Opmerkelijke parallel: Voorafgaand aan Zweeds referendum over Euro ook politica vermoord

door | 20 juni 2016

Nu de Britse kiezers aan de vooravond van het referendum over een vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie zo sterk verdeeld zijn, is er veel te doen over de recente moord op de Labour-politica Jo Cox. Cox was voor voortzetting van het lidmaatschap van de Europese Unie. Hoewel er aanwijzingen zijn dat de man die Cox vermoordde waarschijnlijk psychisch niet in orde was en gemotiveerd werd door Cox’ opstelling in het immigratievraagstuk, speelt de moord nu ook een rol in de campagne voor het Brexit-referendum.

Er is een opmerkelijke parallel met het Zweedse referendum over invoering van de Euro in 2003. Ook toen werd kort voor het referendum een centrumlinkse politica vermoord, de sociaaldemocratische minister van Buitenlandse Zaken Anna Lindh. Lindh en haar sociaaldemocratische partij waren net als alle gevestigde partijen in Zweden voor toetreding tot de Euro.

Doordat het nek aan nek is in het Britse referendum lijkt de schok van de moord op Cox, zo kort voor de stemming een doorslaggevende invloed te kunnen hebben. Voor de moord leek juist het Brexit-kamp enkele procentpunten voor te liggen, na de moord zijn de rollen omgedraaid.

In Zweden stak het destijds minder nauw. Ondanks de moord op Anna Lindh, stemde bij een opkomst van 82,6 procent 55,9 procent tegen invoering  van de euro.

Hoewel inmiddels de eurosceptische Zweden Democraten aan invloed blijven winnen, zijn de grote gevestigde partijen nog altijd voorstander van invoering van de euro. Onder het Verdrag van Lissabon heeft Zweden ook de verplichting om de euro op enig moment in te voeren. Het heeft geen opt-out zoals het Verenigd Koninkrijk en Denemarken. Voordat Zweden lid kan worden van de Eurozone moet het echter twee jaar deel uitgemaakt hebben van het wisselkoersmechanisme ERMII, wat inhoudt dat de Zweedse kroon, net als nu de Deense kroon tegen een bepaalde wisselkoers aan de euro gekoppeld wordt. Zweden doet echter anders dan Denemarken nog niet mee aan dit mechanisme en alle politieke partijen hebben toegezegd hiertoe niet over te gaan zonder de bevolking te raadplegen in een referendum. Sinds de eurocsisis is de stemming tegen invoering van de Euro onder de bevolking in sommige peilingen opgelopen tot zelfs rond de tachtig procent.

De toenmalige Britse premier Tony Blair was ook voorstander van Britse deelname aan de eenheidsmunt. Hij heeft het destijds echter niet aangedurfd daadwerkelijk een referendum over euro-lidmaatschap te houden.