NAVO-landen trekken Patriot-raketten uit Turkije terug

door | 17 augustus 2015

De Verenigde Staten hebben aangekondigd hun Patriot-raketten uit Turkije terug te trekken. De inzet van de luchtafweersystemen die tot oktober loopt, wordt daarna niet verlengt, zo lieten de Amerikaanse strijdkrachten weten. Woensdag had de Duitse regering reeds besloten de inzet van haar Patriots in het zuiden van NAVO-lidstaat Turkije te beëindigen.

Als reden voor het beëindigen van de missie wordt zowel door Washington als Berlijn gesteld dat er geen dreiging meer is van luchtaanvallen van de zijde van het Syrische regeringsleger. Recentelijk is de internationale kritiek op het Turkse beleid toegenomen, Turkije bombardeerde zowel Koerdische doelen als doelen van ‘Islamitische Staat’ (IS).

Ondertussen versterkte de Russische regering de positie van de Syrische president Bashar al-Assad. De Russische minister van Buitenlandse Zaken Sergej Lavrov stelde dat het voor Rusland onaanvaardbaar is, wanneer het aftreden van Assad als president als voorwaarde voor onderhandelingen gesteld wordt. “Wanneer men het in de optiek van sommige van onze partners beslist vooraf eens moet worden, dat de president aan het einde van een overgangsperiode zijn ambt moet verlaten, dan is dat voor Rusland geen acceptabel standpunt”, aldus Lavrov maandag.

In de afgelopen maanden is de Islamitische Staat er in geslaagd grote delen van Syrië te veroveren. Naast de Koerden is het Syrische regeringsleger de enige serieuze overgebleven machtsfactor in het land.

De Amerikaanse, Duitse en Nederlandse Patriot-systemen werden in het zuiden van Turkije aan de grens met Syrië gestationeerd nadat projectielen vanuit Syrië in Turkije terecht waren gekomen. Naar later zou blijken ging het in het geval van de bewuste projectielen om granaten met NAVO-belettering, wat deed vermoeden dat vanuit Turkije illegaal wapens geleverd waren aan rebellengroepen in Syrië. De Nederlandse Patriot-systemen werden in januari jongstleden reeds terug gehaald.