeenkomstig het officiële narratief dat coronavirussen, met als gastheer de vleermuis, vaak overspringen naar andere gastheren, en in potentie ook naar de mens, en daarom potentieel tot nieuwe uitbraken van een SARS-epidemie kunnen leiden.

Eveneens opvallend is dat Eco-Alliance zelf enkele artikelen en simulaties publiceerde waarin ze op het gevaar wezen van nieuwe uitbraken veroorzaakt door het overspringen van een SARS-achtig coronavirus op de mens, via de uitwerpselen van vleermuizen. In deze publicaties wordt echter met geen woord gerept over de gebeurtenissen in de kopermijn van Mojang.

 

Laatste Woord

Maar Shi Zhengli werd nog verder in het nauw gebracht door DRASTIC. In januari 2021 sloeg the Seeker opnieuw toe, en deze keer zonder dat het hem veel moeite kostte. Hij ploos een database uit die gehost werd door China’s Ministerie van Wetenschap en Technologie, en zocht naar alle promoties en afstudeerscripties met als promotor of begeleider Zhengli. Hij vond er drie. Voorzover er nog enige twijfel bestond over het rookgordijn dat het WIV had opgetrokken om haar ware intenties en de loop van geschiedenis te verbergen, verdween deze als sneeuw voor de zon door deze drie thesen.

Uit de inhoud bleek dat de onderzoekers van de WIV zelf nooit geloofd hebben dat een schimmel de oorzaak was van het overlijden van de drie mijnwerkers, in tegenspraak met de uitspraken van Zhengli in Science Magazine (16). In tegendeel, ze waren zo bang voor een nieuwe uitbraak van een SARS-achtig virus, dat ze zelfs het bloed van bewoners uit omgevende dorpen van de kopermijn in Wujiang testten op het virus. Bovendien waren ze wel degelijk al ver voor de uitbraak van COVID19 in 2019 op de hoogte van het feit dat er nog acht gensequenties waren gevonden van SARS-like virussen in de kopermijn van Mujiang, iets wat onderzoekers in de beginfase van de pandemie had kunnen helpen het SARS-CoV-2 virus beter te begrijpen. Ze hielden die informatie echter voor zichzelf.

Niet lang nadat DRASTIC deze bevindingen naar buiten bracht, begonnen wetenschappers, politici en zelfs de mainstream media – behalve dan in Nederland – de mogelijkheid serieus te overwegen dat het SARS-CoV-2-virus uit het lab van Wuhan ontsnapt zou kunnen zijn. Het leidde er toe dat president Biden de Amerikaanse Veiligheidsdiensten opdracht gaf ‘hun inspanningen te verdubbelen om informatie te verzamelen en te analyseren die ons dichter bij een definitieve conclusie kan brengen. Daarnaast zei Biden dat de VS samen met haar bondgenoten China onder druk te zetten en China te dwingen om mee te werken aan een uitgebreid, transparant en evidence-based internationaal onderzoek en toegang te geven tot alle relevante data en bewijs.

China reageert ijskoud op dit verzoek. Het zal waarschijnlijk nooit meewerken aan een dergelijk onderzoek. Maar het is duidelijk dat een centrum als het WIV een uitbraak kan veroorzaken en dat dit opnieuw zou kunnen gebeuren. De wetenschap faalde op een verbijsterende en verontrustende manier, waar the Seeker en DRASTIC wel slaagden. Het laat de enorme kracht zien van mensen die weten waar informatie op het World Wide Web te vinden is en deze kunnen analyseren. De wetenschap heeft niet meer het alleenrecht op data en kennis, maar weet het oog van mensen als the Seeker en onderzoeksgroepen als DRASTIC op zich gericht.

Na terugkomst van Hare Majesteit Koningin uit Wuhan voelde ze zich niet meer zo in haar hummetje. In haar afwezigheid was er een koud briesje opgestoken dat haar nu deed rillen. Ook begon de kasteelgracht weerzinwekkend te stinken, omdat het Twitterkanaal er op draineerde en dit kanaal in de afgelopen maanden erg vies was geworden omdat het klootjesvolk uit frustratie met haar regeringsbeleid er steeds meer in pisten en poepten. Verder kreeg ze alleen maar boze brieven toegestuurd en werden door een onbekende groep mensen elke nacht brandnetels en stekelige distels bij de poort van haar Koninklijke Paleis neergelegd, bij wijze van afkeuring van haar leiderschap. Bovenop deze hoop distels en brandnetels werd steeds een knuffeldier aangetroffen, en steeds was dit een hommel.

Koningin Marion was daarom wel toe aan wat vertier en ookmoesten er nog enkele onverkwikkelijke zaken afgehandeld worden. En dus riep ze op een zekere dag naar haar hofhouding:

”Roep de Hofnar!”

Helaas was Maarten Keulemans net op zijn bierfietsje weggefietst van de wetenschapsredactie van de Geïllustreerde Toiletrol, op weg naar de kantine van het bierteam van de 5e klasse journalistieke zaterdagamateurs, nadat hij die ochtend nog een hoogstaand journalistiek hatseflatsje en een excellent beschouwend hutseflutsje had geschreven. Eenmaal aangekomen bij de kantine kreeg hij te horen dat hij zich onmiddellijk moest vervoegen op het Koninklijke Paleis van Koningin Marion. Ditmaal volstond een opdracht via Whats-App niet. En dus fietste Maarten zo snel als hij kon terug van de kantine naar het Paleis van de Koningin.

Daar kreeg hij van Koningin Marion de opdracht een nieuw beschouwend hutseflutsje te schrijven, waarin hij de geruchten moest ontkrachten dat er een virus ontsnapt was uit de kelder van een Keizerlijk Virologisch Paleis van een bevriend staatshoofd, Xi-jinping. Hij moest het klootjesvolk duidelijk maken dat er in deze kelder weliswaar vele genetische codes opgeslagen lagen van heel veel virussen, maar dat er geen complete infectieuze virussen aanwezig waren, en al helemaal geen levende vleermuizen.

En dus stapte Maarten weer op zijn bierfietsje en fietste zuchtend en steunend terug naar de dependance van het Virologisch Koninkrijk Erasmus, de wetenschapsredactie van de Geïllustreerde Toiletrol. Koningin Marion had hem vorige week nog beloofd dat hij binnenkort echt zijn welverdiende vakantie mocht nemen, en dan zou hij gaan kamperen in de wilde natuur van het journalistieke Achterlijkland, ver van hier. Maar blijkbaar was ze dat al weer vergeten.

Koningin Marion had haar hofnar goed geïnstrueerd: hij moest de trouwe lezers van de Geïllustreerde Toiletrol voor eens en voor altijd duidelijk maken dat er gèèn, ik herhaal, gèèn levende vleermuizen in het laboratorium van Wuhan huisden. Helemaal niet. Echt niet. En al helemààl geen complete infectieuze virussen. Hij moest opschrijven dat er in de kelder van het Keizerlijk Virologisch Paleis van het bevriende Staatshoofd in Wuhan alleen vleermuizenpoepjes werden bewaard. En daar maakten ze dan weer nog kleinere vleermuizenpoepjes van, RNA-poepjes. En al die poepjes werden dan in een spreadshitbestandje gezet. En daar stonden echt alleen genummerde vleermuizenpoepjes in, geen genummerde vleermuisjes, laat staan genummerde echte virusjes. Echt niet!

Dat kon natuurlijk ook niet: sinds de Grottenkoningin van Wuhan en minnares van Xi-Jinping, de vleermuisvrouw Shi Zhengli, haar hofnarren in de mijn aan het werk had gezet, gold er een ochtendklok voor alle vleermuisjes. En de vleermuisjes mochten pas gaan slapen als ze zich eerst langs de vleermuizenpoepjesanalist waren gegaan, hun bevallige kleine billetjes naar achter en omhoog hadden gestoken zodat de vleermuizenpoepjesanalist hen een swabje in het anusje kon steken.

En natuurlijk zou het theorie mogelijk kunnen zijn dat er één van de vleermuisjes in een rugzakje van één van de vleermuizenpoepjesanalisten was gekropen, omdat een verveeld vleermuisje ook wel eens de grote stad wilde zien. Maar helaas, Chinese BOA’tjes controleerden bij de uitgang van de mijn alle vleermuisjes op een geldig vleermuizenpoepjespaspoortje. En als het vleermuisje dat niet kon laten zien, knuppelden ze het vleermuisje genadeloos terug in de grot. Laat dat maar aan een Chinese BOA’tjes over!

En geen van de vleermuisjes had zo’n vleermuizenpoepjespaspoortje, al was het maar omdat er een paar miljoen vleermuizenpoepjes zoek waren geraakt, nadat ze uit het spreadshitje waren geglibberd. Kortom, er was geen ènkel vleermuisje dat uit de mijn kon ontsnappen en naar Wuhan kon vliegen. En bovendien, dat was hèèl erg ver vliegen, nog veel verder dan Maarten op zijn bierfietsje naar de grotten van Remouchamps zou moeten fietsen om daar een voortvluchtig miertjesetend pangolientje te vinden. En daar hadden de vleermuisjes ècht helemaal geen zin in. Het was gewoon te ver, de reis zou in een rugtasje afgelegd moeten worden..

Vanzelfsprekend had de hofnar zich keurig van zijn taak gekweten, omdat hij Koningin Marion niet wilde teleurstellen. Hij had zelfs extra zijn best gedaan, want als hij deze opdracht niet tot een goed einde zou brengen zou uitstoting uit het Virologisch Koninkrijk van Koningin Marion dreigen.

Hij had zichzelf dan ook opnieuw overtroffen. Hij had nu werkelijk een briljant journalistiek hutseflutsje geschreven dat de volgende dag in de Geïllustreerde Toiletrol zou verschijnen.. Hij had alles vermeld wat Koningin Marion hem had gedicteerd, daarna het hutseflutsje nog een keer aan Koningin Marion laten lezen. Via WhatsApp had hij zelfs Keizer Xi-Jinping en Grottenkoningin en vleermuisvrouw Shi-Zhengli het journalistieke juweeltje laten controleren of er toch niet wat kleine foutjes in geslopen waren. Natuurlijk bleek dat niet het geval te zijn, dat zou Maarten niet laten gebeuren, daar zorgde hij als trots lid van de vijfde klasse journalistieke zaterdagamateurs wel voor.

En daarmee werd het de Waarheid. De Grote Waarheid zoals die al anderhalf jaar alleen in de Geïllustreerde Toiletrol te lezen viel. De Grote Waarheid, gedicteerd door Kongingin Marion herself, en gecontroleerd door Keizer Xi-Jinping en Grottenkoningin Zhengli. Daar zouden de lezers van de Geïllustreerde Toiletrol niet aan twijfelen, zoveel was zeker.

Helaas bleek dat de Chinese BOA’tjes hun taak ernstig verzaakt hadden. Ze konden er zelf eigenlijk niets aan doen, omdat ze stoned geworden waren van de grote hoeveelheden vleermuizenpoepjes. Hierdoor bleken er rugtassen vol met vleermuisjes ontsnapt te zijn aan de mijn van Mojiang, die allemaal op reis gingen naar Wuhan. Het voornemen van de vleermuisjs was om op neoliberale wijze hun vleermuizenpoepjes en de bij zich gedragen virusjes wilden verkopen op de plaatselijke markt, die direct naast het Keizerlijke Virologische Paleis van het bevriende staatshoofd van Koningin Marion lag.

Dat stonden de Chinese Autoriteiten natuurlijk niet toe, omdat dit in strijd is met de Aloude Communistische Tradities van het Keizerrijk. Die Tradities gelden natuurlijk ook voor de vleermuisjes in de grote stad. En dus werden de vleermuisjes ondergebracht in het grote Keizerlijke Virologische Paleis van Wuhan, waarvan de kelder voor de gelegenheid werd omgebouwd tot een vleermuisjeshotelletje, met vele luxe ingerichte kamertjes, en waar het de vleermuisjes aan niets tekort kwam. Zelfs hun vleermuizenpoepsjestoilet werd twee keer dag schoongemaakt. Er was maar één ding dat ze niet goed beviel en dat was dat ze ook hier elke ochtend een swabje tussen hun billetjes geduwd kregen en af en toe een ander virusje kregen om bij zich te dragen. Dat was vervelend, maar verder vonden de vleermuisjes eigenlijk alles best. Er was licht, er was eten en het was er gezellig.

De BOA’tjes intussen werden verplicht op nascholing gestuurd, naar dezelfde onderwijsinstantie waar ook de de nascholing voor Oeigoeren georganiseerd werd. Zij werden daar onderwezen in de Aloude Communistische Tradities zodat zij verder door het leven zouden kunnen gaan als gegoede Chinese staatsburgers. Het was een heel divers en uitgebreid onderwijsprogramma dat ze kregen aangeboden, met veel audiovisuele ondersteuning, al was het volume daarvan erg hoog, Verder werden ook vele gastdocenten uit Noor-Korea en Rusland ingevlogen. Dit omdat Keizer Xi-Jinping hechtte aan gelijke kansen voor iedereen, ook voor de Oeigoeren. En natuurlijk gold dit ook voor de vleermuisjes, al moest daar nog een scholingsplan met slechts vier letters voor geschreven worden, de C, de G, de A en de U. Meer letters kenden de vleermuisjes helaas niet.

En zo eindigt het sprookje van Koningin Marion en haar hofnar Maarten. Eind goed, al goed.
Hoewel… Misschien kwam er nog een derde deel? Wie zal het zeggen.

In het derde en laatste deel van deze serie zal ik de rol van Peter Daszak bespreken, de centrale spin in het web dat door hem Eco-Alliance en het WIV werd gesponnen, met behulp van vele anderen. Daarin zal ik de relaties naar de andere hoofdrolspelers uit de doeken doen, voorzover die nog niet bekend zijn.

Verder zal ik de politieke missie, want dat was het, naar Wuhan nauwkeurig onder de loep nemen, met als deelnemers wederom Peter Daszak, maar zoals bekend mag zijn ook Marion Koopmans. Hiermee kom ik aan het eind van deel 2 van “Vraag het Marion.”

 
  1. SARS-CoV-2 is well adapted for humans. What does this mean for re-emergence? https://www.biorxiv.org/content/10.1101/2020.05.01.073262v1.full

  2. https://blogs.bmj.com/bmj/2021/02/01/richard-smith-peer-reviewers-time-for-mass-rebellion/

  3. https://www.nrc.nl/nieuws/2016/02/20/fall-out-van-een-fraudezaak-1590032-a333245

  4. https://www.nrc.nl/nieuws/2012/11/28/kijk-hier-mee-met-de-persconferentie-over-de-onderzoeksfraude-van-diederik-stapel-a1439585

  5. https://www.bostonmagazine.com/news/2020/09/09/alina-chan-broad-institute-coronavirus/

  6. https://www.vanityfair.com/news/2021/06/the-lab-leak-theory-inside-the-fight-to-uncover-covid-19s-origins

  7. Addendum: A pneumonia outbreak associated with a new coronavirus of probable bat origin. Nature, 579, pages 270–273 (2020) https://www.nature.com/articles/s41586-020-2951-z

  8. Coexistence of multiple coronaviruses in several bat colonies in an abandoned mineshaft. Virol Sin. 2016 Feb;31(1):31-40. https://link.springer.com/article/10.1007/s12250-016-3713-9

  9. https://drasticresearch.org

  10. https://www.newsweek.com/exclusive-how-amateur-sleuths-broke-wuhan-lab-story-embarrassed-media-1596958

  11. https://twitter.com/luigi_warren/status/1259826618442235909 Begin bij Luigi Warren, 1/Thesis.

  12. RNA based mNGS approach identifies a novel human coronavirus from two individual pneumonia cases in 2019 Wuhan outbreak. Emerg Microbes Infect. 2020; 9(1): 313–319 https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC7033720/

  13. https://www.preprints.org/manuscript/202005.0322/v2

  14. Ge, X. Y. et al. Coexistence of multiple coronaviruses in several bat colonies in an abandoned mineshaft. Virol. Sin. 31, 31-40, doi:10.1007/s12250-016-3713-9 (2016) https://link.springer.com/article/10.1007/s12250-016-3713-9

  15. Origin and cross-species transmission of bat coronaviruses in China. Nature Communications, Article number: 4235 (2020) https://www.nature.com/articles/s41467-020-17687-3

  16. https://www.scientificamerican.com/article/how-chinas-bat-woman-hunted-down-viruses-from-sars-to-the-new-coronavirus1/

  17. Isolation and characterization of a bat SARS-like coronavirus that uses the ACE2 receptor. Nature, 503, pages 535–538 (2013) https://www.nature.com/articles/nature12711

  18. A SARS-like cluster of circulating bat coronaviruses shows potential for human emergence. Nature Medicine, 21, pages 1508–1513 (2015) https://www.nature.com/articles/nm.3985

  19. https://gillesdemaneuf.medium.com/wiv-ecohealth-the-mojiang-miners-cases-and-a-bat-sampling-trip-in-april-2012-74be5c2e0a0a

  20. All journal articles evaluating the origin or epidemiology of SARS-CoV-2 that utilize the RaTG13 bat strain genomics are potentially flawed and should be retract.https://osf.io/wy89d/

  21. https://twitter.com/Ayjchan/status/1320353622006374400

  22. Single source of pangolin CoVs with a near identical Spike RBD to SARS-CoV-2. https://www.biorxiv.org/content/10.1101/2020.07.07.184374v1.full.pdf

  23. Addendum: A pneumonia outbreak associated with a new coronavirus of probable bat origin. Nature, 2020 Dec;588(7836):E6 https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/33199918/

  24. The proximal origin of SARS-CoV-2. Nature Medicine; Volume 26, April 2020, pages 450–455. https://www.nature.com/articles/s41591-020-0820-9

  25. https://nicholaswade.medium.com/origin-of-covid-following-the-clues-6f03564c038